Hoger beroep Flashcards

1
Q

X/Credivance

A

Als één gedaagde wel en één niet is verschenen, dan is het toch een vonnis op tegenspraak (140 lid 3)
Hof had na deze conclusie:
- ofwel mogelijkheid moeten geven juiste rechtsmiddel in te stellen (hb i.p.v. verzet)
- of verzetdagvaarding die was ingediend aan moeten merken als een memorie van grieven
(anders toegang rechter 6 EVRM aangetast)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

G/Goudse schadeverzekeringen

A

Het staat vrij om in hoger beroep de grondslag van de vordering te wijzigen
Partij in hb heeft het recht op herkansing
Rechter kan niet zeggen: we nemen deze grondslag niet want we vinden hem niet overtuigend. Kan natuurlijk wel de grondslag toetsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heep/Heep

A

Doorbreking appelverbod art 130 lid 2 Rv (beslissing m.b.t. eisvermeerdering/verandering) is niet mogelijk (ook niet ingeval deze bepaling ten onrechte dan wel met verzuim van essentiële vormen is toegepast of ten onrechte buiten toepassing is gelaten)

Aard van de beslissing is doorslaggevend:

  1. Slechts een marginale toetsing
    - -> Rechter oordeelt slechts of eiswijziging de verdediging onredelijk bemoeilijkt onredelijk vertraagd
  2. En de beslissing is niet definitief
    - -> Want je kunt later ook nog een eiswijziging indienen/verzoeken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Pinackers/Weisz & Van Gelderen

A

Bevestiging Heep/Heep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Johannes/Baranco

A

HR: voor 332 geldt doorbrekingsjurisprudentie niet.

Maar uitsluiting doorbreking alleen aanvaardbaar als we 80 lid 1 RO (cassatiegronden kanton) uitbreiden. Handelen in strijd met fundamentele rechtsbeginselen is vanaf nu ook een cassatiegrond, want:

a. Toename belang fundamentele rechtsbeginselen onder invloed van art 6 EVRM (hoor en wederhoor, recht op gelijke behandeling)
b. De Hoge Raad moet toezicht kunnen uitoefenen op de naleving van deze fundamentele rechtsbeginselen

(omstandigheid dat partij verhindering doorgeeft in buitenland verblijft, verplicht rechter slechts mede in licht art 6 EVRM uit te stellen indien omstandigheid plotseling en onverwacht is opgekomen en niet in risicosfeer partij ligt.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ponteceen/Stratex

A

Als je tegen het eindvonnisgedeelte van een deelvonnis in beroep gaat, dan mag je ook tegen het tussenvonnisgedeelte in beroep.
Dan hoef je dat niet te verzoeken, je mag het gewoon doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eenkeerschieten-regel

A

Eenmaal geappelleerd tegen tussenvonnis(gedeelte), dan kan je dat niet meer doen bij het eindvonnis.
Uitgangspunt: je moet al je bezwaren naar voren brengen.
Eenkeerschietenregel geldt ook voor gewone tussenvonnissen en eindvonnissen, niet alleen deelvonnissen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

veeggrief/kenbaarheidsvereiste

A

Grieven dienen behoorlijk in het geding naar voren te worden gebracht, zodat zij voor appelrechter en wederpartij, die moet weten waartegen zij zich heeft te verweren, voldoende kenbaar zijn.
Enkele opmerking dat geding in volle omvang wordt voorgelegd is niet voldoende.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Knabbel/Babbel

A

De stelling dat pleidooi niet de plaats is om nieuwe feiten te stellen is in haar algemeenheid onjuist. Wel brengen regels van goede procesorde mee, dat de rechter eerst bij pleidooi gestelde feiten ter zijde kan laten als
- de tegenpartij daarop niet meer voldoende heeft kunnen reageren
- of nader onderzoek nodig zou zijn waarvoor geding geen gelegenheid meer biedt
Als het hof feiten op deze gronden niet meeneemt moet hij dit motiveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Muller/Akkerman

A

Bevestiging Knabbel en Babbel: nieuwe feiten toetsen aan goede procesorde, en goed motiveren.
(in casu nader onderzoek nodig waartoe geding geen gelegenheid meer bood).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Willemsen/Nom

A

Grieven: alle gronden die de appellant aanvoert ter vernietiging van de bestreden uitspraak
Ratio in beginsel strakke regel:
- Appel is een voortzetting van debat
- Daarom concentratie en beperking van het debat
- Doel is spoedige afdoening van het geschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wertenbroek q.q./Van den Heuvel

A

In beginsel strakke regel geldt ook voor eisverandering of wijziging (moet bij memorie)
Uitzonderingen op de in beginsel strakke regel:
- Ondubbelzinnige toestemming wederpartij
- Aard van het geschil
- Latere feiten (na de memorie)
Met dien verstande dat toelating niet in strijd mag komen met de eisen van een goede procesorde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

S/F

A

De aard van het geschil kan een uitzondering op de 2-conclusie regel rechtvaardigen.
In een alimentatiezaak mag de rechter rekening houden met later geformuleerde grieven.
Maar je moet dan, met oog op de eisen goede procesorde (hoor en wederhoor), wel wederpartij voldoende gelegenheid geven om
- haar verweer aan te vullen
- en voor zover nodig standpunt te herzien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

K/Jonkers Events

A

Ook hier zie je weer dat HR zich terugtrekt, geen onjuiste rechtsopvatting of motiveringsgebrek.
Beoordeling ondubbelzinnige toestemming is aan feitenrechter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Van Gaalen/LTO Noord Verzekeringen BV

A

Incidenteel appel heeft in beginsel een zelfstandige betekenis tov principaal appel
De verweren zijn geen grieven, niet gericht op wijziging dictum, maar op verwerpen beroep LTO
Verweren tijdig ingesteld (2-conclusieregel): in eerste processtuk in incidenteel appel (MvA)
Geen reformatio in peius: immers de verweren leiden niet tot verlaging van de gematigde boete

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

B/F

A

Rechter mag ogv nieuw verweer waaruit een onjuiste juridische of feitelijke grondslag blijkt terugkomen op een bindende eindbeslissing, alleen niet als dat in strijd is met de in beginsel strakke regel en de persoon dat eerder had kunnen en moeten aanvoeren.

17
Q

Royal Nederland/Campina

A

Een verweer is niet reeds gedekt omdat het onverenigbaar is met de ingenomen proceshouding in eerste aanleg.
Het is juist kern hb dat je stellingen weer opnieuw kan voorleggen (herstelfunctie).
Daarvoor is uitsluitend plaats indien uit de proceshouding ondubbelzinnig voortvloeit dat het desbetreffende verweer is prijsgegeven.

18
Q

Goglio/SMQ Group

A

Je ziet dat de HR zich terugtrekt: geen onjuiste rechtsopvatting of motiveringsgebrek.
Beoordeling gedekt verweer is aan de feitenrechter.

19
Q

Boumans/ ‘t Plenske

A

Een verzoek tot pleidooi mag rechter maar beperkt afwijzen.
- Wederpartij moet zich tegen toewijzing verzetten
- Op grond van klemmende redenen.
Hoor en wederhoor en oral hearing zijn fundamentele rechtsbeginselen aan 6 EVRM ontleend. Je mag niet zeggen: dan had je memorie van antwoord maar moeten nemen.
Klemmende redenen:
- Onredelijke vertraging van het proces of
- In strijd met eisen goede procesorde (op verzoek van partijen of ambtshalve)

20
Q

ANP/Spruijt

A

Rechter mag pleidooiverzoek niet afwijzen met argument dat pleidooi geen nieuwe gezichtspunten zal opleveren, dat is geen klemmende reden.
Want dat is geen onredelijke vertraging proces of in strijd met eisen goede procesorde.

21
Q

Meurs/Newomij

A

Rechter past positieve zijde devolutieve werking ambtshalve toe.

22
Q

Terra Nova/Shinn Fu

A

De positieve zijde van de devolutieve werking maakt het opnieuw aan de orde stellen van verworpen of onbehandelde weren uit eerste aanleg overbodig.

23
Q

Fafiani/KSN

A

Doordat KSN geen incidenteel beroep heeft ingesteld tegen het vonnis voor zover dat verklaart dat er een arbeidsovk bestaat, is dat vonnis in zoverre in kracht van gewijsde gegaan met als gevolg dat het gezag van gewijsde verkreeg.
Mag niet krachtens positieve devolutieve werking nog een keer bestaan arbeidsovk beoordelen: dit zou kunnen leiden tot twee tegenstrijdige uitspraken met gezag van gewijsde.

24
Q

Pessers/Ru Pro

A
  1. Verandering of vermeerdering eis na memorie van grieven of antwoord in strijd met 2-conclusieregel
    Tenzij uitz (aard geschil, feiten die later blijken en ondubbelzinnige instemming)
  2. Rechter mocht fiduciaverbod niet opwerpen want lag niet in lijn debat partijen.
25
Q

Doornenbal

A
  1. Verandering verweer na memorie van grieven of antwoord in strijd met 2-conclusieregel
  2. Rechter mocht vernietigbaarheid niet opwerpen want lag niet in lijn debat partijen

Het is 3:40 lid 2 (vernietigbaarheid). Niet van openbare orde (wilsrecht, zelf beroep op doen).
Was het op basis 3:40 lid 1 gebeurd (nietigheid). Dan mocht wel ambtshalve

26
Q

Regiopolitie Gelderland Zuid/Hovax

A

Ambtshalve toepassing ‘eigen-schuld-vraag’
Deze vraag kan in in haar algemeenheid niet worden beantwoord.
De rechter kan een kwestie ambtshalve aan de orde te stellen wanneer het gelet op verloop procedure, in de rede ligt dat een partij er zich op zal beroepen.
Voorwaarden:
- partijen krijgen gelegenheid om het debat hierover aan te gaan
- en de rechter onthoudt zich van een beslissing als zij dit debat niet wensen te voeren

27
Q

Heesakkers/Voets

A

De regels uit richtlijn oneerlijke bedingen consumenten worden gezien als gelijkwaardig aan nationale regels van openbare orde.
Rechter moet regels openbare orde ambtshalve toetsen ook buiten het door de grieven ontsloten gebied (ook als partijen er niet over gegriefd hebben), maar moet wel binnen rechtsstrijd partijen blijven.
Indien tegen toe- of afwijzing desbetreffende vordering niet is opgekomen: buiten rechtsstrijd.
Als hij ambtshalve toetst moet hij wel partijen mogelijkheid geven daarop te reageren.

28
Q

Ebecek/Trudo

A

De regels uit richtlijn oneerlijke bedingen consumenten zijn recht van openbare orde.
Aanvulling Heesakker/Voets: indien de in eerste aanleg gegeven beslissing over een bepaald onderdeel van de vordering buiten de grenzen van de rechtsstrijd in appel valt, zodat die beslissing kracht van gewijsde heeft verkregen, moet dit door de appelrechter worden gerespecteerd, ook als die beslissing mede berust op een beding dat oneerlijk is in de zin van de richtlijn.

29
Q

Jansen/Hobbelen

A

Als gedaagde niet verschijnt kan de rechter er niet zomaar vanuit gaan dat hij zijn verweer prijsgeeft