thema 6 Flashcards

1
Q

voorbeelden uit het dagelijkse leven waarbij krachten nodig zijn

A

fietsen,lopen,auto´s die tegen elkaar botsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definitie kracht

A

een kracht is elke uitwendige oorzaak die zorgt voor een vervorming of snelheidsverandering van een voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een dynamometer?

A

een meettoestel om krachten te meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

het verband tussen kracht en vervorming

A

hoe groter de kracht op een voorwerp,hoe groter de vervorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de functie van een schokdemper

A

de vervorming van de veer snel doen stoppen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zou er gebeuren als er geen schokdempers geinstalleerd zijn?

A

de veer zou uitrekken en inkrimpen, waardoor het wiel het contact verliest met het wegdek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

kracht schema

A

gr: kracht
sym: F
een: newton
sym: N

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

definitie wrijvingskracht

A

de kracht die een voorwerp ondervindt als het over een oppervlak of in een gas of vloeistof beweegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

definitie snelheid

A

de verhouding van de afstand tot de tijd waarin je die aflegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

snelheid schema

A

gr: snelheid
sym: u
een: meter per seconde kilometer per uur
sym: m/s km/h

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeelden uit het dagelijks leven waarbij je een snelheidsverandering ervaren hebt.

A

ineens stoppen bij het sprinten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

verband tussen kracht en snelheidsverandering

A

hoe groter de kracht op een voorwerp, hoe groter de snelheidsverandering van dat voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

definitie zwaartekracht

A

de aantrekkingskracht die de aarde uitoefent op elk voorwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

voorbeelden van de werking van de zwaartekracht

A

de appel valt recht naar beneden, een pen dat valt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

definitie elektrostatische kracht

A

kracht die waarneembaar wordt als voorwerpen met een elektrische lading bij elkaar komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

voorwerpen met regengestelde ladingen…

A

trekken elkaar aan

17
Q

voorwerpen met gelijksoortige ladingen…

A

stoten elkaar af

18
Q

definitie elektromagneet

A

een elektromagneet bestaat uit een stuk ijzer die onmwikkeld is met koperdraad. als er stroom door de kapper doorloopt, dan is de magneet ingeschakeld

19
Q

definitie magnetische kracht

A

de aantrekkingskracht van een magneet op metalen voorwerpen en de kracht tussen magneten

20
Q

tijdens het kammen van je haren blijven de haren soms kleven. Waarom?

A

de kam en de haren dragen tegengesteldeladingen tijdens het kammen, en trekken elkaar aan.

21
Q

wat bedoelen mensen met permanente magneten

A

eenmaal gemagnitiseerd, blijven ze magnetisch