8.2 Energieomzettingen En Warmte Flashcards

1
Q

Wanneer hebt een voorwerp veer-energie?

A

Een voorwerp heeft veer-energie als een veerkrachtigvoorwerp wordt vervormd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat ontstaat bij iedere energieomzetting?

A

Warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is warmte?

A

Warmte is een soort energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de eenheid van warmte?

A

Joule ( J )

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan je berekenen hoeveel warmte bij een beweging vrijkomt?

A

Je kunt de hoeveelheid warmte die bij een beweging vrijkomt uit te rekenen door de bewegings-energie en de zwaarte-energie uit te rekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen Ek en Ez?

A

Het vrijgekomen warmte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly