Bijwerkingen en toxiciteit Flashcards

1
Q

Wat is de therapeutische breedte?

A

Het interval tussen de minimaal werkzame hoeveelheid en de toxische plasmaconcentratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat houdt klinisch een smalle therapeutische breedte in?

A

Dat schommeling in de geneesmiddelconcentratie eerder voor bijwerkingen kan zorgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is overdosering?

A

Dan is er sprake van een hogere dosis dat wordt toedient dan voor de therapeutische werking noodzakelijk is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Van welke tabletten kan men er vanuit gaan dat de helft van de tablet ook de helft van de dosering bevat?

A

Tabletten met een breukstreep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke tabletten mogen niet zomaar verdeelt worden en waarom niet?

A

Tabletten zonder een breukstreep. Omdat het een slow-release product is of omdat het een maagsapresistent gecoat product is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke risico’s lopen mensen op als ze een tablet die niet zomaar gebroken of verpulverd mag worden wel kapot maken?

A

Een hoge dosis in een keer binnenkrijgen en daardoor bijwerkingen krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke geneesmiddelen kunnen een anafylactische (type 1) overgevoeligheidsreactie veroorzaken?

A

Spierrelaxantia
Betalactamantibiotica (penicilline)
NSAIDs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de behandeling voor anafylactische (type 1) overgevoeligheidsreacties die door geneesmiddelen veroorzaakt zijn?

A

Stoppen met geneesmiddel
Bij ernstige reacties -> adrenaline intra-musculair, clementine i.v., dexamethason i.v., en salbutamol vernevelen bij bronchoconstrictie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke geneesmiddelen kunnen een cytotoxische (type 2) overgevoeligheidsreactie veroorzaken?

A

Heparinen
Betalactamantibiotica
NSAID’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de behandeling voor cytotoxische (type 2) overgevoeligheidsreacties die door geneesmiddelen veroorzaakt zijn?

A

Stoppen met geneesmiddel

Bloed (Trombocyten) transfusie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke geneesmiddelen kunnen een T-cel gemedieerde (type 4) overgevoeligheidsreactie veroorzaken?

A

Antibiotica
Carbazepine
Allopurine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling voor T-cel gemedieerde (type 4) overgevoeligheidsreacties die door geneesmiddelen veroorzaakt zijn?

A

Stoppen met geneesmiddel
Adequate pijn bestrijding
Infectiebestrijding
Bij meer dan 30% aangedaan lichaamsoppervlak -> verwijzen naar brandwondenunit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly