The ten types Flashcards

1
Q

configuration - profit model (verdienmodel)

A

De manier waarop je geld verdient

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

configuration - network (netwerk)

A

De manier waarop verbinding wordt gelegd met anderen om waarde te creëren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

configuration - structure (structuur)

A

De manier waarop je talenten en vermogen/bezit (activa) organiseert en op elkaar afstemt (meer intern gericht op het team)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

configuration - process (proces)

A

De manier waarop je patent of superieure werkmethodes gebruikt om het werk te doen. (meer gericht op de productie en slimme manier van werken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

offering - product performance (product prestatie)

A

Hoe je onderscheidende kenmerken en functionaliteiten ontwikkelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

offering - product system (product systeem)

A

Hoe je aanvullende (complementair) producten en diensten creëert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

experience - service

A

Hoe je de waarde van uw aanbod ondersteunt en versterkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

experience - channel

A

Hoe u uw aanbiedingen aan klanten en gebruikers levert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

experience - brand

A

Hoe u uw aanbod en bedrijf vertegenwoordigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

experience - customer engagement

A

Hoe u boeiende interacties bevordert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Configuration (categorie)

A

Innovatie op het bedrijf en businessmodel (achter de schermen van het bedrijf).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Offering (categorie)

A

Aanbieden van nieuwe producten en diensten..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Experience (categorie)

A

Innovatie op de klantervaring (wat de klant meekrijgt, voor de schermen afspeelt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Op hoeveel types moet je innoveren wil je duurzaam onderscheidend zijn t.o.v. de concurrentie?

A

5+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel types worden gemiddeld gebruikt door een ‘gewone’ innovator?

A

1.8 types

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel types worden gemiddeld gebruikt door een ‘top’ innovator?

A

3.6 types

17
Q

Innovaties die meerdere types combineren…

A

genereren een beter rendement (opbrengst)

18
Q

De top innovators presteren significant beter dan…

A

de S&P500

19
Q

Wat is de S&P500?

A

de 500 grootste Amerikaanse bedrijven

20
Q

Geweldige innovaties gaan verder dan alleen producten

A

Nieuwe producten zijn makkelijk te kopiëren, combineer daarom meerdere types uit configuration en experience.

21
Q

Integreer meerdere types om de sterkste innovaties te creëren

A

Innovaties die 2+ types combineren kunnen zichzelf goed staande houden en generen een beter rendement

22
Q

'’Begrijp alle types’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

23
Q

'’Minder nadruk leggen op producten en technologie’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

24
Q

'’Denk zowel aan categorieën als typen’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

25
Q

'’Gebruik de types die er het meest toe doen’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

26
Q

'’Begrijp wat je gebruikers ècht nodig hebben’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

27
Q

'’Gebruik meer dan genoeg types om ècht verschil te maken’’ is een van de…

A

Six principles for using the Ten types

28
Q

Wat is betekent ‘SCOPE’?

A

Voor wie de innovatie nieuw is.

29
Q

Wat valt onder de term ‘SCOPE’?

A

Groep - Organisatie - Markt - Maatschappij (social system)