Hoofdstuk 4

Question 1

TIA/EIA

Answer 1

TIA = Telecommunications Industry Association

Zij maken standaarden.

Question 2

Latency

Answer 2

Vertraging in de data overdracht.

Question 3

Troughput

Answer 3

Doorvoer = de productiesnelheid waarmee iets wordt verwerkt.

Question 4

Goodput

Answer 4

Aantal nuttige info die door een netwerk wordt verstuurd op een bepaalde tijd.

Question 5

Crosstalk

Answer 5

Een signaal overspreekt een ander signaal.

Question 6

EMI = FRI (uit.)

Answer 6

Werking toestel, apparaat of systeem beïnvloeden door stoorsignalen.

Question 7

UTP

Answer 7

Unshielded twisted pair. Kabel met 4 keer 2 kabels in elkaar gedraaid.

Question 8

STP

Answer 8

Shielded twisted pair. Kabel met 4 keer 2 kabels on elkaar gedraai gescheiden van elkaar.

Question 9

Coaxial cable

Answer 9

Kabel bastaande uit.

1. outer cable jacket
2. woven copper braid or metallic foil
3. flexible plastic insulation
4. copper conductor

Question 10

TIA/EIA-568

Answer 10

Telecommunicatiestandaarden die betrekking hebben op de bekabeling van commerciële gebouwen.

Question 11

Ethernet straitght-through

Answer 11

T568A naar T568A OF T568B naar T568B

network host to network device

Question 12

Ethernet crossover

Answer 12

T568A naar T568B
network host to network host
network device to network device
vb. router naar router, switch naar switch.

Question 13

T-568A

Answer 13

WG G WO BL WBL O WBR BR

Question 14

T-568B

Answer 14

WO O WG BL WBL G WBR BR