Situering Flashcards

1
Q

DPSI-R

A

Drivers; Pressure; State; Impact; Respons. Milieuverstoringsketen: analytische structuur die de oorzaak en gevolg van milieuverstoring in beeld brengt. Schade verwekt in het productieproces of consumptieprocessen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fijn stof

A

Voorbeeld DSPI-R. Bestaat uit primair en secundair stof: primair direct in de atmosfeer, secundair door chemische reacties van gasvormige precursoren zoals SO2. Het inademen van fijn stof zorgt voor luchtwegklachten, kunnen diep in de longen geraken en zo in de bloedbaan terecht komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tragedy of the Commons

A

Voorbeeld DPSI-R. Mensen zijn geneid om gemeenschapelijk eigendom te ondermijnen en te bederven. (schapen en broeikaseffect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Milieugebruikersruimte

A

Formule (MB = BWM) of de factor 20. De milieugebruikersruimte geeft aan hoeveel materialen uit het milieu gehaald kunnen worden en hoeveel er aan afval gedumpt kan worden zonder de duurzaamheid van het milieu in gevaar te brengen. Doel = milieudruk per eenheid welvaart tegen 2040 minstens 20 keer zo efficiënt te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Veldwetboek 1886

A

Verplichtingen en rechten van de burgers mbt milieuproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wet

A

Federale wetgever: kamer van volksvertegenwoordiger en kamer van de senaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Grondwet

A

De grondwet bepaalt de basisorganisatie van het Land en omschrijft de fundamentele rechten van de Belg. Recht op bescherming van gezond leefmilieu valt hieronder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Decreet

A

Tot stand gebracht door het regionale parlement (Vlaams Parlement).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Koninklijk Besluit

A

Wordt genomen in uitvoering van een wet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Besluiten van de Vlaamse Regering

A

Worden genomen in uitvoering van een decreet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ministeriële besluiten

A

Worden getroffen door een federale of Vlaamse minister, in uitvoering van een KB of een Besluit van de Vlaamse regering, of rechtstreeks van een wet of een decreet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Omzendbrieven

A

Zorgen voor de toepassing van een bepaalde wetgeving te waarborgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Provinciale politiereglementen

A

Worden uitgevaardigd door de provincieraad. Kunnen opgehoffen worden door de provincieraad zelf of door een nieuw provinciaal politiereglement.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Gemeentelijke politiereglementen

A

Worden uitgevaardigd door de gemeenteraad. Kan opgehoffen worden door de burgemeester bij hoogdringendheid ter handhave van openbare orde en veiligheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Curatieve/Preventieve benadering

A

Curatief: genezend bijvoorbeeld milieusanering en afvalberging. Preventief: bijvoorbeeld afvalpreventie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sectorale benadering

A

Sectoraal: volgens de verschillende milieucompartimenten, bijvoorbeeld luchtverontreiniging, straling, geluidshinder, afvalstoffenbeheer, bodemsanering en -bescherming, oppervlaktewaterverontreiniging. Nadelig; weinig aandacht voor het cumulatief effect van milieuverontreinigingen.

17
Q

Integrale benadering

A

Milieu wordt bekeken als een geheeld van met elkaar verbonden ecosystemen, dus wil men ook een eenvormig beleid. Bijvoorbeeld de omgevingsvergunning en integraal waterbeleid.

18
Q

Thematische benadering

A

Milieuproblematiek omschrijven op de manier waarpo de leefomgeving wordt aangetast. Bijvoorbeeld: verdroging, versnippering, vermesting, verontreiniging en verandering klimaat.

19
Q

Bron en procesgerichte aanpak

A

Brongerichte aanpak valt ongeveer samen met preventieve aanpak. Bij de procesgerichte aanpak gaat men eerder nagaan hoe het productieproces kan gewijzigd worden om de milieu-impact te verminderen.

20
Q

Regulerende instrumenten

A

Directe regulering: gebods- en verbodsmaatregelen, onderscheid tussen doelvoorschriften en middelenvoorschriften. Indirecte regulering: overheid probeert de burger en het bedrijfsleven aan te zetten tot een bepaald gedrag.

21
Q

Hiërarchie binnen het milieurecht

A

Milieuwetgeving: deel van afspraken binnen de VN, groter deel afkomstige van Europa. Broeikasgassen: afspraken binnen VN, worden gevolgd door Europa en vervolgens door de lidstaten en regios.

22
Q

Subsidariteit

A

Het principe van regelgeving dat deze best gemaakt wordt op het niveau dat hier het meest geschikt voor is. Bijvoorbeeld: reglement van ophalen huisafval best opgesteld door de gemeente.

23
Q

Verordening

A

Bindende rechtshandeling die in het hele EU van toepassing is.

24
Q

Richtlijn

A

Rechtshandeling die een bepaald doel vastlegt, manier waarop mogen de lidstaten zelf bepalen.

25
Q

Vlaamse minister Omgeving, Natuur en Landbouw

A

Zuhal Demir

26
Q

Gewestplan

A

Het ruimtelijk ordeningsrecht is het gewestplan. Vormt bijvoorbeeld de basis voor de beoordeling van vergunningsaanvragen (nieuwe stal in een woonzone zal negatief beoordeeld worden).

27
Q

Emissie

A

Elke inbreng door de mens van verontreinigsfactoren in de atmosfeer, bodem of water.

28
Q

Immissie

A

Wijziging van de aanwezige verontreinigingsfactoren in de atmosfeer, bodem of water rond 1 of meer bronnen van verontreneiging ten gevolge van emissie uit deze bron of bronnen.