Bodem Flashcards

1
Q

Bodemdecreet

A

Betreft de bodemsanering (bodem zuiveren) en de bodembescherming (preventie vervuiling).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verspreiden verontreiniging

A

Kleinere deeltjes worden meegspoeld door water, waardoor het in de bodem terecht komt. Zo naar dierpere lagen tot in de grondwatertafel. Verontreinigde deeltjes kunnen ook opgewaaid worden door de wind en worden opgenomen door planten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

LNAPL

A

Light Non-Aqueous Phase Liquid: lichtere stof dan water die niet gaat mengen met water maar zal boven drijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

VLAREBO

A

Het VLAREBO of Vlaams Reglement betreffende de bodemsanering is het uitvoeringsbesluit van het decreet betreffende de bodemsanering in Vlaanderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bodemsanering

A

Zoveel mogelijk richtwaarden over gehalte aan verontreinigde stoffen voor de bodemkwaliteit te realiseren (zuiveren van de grond). Zoveel mogelijk de streefwaarden (gehalte verontreinigde stoffen die in niet-verontreinigde bodems worden terug gevonden) voor de bodemkwaliteit behouden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Overdracht van gronden

A

Overdracht van eigendomsrecht op een bodem. Bodemattesten zijn nodig voor de overdracht van alle gronden. Bodemonderzoeken zijn nodig voor de overdracht van risicogronden. Wordt tijdens een bodemonderzoek verontreinigingen aangetoond. Als de overdrager kan aantonen dat hij niet-saneringsplichtig is kan na het bodemonderzoek de overdracht doorgaan, is hij dit wel kan de overdracht pas doorgaan na de sanering. Bodemsaneringsdeskundige.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bodemverontreiniging

A

Aanwezigheid van stoffen die zorgen voor een (on)rechstreeks nadelige invloeden. Nieuwe en historische bodemverontreiniging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bodemsaneringsnormen

A

Normen kunnen we terugvinden in de VLAREBO. Normen worden aangepast naar het plaatselijk bodemgebruik en bodemeigenschappen. Bijvoorbeeld: meer klei en organische stof waardoor metalen minder snel vrijkomen => minder strenge normen. Een lage pH zorgt ervoor dat metalen juist sneller loskomen => strengere maatregelen. Ze zijn verschillend naargelang van de bestemming volgens het gewestplan. De normen voor een woongebied zijn strenger als die voor een industriegebied.

  • bestemmingstype I: natuurgebieden
  • bestemminstype II: agrarisch gebied
  • bestemmingstype III: woongebied
  • bestemmingstype IV: recreatie gebieden
  • bestemminstype V: industriegebieden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

OVAM

A

Gronden worden opgenomen in een Grondeninformatieregister wanneer ze over de volgende gegevens beschikt: de ligging van de grond, identiteit van de eigenaar, info over de grond uit de gemeentelijke inventaris of bodemkwaliteit vastgesteld door een bodemsaneringsdeskundige. Deze info is toegankelijk via de aanvraag van een bodemattest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lijst risico-inrichtingen

A
  • Bijlage I van VLAREBO

- Bijlage I van VLAREM II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bodemsaneringsdeskundige

A
  • Type 1: mag de leiding, uitvoeren van een
    oriënterend bodemonderzoek (OBO)
  • Type 2: mag de leiding, uitvoeren van een
    beschrijvend bodemonderzoek (BBO)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Oriënterend bodemonderzoek

A

Onderzoek om te zien of de bodem verontreinigt is. Het is nodig bij de overdracht van een risicogrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Beschrijvend bodemonderzoek

A

Bepalen wat de ernst is van de bodemverontreiniging is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Afperking

A

Bij een bescrijvend bodemonderzoek wordt een diepteboring uitgevoerd: peilbuizen rond de verontreiniging geplaatst. Zo kan men een 3D beel krijgen van de vervuiling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Bodemsaneringsproject (BSP)

A

Na het goedkeuren van het beschrijvend bodemonderzoek door de OVAM zullen de bodemsaneringswerken starten. De vorderingen rapporteert men via tussentijdse rapporten (TTR). Bij een afronding van de werken levert de OVAM op basis van het eindevaluatie-onderzoek (EEO) een eindverklaring af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Saneringscriterium

A

Bij een nieuwe bodemverontreiniging: veel sneller overschakelen naar een bodemsanering. Als er een duidelijk aanwezig is dat de bodemsaneringsnorm overschreden is. Bij een historisch bodemverontreiniging: eerder zoeken naar alternatieve oplossingen. Pas enkel als er ernstige bodemverontreiniging is zal men overgaan tot een beschrijvend onderzoek.

17
Q

Grondverzet

A

Uitgraven, vervoeren en terug aanvullen van de uitgegraven bodem. Afhankelijk van de grondwerken die uitgevoerd worden kan de uitgegraven bodem ter plekke worden hergebruikt of wordt er uitgegraven bodem naar een andere plaats aangevoerd.

18
Q

Technisch verslag

A

Moet uitgevoerd worden voordat men de uitgegraven grond mag gebruiken als bodem of bouwkundig. Enkele uitzonderingen: kleine hoeveelheid en code van goed gebruik.

19
Q

Verdachte grond

A

Risicogronden waarop risico activiteiten hebben plaats gevonden. Gronden die aanwezig zijn in het OVAM register en waarin staat dat die gronden stoffen boven de richtwaarde bevatten. BV: waterbodem waarop huishoudelijk afvalwater wordt geloosd.

20
Q

Traceerbaarheidsprocedure

A

De aannemer die de bodem uitgraaft en afvoert moet de traceerbaarheidsprocedure uitvoeren. De aannemer stuurt het technisch verslag op naar een erkende bodembeheerorganisatie. Daarna gaat de aannemer samen met de architect overleggen waar de bodem terecht gaat komen. Na het inlichten van de bodembeheerorganisatie zal deze de aannemer een bodembeheerrapport opsturen.

21
Q

Schadegeval

A

OVAM zegt dat een schadegeval een onvoorziene gebeurtenis is die aanleiding geeft tot bodemverontreiniging. Melden binnen de 30dagen en behandeling starten binnen de 180 dagen. Beginnen met een beschrijvend onderzoek en daarna eventueel bodemsaneringen.

22
Q

Schadegeval-procedure

A
  • inlichten van gemeentelijke milieudienst, erkende
    bodemsaneringsdeskundige, verzekelaar en eventueel
    mogelijke veroorzaker
  • gemeente zal besluit opstellen en opsturen naar de
    saneringsdeskundige waarin de maatregelen staan om
    de verontreiniging aan te pakken
  • anderzijds houdt die brief een melding in voor werken
    die uitgevoerd worden
  • de gemeente is bevoegd voor de opvolgingen van het
    schadegeval
  • bodemsaneringsdeskundige geeft advies en
    begeleidt, zal op het einde een evaluatierapport
    opmaken en sturen naar de OVAM, die zien dan of er
    genoeg maatregelen genomen zijn
  • Is er niet echt voldoende gedaan dan gaat er terug
    een BBO uitgevoerd worden