Deontologische code Flashcards

1
Q

We kunnen de deontologische code indelen in een aantal groten blokken. Welke?

A
  • Beschikbaarheid - zin voor dienstverlening
  • Onpartijdigheid
  • Integriteit en waardigheid van het ambt.
  • Loyauteit
  • Recht van meningsuiting - beroepsgeheim
  • Opleiding
  • Voorkomen - Houding - Gedrag
  • Welzijn op het werk

Lees de deontologische code voor meer details

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geef enkele voorbeelden van functies die een chef moet uitoefenen volgens de deontologische code.

A
  • Bij vervullen van opdrachten staat de PA onder gezag van leidinggevende
  • Korpsdoelstellingen primeren voor leidinggevende
  • Voorbereid zijn om constant verantwoording af te leggen
  • Heeft een controletaak
  • Bijdragen tot ontwikkeling en competenties van medewerkers
  • Waardigheid v personeelsleden eerbiedigen
  • Aanspreken v medewerkers op hun disfuncties
  • Actief voorkomen, opsporen en oplossen van conflicten tss personen of tss diensten
  • In strijd gaan tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de algemene bepalingen van deontologie?

A
  • Tijdsgebonden
  • Plaatsgebonden
  • Functiegebonden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uit wie bestaat de deontologische commissie?

A
  • 2 vertegenwoordigers Federale Politie
  • 2 vertegenwoordigers Lokale Politie
  • 1 iemand vd vakbond
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Noem enkele zaken inzake deontologie waar we moeten aan denken tijdens het uitvoeren van onze dienst.

A
  • Naleving en bescherming van de door de grondwet gewaarborgde vrijheden en rechten
  • Naleving van de procedureregels
  • Informatieverstrekking aan de overheden
  • Gebruik van dwang/geweld conform WPA
  • Eerbied voor de persoonlijke levenssfeer
  • Legitimatie
  • Bijstand aan slachtoffers
  • Houding ten opzichte van de pers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Omschrijf integriteit..

A
  • Normen & waarden
  • Cultuurgebonden
  • Tijdsgebonden:
    ‘wat vroeger kon, is nu niet nog vanzelfsprekend aanvaardbaar’
  • Plaatsgebonden:
    ‘ wat in bepaalde landen normaal is, wordt in andere landen niet geaccepteerd’
  • Functiegebonden:
    ‘ wat in bepaalde functies wel kan, is in andere functies niet aanvaardbaar’
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef 10 verschillende soorten schendingen van de integriteit.

A
  • Corruptie
  • Fraude of diefstal
  • Dubieuze giften en beloften
  • Onverenigbare functies en activiteiten
  • Misbruik van geweldsbevoegdheid
  • Misbruik van andere bevoegdheden vanwege oneigenlijke belangen
  • Misbruik van (toegang tot) informatie
  • Omgangsvormen en bejegening
  • Verspilling en wanprestatie
  • Wangedrag in de vrije tijd van een PA
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is corruptie?

A

Een PA doet iets of laat iets na vanwege persoonlijke belangen of een persoonlijk voordeel, namelijk een gift, dienst of een beloning van derden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef enkele voorbeelden van Beschikbaarheid:

A
  • Gevolg geven aan elke oproep

- Luisterbereidheid, elke oproep ernstig nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef enkele voorbeelden van: Onpartijdigheid:

A
  • Objectief handelen

- Indien persoonlijk betrokken, opdracht niet zelf uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Geef enkele voorbeelden van: Integriteit en waardigheid van het ambt:

A
  • Geen misbruik maken van bevoegdheid

- Verboden giften, beloningen of voordelen te vragen/ aan te nemen.
Een Bruno’ke doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Geef enkele voorbeelden van: Loyauteit:

A
  • Trouw zijn aan het Staatshoofd

- Uitvoeren van richtlijnen overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef enkele voorbeelden van: Recht van meningsuiting / Beroepsgeheim:

A
  • Geheimhouding verplicht inzake GO

- Mening uiten op de werking van de overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef enkele voorbeelden van: Opleiding:

A
  • Lichamelijke fitheid behouden

- Zelf op de hoogte houden van evoluties (zelfstudie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef enkele voorbeelden van: Voorkomen/houding/gedrag:

A
  • Geen grof taalgebruik
  • Geen alcohol of verdovende middelen gebruiken tijdens de dienst, of onder invloed de dienst aanvatten
  • Beleefd blijven, tactvol zijn
  • Aandacht voor netheid van het uniform
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Geef enkele voorbeelden van: Welzijn op het werk:

A
  • Veiligheidsvoorzieningen in acht nemen
  • Rechten van niet-rokers naleven
  • Bijdragen tot goede orde en hygiëne op het werk