ecologie Flashcards

1
Q

Bacterien en schimmels

A
  • Energie door afbraak organische materialen
  • organisch materiaal wordt omgezet in Nutrienten en co2
  • Leven in het water en in de waterbodem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Plankton

A
  • Beestjes kleiner dan 1 mm(algen en watervlo)

- zweven of groeien op substraat/zwevend organisch materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

substraat?

A

zwevend organisch materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Zooplankton

A

-eten fytoplanktoncellen, bacteriën en algen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Algen

A
  • Leven overal in het water

- eten fosfor en fosfaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe meer P(fosfor) in het water hoe meer..

A

algen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat geeft groen water

A

Algenbloei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke macrofauna bestaan er

A

-Schredders
-verkleind organisch materiaal
-Collectors
-Eet fijn organisch materiaal
-Grazers
-Grazen plantaardig bodemmateriaal van
stenen, boden eb planten
-Predators
-eten andere micofauna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Schredders?

A

vlotkreeft- verkleind organisch materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Collectors?

A

Mosselen wormen- eten fijn organisch materiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Grazers?

A

slakken- eten plantaardig bodemmateriaal van bodem, stenen en planten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

predatoren?

A

libellenlarven, kevers- eten andere microfauna

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn Macrofyten en wat doen ze?

A
  • Alle hoge plantensoorten

- helpen waterkwaliteit—–> nemen stikstof en fosfaat op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waar houden Macrofyten van en waar niet van?

A

Houden van: Ondiepe wateren,Flauwe oevers en licht

Houden niet van: brassum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat eten vissen

A
  • eten plankton en andere vissen

- meer voedsel meer vissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het effect van vissen op de waterkwaliteit

A
  • Woelen de waterbodem om

- eten watervlooien—–> watervlooien eten algen

17
Q

Vogels en zoogdieren

A
  • Top predatoren van de voedselketen

- geen invloed op de waterkwaliteit

18
Q

welke vogel heeft invloed op de waterkwaliteit?

A

Eenden——->poepen in het water

19
Q

Hoe noem je de uitwisseling van lucht en water

A

Reaeratie

20
Q

Waar word reaeratie door beinvloed?

A

Wind en stroming

21
Q

Wat wordt bedoeld met de oxidatie van organisch materiaal?

A
  • organisch materiaal+02 = co2 en h2o
  • BOD mg O2/L
  • Afvalwater: BOD 100-1000 mg O2/L
  • Norm: BOD: kleiner dan 5 mg O2/L
22
Q

Algen groei en resperatie

A
  • dag nacht ritme
  • Overdag—->zuurstof productie door planten
  • Nacht———> reperatie (planten gebruiken zuurstof)
23
Q

Sediment zuurstof verbruik

A
  • uitgedrukt in FLUX g O2/M2/dag
  • afbraak van organisch materiaal in sediment

Natuurlijk systeem 0,1 -1 g O2/M2/dag

  • Stadwateren 5-20 g O2/M2/dag
    - komt door bladeren en
    - afvallozing
24
Q

Waterkwaliteit problemen

A
  • Botulisme
  • Dode vissen (zuurstof tekort)
  • Algen en kroos (N en P)
  • Visuele verontreiniging (drijfvuil)
  • Stank
  • ecologische achteruitgang
  • Hygiënische aspecten (bacteriën)
  • Slechte bodemkwaliteit
  • lage belevingswaarde (inrichting en onderhoud)
25
Q

Wat is botulisme?

A

Bacteriën van kadavers

26
Q

Vissterfte

A

Komt vaak voor na lozing afvalwater wat veel zuurstof verbruikt. dus zuurstofarm water

27
Q

Algengroei oorzaak?

A

Bij veel nutrienten (stikstof en fosfaat) in het water

28
Q

Waar komt het stikstof en fosfor vandaan en veroorzaakt algengroei?

A

-N+P Landbouw grootste bron door meststoffen
-N+P Rioolwater wat geloosd word 2na grootste
N Atmosferische depositie (neerslag)

29
Q

Wat zijn de maatregelen voor goede waterkwaliteit?

A
  • Inrichting watergangen (oevers en dementies)
  • Inrichting gebied (schoon—>vies)
  • Bron aanpak (riooloverstort, lozingen en eenden)
  • Procesaanpak (Landbouw, Industrie)