Ademhalingsstelsel

Question 1

Salbutamol

Answer 1

groep: β2-R agonist
indicatie: bronchospasmen, profylaxe indien astma geïnduceerd wordt door beweging
effect: kortwerkend, bronchodilatatie, inhibitie mastcel mediator-vrijstelling, toegenomen klaring van mucus

Question 2

Salmeterol

Answer 2

groep: β2-R agonist
indicatie: onderhoudstherapie voor zware astma en COPD
effect: langwerkend, bronchodilatatie, inhibitie mastcel mediator-vrijstelling, toegenomen klaring van mucus

Question 3

Ipratropium

Answer 3

groep: muscarine-R antagonist
indicatie: bronchospasmen bij COPD, bronchospasmen bij astma (en β2-agonisten zijn gecontraïndiceerd)
effect: kortwerkend, bronchodilatatie, inhibitie mucussecretie

Question 4

Tiotropium

Answer 4

groep: muscarine-R antagonist
indicatie: onderhoudstherapie bij COPD
effect: langwerkend, bronchodilatatie, inhibitie mucussecretie

Question 5

Beclometason

Answer 5

groep: glucocorticoïd
indicatie: astma (eerstelijns onderhoudstherapie), extreme gevallen COPD
effect: anti-inflammatoir, effect van β2-agonisten bevorderd (door opregulatie β2-receptoren) , minder bronchiale hyperreactiviteit

Question 6

Budenoside

Answer 6

groep: glucocorticoïd
indicatie: astma (eerstelijns onderhoudstherapie), extreme gevallen COPD
effect: anti-inflammatoir, effect van β2-agonisten bevorderd (door opregulatie β2-receptoren), minder bronchiale hyperreactiviteit

Question 7

Theofylline

Answer 7

groep: xanthine
indicatie: onderhoudstherapie zware astma (indien inhalatietherapie glucocorticoïden met β2-agonisten insufficiënt)
effect: bronchodilatatie, inhibitie immuuncel infiltratie en activatie, toegenomen klaring van mucus
SIDE EFFECTS: insomnia (CZS), nervositeit (CZS), positief chronotroop en inotroop (–> aritmie)

Question 8

anti-IgE Ab

Answer 8

groep: monoclonaal antilichaam
indicatie: persistente allergische astma en IgE hypersensitiviteit, zware urticaria (= netelroos) (indien antihistaminica niet effectief)
effect: minder vrij IgE

Question 9

anti-IL-5 Ab

Answer 9

groep: monoclonaal antilichaam
indicatie: persistente eosinofiele astma
effect: lagere productie eosinofielen

Question 10

Acetylcysteïne

Answer 10

groep: mucolyticum
indicatie: mucoviscidose, artificiële ventilatie
effect: minder visceus keelslijm