a) Centraal rl Oeverwal Flashcards
(22 cards)
Andere benamingen
Oeverwal, stroomrug
Textuur
Zware zavel op kleiig zand
GHG
80 cm en hoger
Hoeveelheid kalk?
Meestal kalkrijk
Hoe goed gerijpt?
Volledig gerijpt
Hoe duidelijk is humus in de bovengrond te zien?
Onduidelijk te zien
Hoe is de biologische activiteit?
Veel biologische activiteit, er is PHDP in aanwezig.
Is er verbruining?
nee, geen verbruining, de bruinachtige kleur is natuurlijk.
Is er podzolisatie?
Nee, geen podzolisatie
Is er kleiverplaatsing?
Nee
Zijn er gleyverschijnselen?
Alleen gleyverschijnselen in de ondergrond
Wat is de normbodem van een oeverwal in het Centrale riviergebied?
Een xeromorfe kleivaaggrond oftewel een ooivaaggrond
Is het landschap vlak of golvend?
Het landschap is zwak golvend
Is er veel bebouwing in het landschap?
Er zijn dorpen en oude boerderijen
Hoe recht zijn de wegen?
De wegen zijn bochtig
Zijn er veel of weinig sloten? Hoe recht zijn deze?
Er zijn weinig sloten. De sloten die er zijn zijn bochtig, want ze volgen oude stroomgeulen.
Hoe komt het dat de sloten op de oeverwallen bochtig zijn?
De sloten volgen oude stroomgeulen.
Hoe wordt het land gebruikt?
Gevarieerd landgebruik, veel fruitteelt.
Zijn er bomen, en waar staan ze als ze er zijn?
De bomen staan bij de wegen en bebouwing
Wat voor soort verkaveling tref je hier?
Onregelmatige blokverkaveling
Hoeveel natuurontwikkeling?
Geen
Wat is verbruining en waar komt het voor?
Verbruining komt door het verweren van mineralen in de bodem en komt vooral voor op voedselrijkere zandgronden, zoals stuwwallen en rivierduinen.