aaaaaaa

Question 1

geneesmiddel om bloeding te stoppen/stelpen

Answer 1

haemostaticum

Question 2

zuivering van het circulerende bloed bij nierinsufficiëntie ter vervanging van de nierfunctie

Answer 2

hemodialyse
haemodialysis

Question 3

lust

Answer 3

lagneia

Question 4

reukorgaan

Answer 4

organum olfactus

Question 5

insnijding maken in de pupil

Answer 5

coretomie

Question 6

oogzenuw

Answer 6

nervus opticus

Question 7

mbt tot de pupil en het oog

Answer 7

oculopupillair

Question 8

vernauwde laatste deel van de zaadleider

Answer 8

ductus ejaculatoris

Question 9

Het merg van de kleine hersenen
met betrekking tot het merg en de kleine hersenen

Answer 9

medullocerebellaris

Question 10

beroerte
CVA
herseninfarct

Answer 10

apoplexia cerebri
apoplexie cerebri

Question 11

aandoening/ziekte van de hersenen door te weinig zuurstof in het bloed

Answer 11

encephalopathia hypoxaemica

Question 12

oogbol

Answer 12

bulbus oculi

Question 13

oogzenuw

Answer 13

nervus opticus

Question 14

ontsteking van de oogspier

Answer 14

ophtalmomy(os)itis
ophtalmomyitis

Question 15

aandoening waarbij de schildklier te weinig werkt

Answer 15

hypothyr(e)oïdie
hypothyr(e)ose

Question 16

synoniem hypofyse

Answer 16

glandula pituitaria

Question 17

synoniemen endometriose

Answer 17

adenomyosis uteri
parietalis uteri

Question 18

aangeboren gebrekkige ontwikkeling van de schildklier

Answer 18

thyr(e)oaplasie

Question 19

uitstrijkje van het slijmvlies van de baarmoederhals en –mond dat gekleurd wordt volgens de methode Papanicolaou; voor onderzoek op aanwezigheid van cellen met kwaadaardige kenmerken

Answer 19

PAP– smear

Question 20

behandeling tegen spasmen

Answer 20

Buscopantherapie

Question 21

het buikvlies

Answer 21

peritoneum

Question 22

brengen van sperma in de schede

Answer 22

intra-uteriene inseminaties

Question 23

zacht blazend geluid door de samentrekking van de hartkamers, gehoord bij auscultatie van de top van het hart

Answer 23

systolische souffle apex

Question 24

hartkloppingen

Answer 24

palpitaties
palpitatio cordis

Question 25

overbrenging van gezwelcellen door bloed of lymfestroom van een ziektehaard uit naar een andere plaats in het lichaam waar dan een nieuwe haard ontstaat van dezelfde aard als de oorspronkelijke

Answer 25

metastasen

Question 26

doorligwonde, bedzweer, degeneratie van weefsels ten gevolge van een slechte plaatselijke doorbloeding veroorzaakt door druk- en/of schuifkrachten, optredend bij lang te bed liggen

Answer 26

decubitus

Question 27

collageenziekte gekenmerkt door hard en strak worden van de huid met depigmentaties en teleangiëctasieën(=vaatverwijding van de capillairen

Answer 27

sclerodermie

Question 28

huidaandoening gepaard gaande met het verschrompelen of geslonken zijn van weefsels of organen

Answer 28

atrophoderma van Pierini en Pasini

Question 29

chronische huidaandoening, beginnend met roodheid en zwelling van het been of de arm en eindigend met verschrompeling

Answer 29

acrodermatitis chronica atrophicans

Question 30

kenmerkenvan de vitale functies, aangestuurd door het autonome zenuwstelsel

Answer 30

autonome parameters

Question 31

slechte werking van de hersenschors

Answer 31

corticale dysfunctie

Question 32

breuk in de gel-achtige kern van een tussenwervelschijf thv de halswervels

Answer 32

hernia cervicales

Question 33

voortgezette observatie van bijv. een zieke na herstel of van een chronische zieke, opvolging

Answer 33

follow-up

Question 34

om te evalueren of er prikkeling is van een zenuwwortel (pijn kan wijzen op rughernia), de patiënt ligt op de rug met gestrekte benen. De onderzoeker tilt eerst het ene, dan het andere been langzaam in gestrekte toestand op. bij prikkeling van de nervus ischiadicus veroorzaakt buiging in de heup van het gestrekte been bij rugligging tot 90° pijn in de achterzijde van het been of is de buiging tot 90° niet mogelijk

Answer 34

Lasègue-proef

Question 35

vernauwing van een opening of van een kanaal in de wervelkolom

Answer 35

spinale stenose

Question 36

rode verkleuring van het regenboogvlies door nieuw gevormde of uitgezette capillairen bij suikerziekte

Answer 36

rubeosis iridis

Question 37

aandoening van de oogzenuw door onvoldoende bloedtoevoer

Answer 37

ischemische opticus neuropathie

Question 38

pupilverwijding

Answer 38

mydriasis

Question 39

na de operatie ontwikkelt zich voor het netvlies een bindweefselige lensvertroebeling

Answer 39

preretinale fibrotisch membraan

Question 40

de holte, de kuil buiten zijn normale plaats gelegen

Answer 40

fovea ectopisch

Question 41

een voornamelijk bij vrouwen van middelbare leeftijd voorkomende niet-etterige ontsteking van de schildklier

Answer 41

Subacute thyroïditis van De Quervain