AARDIJKSKUNDE BEGRIPPEN Flashcards
(32 cards)
Bevolgingsevolutie?
De verandering van de totale bevolking over een bepaalde periode
Natuurlijke aangroei?
De groei of afname van de bevolking als gevolg van geboorte en sterften
Geboortecijfer?
Het aantal geboorten in een gebied. Meestal weergegeven als geboorten per duizend inwoner per jaar
Sterftecijfer?
Het aantal overlijdens in een gebied. Meestal weergegeven als sterften per duizend inwoners per jaar
Migratie?
De verplaatsing van mensen van de ene plaats naar een andere
Immigratie?
Het bevestigen in een ander land of regio
Emigratie?
Het verlaten van het geboorteland om zich in een ander land te vestigen
Migratiesaldo?
Het verschil tussen het aantal mensen dat zich in een land vestigt en het aantal mensen dat het land verlaat in inwoners
Bevolkingsgroei
De toe of afname van de bevolking als gevolg van de geboortes, overlijdens en migraties
Levensverwachting?
De te verwachten gemiddelde duur van het leven (bij geboorte)
Vructbaarheidscijfer?
Het gemiddelde aantal kinderen per vrouw
Vergroening?
De toename van het aantal jongeren in de samenstelling van de bevolking
Vergrijzing?
De toename van het aantal ouderen in de samenstelling van de bevolking
Bevolkingspolitiek?
Maatregelen om de bevolkingsgroei te beïnvloeden
Leeftijdshistogram of bevolkingspiramide?
Een grafische voorstelling van de samenstelling van de bevolking, onderverdeeld naar leeftijd en geslacht
Hdi?
‘human devolopment index’ een getal tussen 0 en 1 dat de levensverwachting, de scholingsgraad en de levensstandaard in een land weergeeft het is een maat voor de ontwikkelingsgraad.
Ontwikkelingsgraad?
De mate van ontwikkeling. De hdi geeft een indicatie van de ontwikkelingsgraad
Demografische evolutie?
De verandering in omvang, samenstelling en verdeling van een bevolking over tijd
voedsel?
Voeding voor mensen
Voeder/voer?
Voeding voor dieren
Traditionele landbouw?
Er wordt gewerkt met eenvoudige werktijden en technieken, de opbrengst is lag
Moderne landbouw?
Er wordt gebruik gemaakt van moderne machines en technieken, het werk is gemechaniseerd, de opbrengst is hoog, de kennis wordt verkregen via een goed onderwijssysteem
Extensief?
Met weinig investering van arbeid en/of kapitaal
Intensief?
Met veel inzet van arbeid en/of kapitaal
