Aardrijkskunde 3de Graad Examrncommissie Flashcards
(127 cards)
1
Q
De absolute afstand
A
Of ligging is de afstand in kilometers tussen beide plekken in vogelvlucht. Deze afstand is voor iedereen hetzelfde en veranderd nooit
2
Q
De relatieve afstand
A
Is de afstand uitgedrukt in tijd, kosten en moeite. Relatief gezien wil dit zeggen dat je iets in relatie ziet tot de andere plek. De relatieve afstand is dus voor iedereen anders.
3
Q
De relatieve afstand (bv.)
A
Ga je bijvoorbeeld met de fiets dan ligt een plek op 3 uur afstand van jou, terwijl je met de auto een afstand hebt van bijvoorbeeld een half uur.
4
Q
Het gradennet
A
De aardrotatie wordt gebruikt om de aarde en haar oppervlakte in te delen in een gradennet. Dit gradennet wordt gebruikt voor lokalisatie op aarde maar ook voor het bepalen van tijd.
5
Q
Breedteligging
A
Met de breedtegraden kan je meten hoe ver een plaats ligt ten opzichte van de evenaar. Dit noemen we ook wel de BREEDTELIGGING van een plaats
6
Q
Ruimtelijke beroepenvelden (BV.)
A
-Toeristisch medewerkers, -distributiesector en handelssector,
-de wetenschapssector ,
-de milieukundige voor de politieke, industrie,…,
-journalisten,
-vastgoedsector
7
Q
Fysische geografie
A
Is de studie van het bestaan en de vorming van de fysische leefwereld (valleien, bergen, bodem,…)
8
Q
Milieukunde
A
(Fysische geografie) - studie van het milieu
9
Q
Geologie
A
(Fysische geografie) -studie van het ontstaan van de aarde en hoe ze verandert
10
Q
Geomorfologie
A
(Fysische geografie) -onderzoekt de inpasbaarheid van ingrepen in het reliëf
11
Q
Vulkanologie
A
(Fysische geografie) -studie van vulkanen
12
Q
Seismologie
A
(Fysische geografie) -studie van aardbevingen
13
Q
Stratigrafie
A
(Fysische geografie) -studie van steenlagen
14
Q
Pedologie
A
(Fysische geografie) -studie van de verandering van de bodemlagen
15
Q
Hydrologie
A
(Fysische geografie) - studie van water in de atmosfeer en in onze bodem
16
Q
Cartografie
A
(Fysische geografie) -verandering van land-zee en lucht kaarten
17
Q
Sociaal en economische geografie
A
Heeft speciale aandacht aan vorming van (wereld) steden, demografische, financiële en economische stromen binnen en tussen regio’s
18
Q
Migratie
A
(Sociaal en economische geografie) - studie van de verplaatsing van volkeren en diersoorten
19
Q
Stadssociologie en ruimtelijke economie
A
(Sociaal economische geografie) - studie van de groei en de structuur van steden en de ruimtelijke patronen van menselijke activiteiten
20
Q
Toerisme
A
(Sociaal economische geografie) - studie van toerisme
21
Q
Archeologie
A
(Sociaal economische geografie) - studie van opgravingen en culturen
22
Q
Plaatsbepaling kaart : NATUURKUNDIG
A
Gebergte, bergen, rivieren
23
Q
Plaatsbepaling kaart: STAATKUNDIG
A
Landen, steden, plaatsen
24
Q
Nulmeridiaan
A
2de as - dit is de lijn die van de Noordpool naar de zuidpool loopt de stad Greenwich —> de meridiaan van Greenwich
25
Tijdzones
De aarde verdeeld in 24 tijdzones die elke 15 lengtegraden breed zijn. (360 graden gedeeld door 24 uur)
26
GPS- systeem
5- categorieën
Global positioning system
- positioning
- navigation
- tracking
- mapping
- timing
27
Positioning GPS
De eerste en meest bekende eigenschap van GPS is de plaatsbepaling: waar ben ik? GPS kan een precies tweedimensionaal beeld geven over hoogtes, ongeacht het weer. Op deze manier komt men tot de exacte plaatsbepaling
28
Navigation - GPS
Weten waar je je bevindt is belangrijk maar weten ‘hoe je ergens anders kan geraken’ is net zo belangrijk. GPS bepaalt de locatie van de huidige en gewenste positie en zelfs snelheid en richting. Op deze manier kan dit systeem in combinatie met informatie over de omgeving een route bepalen en navigeren. GPS is oorspronkelijk ontwikkeld voor de navigatie van schepen en vliegtuigen. Dit vraagt uiteraard een grote nauwkeurigheid
29
Tracking - GPS
Met navigatie vind je de weg van de ene plek naar de andere, dan ‘volgt tracking alles op terwijl je je verplaats’
30
Tracking - GPS (bv.)
Het signaleren van een vrachtwagen die in de file staat, berekenen welke bus het snelst op jou bestemming zal zijn, of welke ambulance het snelst hulp kan bieden, zo kan een taxibedrijf bijvoorbeeld uitzoeken met tracking welke fout het efficiëntst is en welke taxi het snelst bij de klant kan zijn
31
Mapping - GPS
Gps kan ‘ elk detail van een voor ons onbekende wereld bekend maken door het in kaart te brengen
32
Mapping GPS (bv.)
In kaart brengen van Bergen, rivieren, bossen, gebouwen, straten,…
33
Timing - GPS
We gebruiken tijd op 3 verschillende manieren: ‘ tijd vertelt ons wanneer iets gebeurt, het helpt ons om een schema uit te bouwen en alles mooi volgens dat schema te laten verlopen en met tijd kunnen we meten hoelang het alles duurt’
34
Timing - GPS (werking)
Elke gps satelliet is uitgerust met meerdere atomische klokken die samen met het gps signaal de exacte tijd meesturen. De gps ontvangers op aarde ontvangen deze signalen en stellen hun tijd hierop af. Tijd wordt zo tot op 1 miljardste van een seconde gemeten. Gps is het systeem dat functioneert dankzij een netwerk van satellieten, die constant in een baan rond de aarde draaien. Deze satellieten sturen gecodeerde informatie door naar de ontvangers op aarde. De gps ontvanger ziet alleen de satellieten die op dat moment boven de horizon staan. Van op eender welke positie op aarde zijn er steeds ´4 satellieten ‘ zichtbaar boven de horizon. Overal ter wereld zijn deze te ontvangen
35
Topografische kaart
Geven de locaties (x-y coördinaten) weer van objecten zoals rivieren, plaatsen, wegen, monumenten, administratieve grenzen,…
36
Thematische kaart
Deze geven een verschijnsel (thema) weer van het aardoppervlak, of een verschijnsel dat te relateren is aan een object op het aardoppervlak, als ‘derde dimensie’ op het platte vlak weergeven
Bv- weerkaart
37
Strippenkaart
Bij een strippenkaart worden aantallen van een bepaald fenomeen getekend als stippen
38
Figuratieve kaart
Een figuratieve kaart (hoeveelheden kaart) is gelijk aan de stippenkaart echter kunnen de stippen nu in grote verschillen
39
De chloropleet
Hier worden aantallen van een bepaald fenomeen omgerekend naar aantallen per oppervlakte
40
De isolijnenkaart
Een isolijnenkaart geeft een verschijnsel (hoogte, diepte, verschuilingsgraad) weer op basis van lijnen die gelijke waarden weergeven
41
De cartogram
Een cartogram geeft op een kaart via een lijn- staaf - taartdiagram aan hoe ik die gebieden bepaalde statische gegevens zich onderling verhouden of in tijd ontwikkelen
42
De anamorfose
Is een kaart waarbij de vorm van een land min of meer behouden blijft maar waarbij de grootte evenredig is met een bepaald attribuut/ kenmerk van dat land
-bruto
-nationaal product
-aantal inwoners
43
De bewegingskaart
Geeft de beweging van goederen of mensen weer
-forensen
-trein beweging
-afvalstoffen
-aantal tonnen vervoer via scheepsvaart
44
Vectorformaat - GIS
Is een patroon van punten, lijnen en oppervlakten waardoor er ingezoomd en uitgezoomd kan worden op kaarten zonder verlies van kwaliteit
45
Vectorformaat -GIS (bv.)
-grenzen
-straten
-percelen
46
Rasterformaat -GIS
Aan elkaar grenzende vierkante vlakjes die elk een bepaalde waarde krijgen. Hiermee kan er gemakkelijker gerekend worden
47
Rasterformaat GIS (bv.)
-landgebruik
-hoogtes
48
Functies van GIS (bv.)
-gegevens uit database in kaart brengen
-statische en geografische analyses maken
-verschillende kaarten digitaal met elkaar vergelijken
-gebeurtenissen verklaren
-toekomstige patronen, trends, veranderingen voorspellen
-verschillende scenario’s en mogelijke oplossingen visueel voorstellen en vergelijken
-probleemloos wijzigingen aanbrengen op kaarten
49
Ruimte gebruikt voor bos en natuur
Afname van de ruimte ingenomen door bos en natuurdomeinen
50
Ruimte gebruikt voor platteland
Afname van de ruimte voor de primaire sector
51
Ruimte voor industrie
Toename van de ruimte gebruikt voor de secundaire sector
52
Ruimte gebruikt voor transport
Zorgt voor sterke versnippering in Vlaanderen
53
Ruimte gebruikt voor wonen
Aanzienelijk deel van de beschikbare ruimte in Vlaanderen - heeft invloed op het milieu: door bebouwingen van het platteland neemt de druk op de schaarse open toe
54
Oorzaak fragmentatie
Het ruimte gebruik in Vlaanderen is niet optimaal en leidt tot fragmentatie
55
Gevolgen fragmentatie
-ecologische achteruitgang door isolatie van dieren, ecotopen en verminderde verbondenheid
-visuele degradatie van het landschap
-meer verspreide bebouwing en verstoring bv. Lawaaihinder en bodemverontreiniging
56
Morfologische verstedelijking
De zichtbare uitbreiding van de stad waarbij de ruimte rond de stad stedelijke kenmerken krijgt - BEBOUWINGSDICHTHEID
57
Functionele verstedelijking
Hierbij wordt het verzorgingsgebied van de stad steeds groter - wordt gemeten aan de hand van aantal mensen dat lokaal tegenwerkgesteld word in de dienstensector of gewoon het aantal gewerkgestelde
58
Sociaal economische verstedelijking
Het aantal mensen dat pendelt naar steden om te gaan werken aan de hand van andere huur en verkoopprijzen van woningen
59
Sociologische verstedelijking
Verandering in beroepsstructuur van de mensen - meting aan de hand van aantal mensen dat in de stad woont
60
Functionele verstedelijking (bv.)
Bibliotheken, concertzalen, musea,..
61
Ontwikkeling in verstedelijking - 4
-urbanisatie
-suburbanisatie
-desurbanisatie
-re-urbanisatie
62
Urbanisatie
Sterke bevolkingsgroei- in grote hoeveelheden moet de plattelandsbevolking migreren naar de stedelijke industriële gebieden, omdat de landbouw de bevolkingsgroei niet kan opvangen
63
Suburbanisatie
Veranderen van wonen uit de stad, eerst naar de rand van de stedelijke agglomeratie dan naar de nog meer perifere gebieden - PLATTELANDSVLUCHT
64
Suburbanisatie - pull factoren (bv.)
Meer in het groen wonen, rustiger,…
65
Suburbanisatie - push factoren (bv.)
De druk van winkels/ horeca, te weinig groen,…
66
Desurbanisatie
In de desurbanisatie fase zijn processen gelijkaardig aan suburbanisatie fase - de stad loopt bijna volledig leeg
67
Re-urbanisatie
Fase van terugkeer naar de stad
68
Segregatie -sociale ongelijkheid
-mensen met geld trekken weg
- er ontstaat een groeiende inkomers ongelijkheid tussen de centrale en de perifere delen van de stad
69
Segregatie - in het centrum
Arme bewoners en mensen met immigratie achtergrond
70
Segregatie - in de periferie
De midde- en hogere klasse
71
Gevolgen segregatie
- mensen met een lager inkomen hebben ook minder middelen om hun huis te onderhouden waardoor de kernstad meer en meer vervalt en de levenssfeer vermindert in deze buurten.
- er ontstaan concentratiewijken
- de binnenstad wordt minder aantrekkelijk
72
Mogelijke oplossingen - segregatie
Opwaarderen van een buurt of stadsdeel op sociaal, cultureel en economisch gebied door oude vervallen gebouwen te renoveren en op te waarderen
73
Luchtvervuiling
Door concentratie verkeer en files
74
Luchtvervuiling - gevolg
Daling in levensverwachting - meer long en luchtweg ziektes
75
Luchtvervuiling - mogelijke oplossing
Beter luchtzuivering en lichtfilters voor transport en industrie
76
Water problemen
Er is minder water opname door de bodem doordat de bodem volgebouwd en gebetonneerd word
- er is een groter verbruik aan water
77
Waterproblemen- gevolg
Gebieden drogen op en de waterkwaliteit daalt
- meer waterschaarste
78
Water problemen - mogelijke oplossing
Beter waterbeheer en goede waterzuiveringsinstallatie
79
Ziekten
Door hoge concentratie aan bevolking kunnen ziekte zich makkelijker verspreiden
80
Ziekten - gevolg
Ziekte krijgen meer kans om sneller te verspreiden
- COVID 19
81
Ziekten - mogelijke oplossing
Noodplan voor epidemeën en een goed beleid van vaccinatie
82
Het site van een stad
Het site van een stad verklaart waarom een stad precies op die ene plek is gelegen en zich daar heeft kunnen ontwikkelen
-water
-grondstoffen en hulpmiddelen
-bereikbaarheid
-economische voordelen
-…
83
Radiale (concentrische) stads patronen
Is meestal een ronde of ovale stad
- gekenmerkt door ommuring en 2 of meer hoofdbanen die allen elkaar kruisen of naar elkaar toekomen in het centrum van de stad
84
Spinnenwebstadspatronen
Radiale stadspatroon dat wordt gekenmerkt door vele kleine kronkelende straten door elkaar waar er verschillende hoofdwegen op verschillende plaatsen elkaar kruisen
85
Spinnenwebstadspatroon (bv)
Heeft winkelzones, woonzones, administratieve zones — Hasselt
86
Dambord of gird stadspatroon - planmatig stadspatroon
Meestal rechthoekig
- wordt gekenmerkt door 2 of meer die allen elkaar loodrecht kruisen in het centrum — New York
87
Langwerpig stadspatroon
Meestal rechthoekig dambord stad
- wordt gekenmerkt door langwerpige vorm en het volgen van een rivier — Dinant ->Maas
88
Concentrisch zone theorie stadspatroon
Stad bestaat uit ringen met elk een functionele zone — Chicago
89
Concentrisch zone theorie stadspatroon - zone ‘s
-centrale zakendistrict
-transitie zone (residentieel en commercieel landgebruik)
- woonste rijke middenklasse ( betere kwaliteit )
- pendelaars zone
90
Voordelen spinnenweb stads structuur
- alle functies zijn gecentraliseerd
- echte zone verdeling: winkel zone, woonzone,…
- vlotte verkeersstroom naar centrum
91
Voordelen dambord structuur
- goedkoper door efficiënter ruimtegebruik
- veiliger en gemakkelijker voor voetgangers en fietsers
- trager verkeer door vele kruispunten maar toch vlot verkeer
92
Nadelen spinnenweb stads structuur
-tussen de hoofdwegen heel langzaam verkeer met vele files door smalle doorgang
- meestal verdeling tussen rijk en arm (buitenwijk/binnenstad)
93
Nadelen dambord stads structuur
-geen echt stadscentrum
-gevaar voor segregatie
94
Stedelijke hiërarchie
Rangschikking tussen de verschillende soorten steden op vlak van uitrustingsgraad en verzorgingsgebied
95
Grote stad - hiërarchie
-werken als stuwende economische en culturele centra
-zijn onderling aan elkaar verbonden door snelwegen
-intense wisselwerking door grote steden
- zijn knooppunten van Belgisch stedelijk systeem
96
Régionale stad hiërarchie
-gespecialiseerde goederen en diensten
- minder intense wisselwerking met grote steden
- tussen knooppunt van Belgisch stedelijk systeem
97
Kleine stad - hiërarchie
Verzorgen de basisbehoeften van de inwoners
98
Dorpen of plattelands bebouwde kern - hiërarchie
- verzorgen basisbehoeften van de inwoners — medische zorgen -> stad
99
Bestuursfunctie -stad
Rechtsregels moeten worden opgemaakt en opgevolgd. Wetten, rechten en plichten worden gemaakt uitgevoerd en gecontroleerd bv. Administratief, vredegerecht, belastingscontrole,…
100
Dienstenfunctie - Stad
Diensten geven aan burgers bv. Stations, transportbedrijf, brandweer,…
101
Woonfunctie -Stad
De stad moet voor woonplaatsen zorgen bv huizen, appartementen,…
102
Werk functie - stad
De stad moet voor werkgelegenheden zorgen
103
Onderwijsfunctie
De stad moet voor onderwijs zorgen, bv scholen, hoge scholen, universiteiten,..
104
Recreatieve functie - stad
Diensten aanbieden voor ontspanning bv. Zwembaden, cafés, cinema’s,..
105
Culturele functie- stad
Bv. Musea, concertzalen, kerken, opera’s,…
106
Toeristische functie - stad
Toerisme zorgt voor werkgelegenheid bv. Restaurant, hotels, toeristische dienst,…
107
Handelsfunctie - stad
Bv. Slager, bakker, supermarkt, winkelcentra,..
108
Industriële functie - stad
De stad moet plek voor industrie voorzien bv. Fabrieken, brouwerij, haven,…
109
Verzorgings functie - stad
De stad moet verzorging voor inwoners voorzien bv. Ziekenhuizen, dokters,..
110
Fysische geografische indeling
- zandstreken
- polders
- zandleemstreek
- vennen en Ardennen
- duinen
- Kempen
- leem streek
- condrische streek en ardens heuvellandschap
111
Socio economische indeling
- natuurlijk landschap
- stedelijk landschap
- havenlandschap
- landelijk of ruraal landschap
- industrie landschap
- toeristisch landschap
112
Visuele indeling
- open landschap
- compartimenten landschap
- coulisselandschap
- gesloten landschap
113
Traditionele landschappen
Zijn landschappen dat het resultaat zijn van de wisselwerking tussen het natuurlijke draagvlak (geologie, reliëf, bodem) en landontginning door de mens (landbouw, bewoningsvormen,..)
114
Landschappen zijn erkend en beschermd - waarom
Erfgoed - cultuurlandschappen
•geschiedenis
•identiteit
Recreatie
Milieu
• luchtkwaliteit
• ecosystemen
115
Kleine landschapselementen
Zijn lijn- of punt vormige elementen vaak waardevol voor dier en milieu + mag je niet zomaar veranderen of verwijderen
- hagen
- sloten
- bomen
- wegberm
-….
116
Noodzaak van een structuurplan
De beschikbare ruimte in Vlaanderen is beperkt en eindig, de ruimte moet verdeeld worden door: mensen, landbouw, bedrijven
117
4 uitgangspunten van het structuurplan
- duurzaamheid
- ruimtelijke draagkracht
- kwaliteit van de ruimte
- subsidiariteitsbeginsel
118
Subsidiariteitsbeginsel
Het subsidiariteitsbeginsel houdt in dat elke bevoegde overheid op een bepaald bestuursniveau zich bezighoudt met alle materies die op het eigen niveau kunnen worden behandeld (een hoger niveau treed alleen op wanneer dat noodzakelijk is)
119
Voorbeelden niveau’s subsidiariteitsbeginsel
1 gewestelijke niveau
2 Provençaal niveau
3 lokaal (gemeentelijk) niveau
120
RSV
Ruimtelijk structuurplan Vlaanderen
- ruimtegebrek en kwaliteitsverlies oplossen
- duurzame ontwikkeling
- suburbanisatie tegengaan
121
4 principes van RSV
- gedeconcentreerde bundeling
- economische ontwikkeling
- infrastructuur
- fysisch systeem
122
Gesecondeerde bundeling
RSV
- streven naar verdichting en versterking van het stedelijk gebied
- versnippering tegengaan
(Vlaamse ruit)
123
Vlaamse ruit
Gent - Antwerpen - Leuven - Brussel
124
Economische ontwikkeling
RSV
De economische activiteiten concentreren in economische knooppunten en poorten
125
Poorten - RSV
Economische ontwikkeling
- zeehavens
- hogesnelheidstrein stations
- trein lijnen
- luchthavens
126
Infrastructuur
RSV
(Bereikbaarheid, ontsluiting — efficiënt infrastructuur netwerk)
VIA
- efficiëntie verhogen
- Vlaamse stedelijk netwerk beter gebruiken
- Economische activiteiten zo dicht mogelijk bij deze verkeersinfrastructuur laten bundelen
- lijnvormige infrastructuur (pijpleiding) worden ingedeeld in functionele categorieën
127
Fysisch systeem
RSV
Tussen de nog bestaande open ruimte moeten verbindingen blijven bestaan om te vermijden dat de biodiversiteit afneemt
— rivieren netwerk
