Aardrijkskunde wonen in Nederland hoofdstuk 1 Flashcards

(36 cards)

1
Q

benedenloop

A

vanaf de middenloop tot de monding, stroomsnelheid gering en sedimentatie groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

binnendijks land

A

gebied dat tegen overstromingen beschermd wordt door winterdijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bovenloop

A

deel vanaf de bron/oorsprong tot de middenloop, verval en stroomsnelheid en erosie zijn groot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

buitendijks land

A

gebied tussen de rivier en de winterdijk, wordt niet beschermd tegen overstromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

debiet

A

waterafvoer. Hoeveelheid water die op een bepaald punt door de rivier stroomt. m^3/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

delta

A

gebied vlak voor de monding, rivier vertakt zich in veel rivierlopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Deltawerken

A

waterbouwkundig project ter beveiliging van het zuidwestelijke gedeelte van Nederland tegen overstromingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dijk

A

constructie die dient om het achterliggende lang tegen overstromingen te beschermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dijkverzwaring

A

breder en hoger maken van de dijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dwarsprofiel

A

dwarsdoorsnede van een rivier of beek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

grondwateronttrekking

A

oppompen van grondwater uit de diepere ondergrond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

infiltratie

A

in de bodem zakken van water

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kanalisatie

A
  1. afsnijden van grote bochten (rechttrekken) 2. bedijken en 3. aanleggen van stuwen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

klimaatverandering

A

verandering op lange termijn van de temperatuur, neerslag en wind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

krib

A

korte dwarsdam die loodrecht op de rivieroever is aangelegd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

lengteprofiel

A

grafische weergave van de hoogteligging van een rivier/beek over een bepaald traject

17
Q

menselijk handelen

A

het bewust en bedoel ingrijpen van de mens

18
Q

middenloop

A

tussen de bovenloop en benedenloop in, de helling is niet zo groot –> rivier gaat meanderen. erosie en sedimentatie ongeveer in evenwicht

19
Q

onregelmatiger neerslagregiem

A

toename van de schommeling in de hoeveelheid neerslag over een jaar

20
Q

ontbossing

A

het kappen van bossen door mensen

21
Q

ontwatering

A

verlaging van de grondwaterstand door het aanleggen van greppels en/of afvoerbuizen in de grond

22
Q

piekafvoer

A

tijdelijke (extra) hoge waterafvoer van een rivier

23
Q

polder

A

stuk land omgeven door dijken waarbinnen de waterstand bijvoorbeeld wordt geregeld door gemalen en stuwen

24
Q

regiem

A

jaarlijkse schommeling in de waterafvoer van een rivier/beek

25
Rijkswaterstaat
overheidsdienst die het beleid uitvoert van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat op het gebied van veiligheid, leefbaarheid en bereikbaarheid in Nederland
26
stroomgebied
het hele gebied dat afwatert op een bepaalde rivier
27
stroomstelsel
rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebied
28
stuw
beweegbare dam
29
temperatuurstijging
hoger worden van de temperatuur door menselijke of natuurlijke factoren
30
toekomstscenario's van het IPCC
verschillende scenario's voor een temperatuurstijging van 1,5 graad, 2 graad, 3 graad of 4 graden die op basis van de huidige kennis over het systeem aarde met behulp van computermodellen voorspellen welke wereldwijde effecten de genoemde temperatuurstijgingen zullen hebben
31
toekomstscenario's van het KNMI
verschillende scenario's voor een temperatuurstijging van 1,5 graad, 2 graad, 3 graad of 4 graden die op basis van de huidige kennis over het systeem aarde met behulp van computermodellen voorspellen welke effecten de genoemde temperatuurstijgingen in Nederland zullen hebben
32
uiterwaard
gebied tussen de rivier/de zomerdijk en de winterdijk
33
verhang
verval per kilometer m/km
34
verhoogde piekafvoer
hoger worden van de gemiddelde piekafvoer, doordat er grotere hoeveelheden neerslag in kortere tijd vallen dan vroeger
35
versnelde piekafvoer
het sneller optreden van de piekafvoer, doordat de neerslag die valt sneller in de rivier terechtkomt dan vroeger
36
verstening
toename van het oppervlak aan bebouwing en infrastructuur