Aardrijkskunde Woordenlijst Thema 3: Eten wat de pot schaft Flashcards

(27 cards)

1
Q

De agrarische sector

A

sector van landbouw en veeteelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De akker

A

grond die bewerkt wordt door de landbouwer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De bodem

A

bovenste deel van de aardkorst, belangrijk voor de plantengroei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De breedte-ligging

A

afstand van een plaats tot de evenaar, uitgedrukt in graden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

De citrus-vruchten

A

vruchten zoals sinaasappel, mandarijnen, citroen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De doorlatendheid

A

hoe snel water doorsijpelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De droge maand

A

N ≤ 2 x Tm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De gematigde maand

A

Tm tussen 10° en 18°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

De hardbladige vegetatie

A

vegetatie met lage bomen, struiken en kruiden die harde, lederachtige bladeren hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Het klimaat

A

gemiddelde temperatuur en neerslag over een periode van dertig jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het klimatogram

A

neerslagdiagram en temperatuurcurve die samen in een afbeelding worden weergegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De koude maand

A

Tm < 10°

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De natte maand

A

N > 2 x Tm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het pluimvee

A

dieren zoals kippen, kalkoenen, ganzen, eenden…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De savanne

A

vegetatie uit de tropische en droge klimaatzone, met weinig of geen bomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

De silo

A

opslagplaats voor veevoeder

14
Q

De steppe

A

vegetatie uit de gematigde en droge klimaatzone, zonder bomen, met enkel grassen

15
Q

De taiga

A

vegetatie met enkel naaldbomen

16
Q

Telen

A

planten of dieren voortbrengen op akkers, weiden of in stallen

17
Q

De toendra

A

vegetatie zonder bomen, met grassen en mossen

18
Q

Het tropisch regenwoud

A

weelderige plantengroei met reusachtige bomen, soortenrijk en ondoordringbaar

19
Q

De vegetatie

A

natuurlijke plantengroei

20
Q

De warme maand

21
Q

De weide

22
De woestijn
gebied zonder plantengroei, door gebrek aan neerslag kan er niets groeien
23
Het zomergroen loofwoud
vegetatie met loofbomen, die in de winter geen bladeren hebben
24
De woudreuzen
heel hoge bomen