Abstract concepts Flashcards
(22 cards)
term, concept, understanding
het begrip(pen)
der Begriff(e)
opportunity
de gelegenheid
die Gelegenheit
possibility
de mogelijkheid
die Möglichkeit
proof/evidence
het bewijs (bewijzen)
der Beweis(e)
hint/clue, pointer
de aanwijzing
der Hinweis(e)
permit, license
de vergunning
die Genehmigung
authorization
de autorisatie, de machtiging
die Erlaubnis, die Gestattung
regulation, prescription
het voorschrift(en)
die Vorschrift(en)
influence
de invloed(en)
der Einfluss (Einflüsse)
goal, aim, purpose
het doel(en)
das Ziel(e), der Zweck(e)
exchange, replacement
de uitwisseling(en)
der Austausch(e)
feature, characteristic
het kenmerk(en)
das Merkmal(e)
event, occasion, incident
de gebeurtenis(sen)
das Ereignis(se)
requirement, condition
de bedinging
die Bedingung
damage, harm
de schade, de beschadiging
der Schaden (pl. Schäden)
supervision, care, guardianship
de hoede(s)
die Betreuung
assignment, order, mission
de opdracht(en)
der Auftrag (Aufträge)
task, assignment
de opgave(n)
die Aufgabe(n)
show, presentation, idea (mental picture)
de voorstelling
die Vorstellung
imagination
de verbeelding, de inbeelding
die Einbildung
violence
het geweld
die Gewalt
severity, intensity, fierceness, vehemence
de hevigheid
die Heftigkeit
