accounting cycle (Nederlands systeem) Flashcards

1
Q

financieel feit (financial transaction)

A

iedere bedrijfsgebeurtenis die leidt tot een (toekomstige) in- en uitgaande kasstroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dagboek (sales book)

A

systematische weergave (in een map) van gelijksoortige transacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sub-administraties

A

overal waarvoor je extra informatie of extra specificaties nodig hebt of wilt hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

journaal post (journal entry)

A

in een journaalpost geven we aan welke grootboekrekeningen we debiteren (links) en crediteren (rechts) en voor welke bedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

grootboek (T-account)

A

boek waarin we voor alle balansposten en verlies- en winstrekeningsposten de veranderingen in deze -posten bijhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

proefbalans

A

overzicht van alle bijgewerkte grootboekrekeningen onder elkaar met de debet (links) en credit (rechts) bedragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

saldibalans

A

overzicht van alle grootboekrekeningen met een debet en creditsaldo. Uit de saldibalans maken we de eindbalans en verlies- en winstrekening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly