Ademhaling Flashcards
(25 cards)
Dyspnoe
Kortademigheid
Bradypnoe
Te lage AH-frequentie
Tachypnoe
Te hoge AH-frequentie
Hyperpnoe
Te diepe AH
Hypopnoe
Te oppervlakkige AH
Hyperventilatie
AH waardoor er een te lage arteriële koolzuurspanning is
Hypoventilatie
AH waardoor er een te hoge arteriële koolzuurspanning is
Orthopnoe
Wanneer kortademigheid vermindert door rechtzitten
Dyspnoe d’effort
Kortademigheid bij inspanning
Dyspnoe de repos
Kortademigheid in rust
Hemoptoë
Ophoesten van bloed
Sputum
Slijm dat opgehoest wordt
Wheezing
Piepende ademhaling bij UITademen
Hypercapnie
Overmatig CO2-gehalte in het bloed
Hypoxie
Tekort O2 in de weefsels
Longcompliantie
Elasticiteit van het longweefsel
Cor pulmonale
Verandering in structuur van rechter hartventrikel door pulmonale hypertensie (door chronische respiratoire insufficiëntie), wat leidt tot hypertrofie en uiteindelijk rechterhartfalen.
Blebs
Grote blaasjes op de longen. Bij leptosome types (lang/smal) soms op de longtop die spontaan kunnen springen en een pneumothorax veroorzaken.
Costodiafragmatische hoek
Op een RX-TH de buitenhoek van de longen. Het diafragma hoort goed afgelijnd te zijn bij RX gezond persoon.
ECLS
Extra corporal life support / ECMO
= bypass van de longfunctie door veneus bloed door een oxygenator te laten stromen en teruggeven aan de patiënt.
CAP
Community acquired pneumonia: ontwikkelt zich buiten ziekenhuis of <72u na opname in ZH.
Zadelembool
Massief embool in de truncus pulmonalis. Binnen de paar minuten overlijdt de patiënt want er wordt geen bloed meer geoxygeneerd.
Waartoe leidt hypercapnie
Respiratoire acidose door daling pH.
Waartoe leidt hypoxie?
Anaërobe metabolisatie in de cellen waarbij lactaat geproduceerd wordt –> metabole acidose.