ADHD Flashcards

1
Q

Waar hebben mensen met ADHD voornamelijk last van? (4 dingen)

A
  1. Onoplettendheid
  2. Impulsiviteit
  3. Hyperactiviteit
  4. Lichamelijke onrust
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 3 subtypen van ADHD zijn er?

A
  1. ADHD-I –> onoplettendheid
  2. ADHD-H-I –> hyperactiviteit en impulsiviteit
  3. ADHD-C –> combinatie van alles
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom komt ADHD vaker voor bij jongens dan meisjes?

A

ADHD bij meisjes wordt onderschat door ouders en leraren, omdat ze over het algemeen minder symptomen vertonen –> minder snel diagnose krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel volwassenen en kinderen hebben wereldwijd een ADHD diagnose?

A

Volwassenen: 2,5%
Kinderen: 5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kunnen de symptomen van ADHD verschillen per cultuur?

A

ADHD symptomen vallen meer op in conservatieve culturen dan vrijere culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke andere stoornis hebben kinderen met ADHD vaak (comorbiditeit)? En wat is dit?

A

ODD (Oppositional Defiant Disorder) is een agressieve gedragsstoornis waarbij kinderen opstandig gedrag vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke andere stoornis hebben volwassenen met ADHD vaak (comorbiditeit)? En wat is dit?

A

Conduct disorder / antisociale gedragsstoornis is de volwassen versie van ODD waarbij volwassenen onrustig en agressief gedrag vertonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Naast CD/Antisociale gedragsstoornis hebben volwassenen met ADHD ook vaak last van de volgende 4 dingen

A
  1. Angst
  2. Depressie
  3. Substantiegebruik
  4. Agressie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom wordt ADHD pas herkend als het kind naar school gaat?

A

Leren wordt beïnvloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat hebben 20 - 25% van de mensen met ADHD (comorbiditeit)?

A

Leerstoornissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verloop van ADHD: wat is er vanaf 30 maanden?

A

ADHD symptomen duidelijk, maar nog geen diagnose want niet zeker of symptomen blijvend zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Verloop van ADHD: wat is er te merken bij kinderen op de lagere school?

A

Symptomen duidelijk –> kind is motorisch onrustig, vertoont impulsief gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Verloop van ADHD: wanneer kan er een diagnose gesteld worden?

A

Vanaf 5 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Verloop van ADHD: hoe uit ADHD zich in de adolescentie? (3 punten)

A
  1. Problemen met plannen en organiseren
  2. Motorische afwijkingen
  3. Andere psychologische problemen, e.g. agressie en substantiemisbruik
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Verloop van ADHD: welke symptomen verminderen in de volwassenheid en welke kunnen blijven?

A

Minder: hyperactiviteit en impulsiviteit
Blijven: aandacht en organisatie problemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel symptomen moeten er minstens aanwezig zijn en voor hoelang?

A

Minstens 6 symptomen bij inattention (onoplettendheid) en/of hyperactiviteit-impulsiviteit voor minstens 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoeveel symptomen zijn er nodig voor elke subtype?

A
  1. ADHD-I: 6> voor onoplettendheid & <6 voor hyperactiviteit-impulsiviteit
  2. ADHD-H-I: >6 voor hyperactiviteit-impulsiviteit& <6 voor onoplettendheid
  3. ADHD-C: >6 op zowel onoplettendheid als hyperactiviteit-impulsiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is het negatieve gevolg van hyperactieve en impulsieve gerag?

A

Sociale problemen ontwikkelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom hebben kinderen met ADHD vaak moeite om met hun ouders om te gaan?

A

Ze hebben moeite met het volgen van opgelegde regels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom is het voor mensen met ADHD lastig om doelen te behalen?

A

Moeite met executieve functies –> moeite met beginnen, plannen of organiseren van taak en moeite met het behouden van de planning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waarom worden academische prestaties aangetast?

A

Door aandacht tekort en hyperactiviteit zijn mensen met ADHD meer vatbaar voor uitbarstingen, frustratie, bazigheid, koppigheid, veranderlijke stemmingen en een laag zelfbeeld –> dit kan de academische prestaties aantasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarom hebbebn mensen met ADHD vaak conflicten met leraren en familie?

A

Door aandacht tekort en hyperactiviteit zijn mensen met ADHD meer vatbaar voor uitbarstingen, frustratie, bazigheid, koppigheid, veranderlijke stemmingen en een laag zelfbeeld –> dit kan leiden tot slechtere academische prestaties –> dit leidt weer tot conflicten met leraren en ouders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Over het algemeen hebben mensen met ADHD een gemiddeld IQ, maar waarom scoren ze toch vaak lager op een IQ test?

A

Door de symptomen, zoals aandacht te kort en onoplettendheid

24
Q

ADHD is één van de meest erfelijke psychische stoornissen, welke 2 studies hebben dit aangetoond?

A
  1. Twin studies –> 76% erfelijk
  2. Adoptie studies: kans groter dat kind ADHD krijgt als bio. ouder het ook heeft
25
Q

Wat is de genes-environment interaction?

A

Hoewel ADHD heel erfelijk is, komt het pas tot uiting door omgevingsinvloeden

26
Q

Kinderen met ADHD hebben een grotere kans om opgevoed te worden door ouders die …

A

ook ADHD hebben

27
Q

Hoe hebben ouders die ook ADHD hebben invloed op de ontwikkeling van het kind met ADHD? (2 punten)

A
  1. Vaak zijn het minder effectieve ouders en daardoor kunnen ze de symptomen van het kind verslechteren
  2. Inconsistente en ondoeltreffende opvoeding van ouders kan een rol spelen bij de ADHD van kind
28
Q

Wat zegt de Learning Theory over de ouder-kind relatie?

A

Ouders spelen een grote rol in het aanmoedigen van gedrag: kind is druk –> ouders geven kind veel aandacht –> kind ziet dit als een beloning –> kind blijft het gedrag uiten

29
Q

Welke 2 dingen kunnen dienen als een effectieve procedure om negatief en storend gedrag bij kinderen met ADHD te verminderen?

A

Time out en positieve bekrachtiging

30
Q

Hoe ziet de brein en de ontwikkeling ervan eruit bij kinderen met ADHD?

A

Kleinere brein 3,2% & langzamere ontwikkeling

31
Q

Mensen met ADHD hebben vaak een kleinere prefrontale cortex, hoe sluit dit aan op de symptomen?

A

Verklaring voor aandacht te kort en moeilijkheden met organiseren en plannen

32
Q

Mensen met ADHD hebben vaak een kleinere basale ganglia , hoe sluit dit aan op de symptomen?

A

Verklaring voor hyperactiviteit

33
Q

Mensen met ADHD hebben vaak een kleinere cerebellum, hoe sluit dit aan op de symptomen?

A

Verklaring voor dat mensen met ADHD slechter zijn in kiezen, initiëren, en uitvoeren van motorische en cognitieve reacties

34
Q

True or false: mensen met ADHD hebben minder grijze massa

A

True

35
Q

True or false: mensen met ADHD hebben meer grijze massa

A

False –> minder

36
Q

True or false: mensen met ADHD hebben een kleinere prefrontale cortex, basale ganglia en cerebellum

A

True

37
Q

True or false: mensen met ADHD hebben een grotere brein

A

False –> kleiner

38
Q

True or false: mensen met ADHD hebben een langzamere breinontwikkeling

A

True

39
Q

True or false: mensen met ADHD hebben een grotere basale ganglia en cerebellum

A

False –> kleiner

40
Q

True or false: mensen met ADHD hebben abnormaliteiten in dopamine, serotonine en noradrenaline

A

True

41
Q

Wat verklaart de abnormaliteiten in serotonine?

A

Impulsiviteit

42
Q

True or false: mensen met ADHD hebben meer dopamine

A

False –> minder dopamine

43
Q

Welke algemene complicaties hebben kinderen met ADHD (prenatale factoren)

A

Laag geboortegewicht en zuurstoftekort

44
Q

True or false: kans op ADHD wordt vergroot als het kind tijdens de prenatale fase wordt blootgesteld aan alcohol en nicotine

A

True

45
Q

Wat is het gevolg van blootstelling aan nicotine tijdens de prenatale fase?

A

Dopamine abnormaliteiten

46
Q

Waar zorgt een tekort aan dopamine voor?

A

Minder remmend gedrag –> meer impulsief gedrag

47
Q

Sommige onderzoeken stellen dat lood en gifstoffen een verklaring zijn voor …, maar het bewijs hiervoor is ….

A

Hyperactiviteit - weinig

48
Q

True or false: 5% van de kinderen heeft wereldwijd ADHD en de helft ervan neemt het mee naar de volwassenheid

A

True

49
Q

Wat is de relatie tussen de Theory of Mind en mensen met ADHD?

A

Kinderen met ADHD hebben vaak geen TOM (vermogen om eigen of anderen mentale toestand te begrijpen) –> hierdoor reageren ze vaak op een ongepaste manier

50
Q

Artikel Young & Amarasinghe (2010) over niet-medische behandelingen bij ADHD: Welke behandeling is het best voor preschool kinderen?

A

Training voor ouders over het omgaan met ADHD:
- goed gedrag belonen en consequenties manipuleren
- problemen van ouders ook behandelen

51
Q

Artikel Young & Amarasinghe (2010) over niet-medische behandelingen bij ADHD: Welke behandeling is het best voor schoolkinderen?

A
  • Multimondaal: gebruik van meerdere vormen van behandeling
    1. Training voor ouders aangevuld met gedragstherapie die zich focust op het kind –> minder effectief als ouders ook ADHD hebben
  1. Training voor leraren over omgaan met ADHD leerlingen: goed gedrag belonen en slecht gedrag negeren en effectieve commando’s geven
52
Q

Artikel Young & Amarasinghe (2010) over niet-medische behandelingen bij ADHD: Welke behandeling is het best voor oudere schoolkinderen en adolescenten?

A
  • Comorbide stoornissen behandelen naast ADHD
  • Jongens: behandeling focust op gedrag controleren’
  • Meisjes: behandeling focust op emoties reguleren
  • Hoe ouder kind, hoe minder betrokken ouders
53
Q

Artikel Young & Amarasinghe (2010) over niet-medische behandelingen bij ADHD: Welke behandeling is het best voor volwassenen?

A

Voornamelijk cognitieve gedragstherapie individueel of in groep

54
Q

Welke medicatie worden er vooral gebruikt bij ADHD? En wat doet het?

A

Psychostimulantia (bijv. Ritalin) verhoogt de alertheid, opwinding en aandacht en verminderd de motorische activiteiten –> 75% van ADHD symptomen verbeteren

55
Q

Wat zijn de nadelen van psychostimulantia? (5 punten)

A
  1. Vermindert honger
  2. Slaapproblemen
  3. Hoge hartdruk
  4. Minder fysieke groei
  5. Geen lange termijn verbeteringen