Afkortingen Flashcards
(26 cards)
Hypo
Te kort, weinig - Hypotensie
Intra
Binnen - Intracellulair
Extra
Buiten - Extracellulair
Inter
Er tussen in - Intercellulair
Pre
Vooraf - Pre operatief
Per
Tijdens - Per operatief
Post
Erna - Post nataal
Para
Naast - Paramedicus
Ante
Tegen - Anteversie
Re-
Opnieuw - Reponering
Hyper
Teveel - Hypercholesterolomie
Poly
Veel - Polyneuropathie (spierziekte)
Dys
Afwijkend - Dysmatuur
A-
Niet - Atonie (spieren verslapt)
-ectomie
Weghalen - Splenectomie (milt)
-itis
Ontsteking/infectie - Cystitus (blaasontsteking)
-pathie
Ziekte - Neuropathie
Angio-
Uitgaande van de bloedvaten - Angiografie (röntgen voor bloedvaten)
Cardio
Verbonden ah hart - Cardioloog
Hema-
Verbonden aan bloed - Hematologie
Pulmo-
Verbonden aan de longen - Pulmonologie/pneumologie
Hemi-
Halfzijdig - Hemiplegie (halfzijdige verlamming)
Micro-
Heel klein - Microscopisch
Auto-
Zelf - Auto-immuun