AFP 1: Heup en schouder Flashcards

(23 cards)

1
Q

Hoe heet de kom van het bekken?

A

Acetabulum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke 2 ligamenten zitten in het heupgewricht?

A
  • ligamentum capitis femoris vanuit de fovea capitis
  • ligamentum transversus acetabuli
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ligamenten vormen de capsula articularis en zitten rondom het heupgewricht?

A
  • Ligamentum iliofemorale
  • Ligamentum ischiofemorale
  • Ligamentum pubofemorale
  • Zona orbicularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke spieren/pezen zorgen voor de extensie in het heupgewricht?

A
  • tractus iliotibialis (peesplaat)
  • m. gluteus maximus (bilspier)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke spieren/pezen zorgen voor de flexie in het heupgewricht?

A
  • m. psoas major
  • m. iliacus
  • (worden samen) m. iliopsoas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je het halvemaanvormige kraakbenige oppervlak binnenin het acetabulum?

A

Facies lunata acetabuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe noem je de ringvormige vezelige kraakbeenstructuur die de rand van het acetabulum omgeeft?

A

Labrum acetabulare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waaruit bestaat het kapsel?

A
  • Membrana synovialis
  • Membrana fibrosa
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Benoem de ligamenten van de schouder (4x)?

A
  • ligamentum acromioclaviculare
  • ligamentum coracoclaviculare
  • ligamentum coracoacromiale
  • ligamentum coracohumerale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Benoem de spieren van de rotator cuff

A
  • m. supraspinatus
  • m. infraspinatus
  • m. subscapularis
  • m. teres minor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke spieren van de rotator cuff zorgen voor endorotatie en exorotatie?

A
  • m. subscapularis -> endorotatie
  • m. supraspinatus -> exorotatie
  • m. infraspinatus -> exorotatie
  • m. teres minor -> exorotatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar hechten de 2 pezen van de m. biceps aan?

A

Bovenrand cavitas glenoidalis (korte pees) en processus corocoideus (lange pees)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Noem de 2 gewrichten van de schoudergordel

A
  • articularis acromioclavicularis (AC- gewricht)
  • articularis sternoclavicularis (SC- gewricht)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe heet de kom van de schouder?

A

Cavitas glenoidale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarvoor dient het recessus axillaris?

A

Holte onderaan de rotator cuff en dient voor beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat voor beweging maakt de m. deltoideus?

A

Abducatie van de schouder, arm naar boven.

17
Q

Functie m. trapezius?

A

Stabilisatie schouder en nek

18
Q

Wat voor beweging maakt de m. latissimus dorsi?

A

Adducatie naar de romp, arm naar beneden

19
Q

Wat voor beweging maakt de m. pectoralis major?

A

De borstspier zorgt voor adducatie van de arm

20
Q

Wat voor beweging maakt de m. teres major?

A

De armspier zorgt voor adducatie, deels voor endorotatie

21
Q

Hoe verloopt de vaatvoorziening van de plexus brachialis?

A

(Arcus aortae -> truncus brachiocephalicus -> a. subclavia dextra ->)

!!! a. subclavia -> a. axillaris -> a. brachialis

(v. brachialis -> v. axillaris -> v. subclavia -> v. brachiocephalica -> v. cava superior)

22
Q

Met welk botpunt is de scapula en de clavicula verbonden