Agogiek Flashcards
(59 cards)
Wanneer spreek je van een verstandelijke beperking?
D.M.V classificatiesysteem ( DSM) en belangrijke beperkingen in verstandelijk en adaptief functioneren.
Wat is adaptief functioneren
de mate waarin iemand zich kan aanpassen aan een situatie.
Waaruit bestaat het adaptief functioneren
sociale vaardigheden, praktische vaardigheden, conceptuele vaardigheden.
waaruit bestaat de sociale vaardigheden
interpersoonlijke vaardigheden, sociale verantwoordelijkheid, het volgen van regels en sociaal probleemoplossend vermogen.
waaruit bestaan de praktische vaardigheden
persoonlijke verzorging en zaken als veiligheid, verzorging, reizen, gebruik van telefoon en computer.
waaruit bestaan de conceptuele vaardigheden?
heeft betrekking op lezen, schrijven, begrip van cijfers, probleemoplossing en het beoordelen van nieuwe situaties.
Zwakbegaafd, IQ en ontwikkelde leeftijd
iq= 70-85.
leeftijd= 11 en ouder.
licht verstandelijk beperkt, IQ en ontwikkelde leeftijd
IQ= 50/55-70.
leeftijd= 7- 11 jaar.
matige verstandelijk beperkt, IQ en ontwikkelde leeftijd.
IQ= 35/40-50/55.
Leeftijd= 4-7 jaar.
ernstige verstandelijke beperking. IQ en ontwikkelde leeftijd.
IQ= 20/25- 35/40.
Leeftijd= 2-4 jaar.
zeer ernstige verstandelijke beperking. IQ en ontwikkelde leeftijd.
IQ= onder de 20/25.
leeftijd= onder de 2 jaar.
op welke criteria richt de DSM zich
- IQ
- tekort in intellectuele functies.
- tekort in adaptief functioneren.
- tekort beginnen gedurende ontwikkelingsperiode. ( voor 18 jaar).
wat houdt de intellectuele functies in?
redeneren, probleem oplossen, plannen, abstract denken, schools leren, leren door ervaringen.
wat houdt het adaptief functioneren in? 3 domeinen
sociaal domein, conceptuele domein, praktisch domein.
wat zijn mogelijke oorzaken van een verstandelijke beperking?
- genetische afwijking ( chromosomen bij down).
- voor/ tijdens zwangerschap ( alcoholsyndroom , medicatie).
- problemen rond de geboorte, pernitaal.
- oorzaken na de geboorte, postnataal ( hersenvliesontsteking.
Info over Shalock
-deed veel onderzoeken om levenskwaliteit van mensen met een handicap te verbeteren.
- uitgangspunt: behoud van menselijke waardigheid en optimaliseren van kwaliteit van leven.
domein 1 shalock
persoonlijke ontwikkeling:
- ontplooiien van de mogelijkheden die je als mens hebt.
- voor LVB geldt: begeleiders moeten mogelijkheden zien en kansen bieden dit te ontwikkelen. ( kennis van cognitie, sociale en communicatie ontwikkeling).
domein 2 shalock
zelfbepaling:
- zeggenschap die de mens heeft/ kan hebben over zijn eigen leven.
- belangrijk ontwikkelingsidentiteit, autonomie, persoonlijke doelen, waarden en keuze.
domein 3 shalock
persoonlijke relaties:
- interacties, opbouwen en onderhouden van relaties en omgaan met genegenheid en intimiteit.
- sociale netwerken. formeel: vanuit professionele betrokkenheid onderdeel uitmaken. informeel: familie, vrienden etc.
- mensen met lvb vaak klein sociaal netwerk.
3 soorten autonomie?
feitelijke autonomie, relationele autonomie, communicatieve autonomie
wat is communicatieve autonomie
communicatie dient gelijkwaardig plaats te vinden, uitkomst ligt niet op voorhand vast
wat is feitelijke autonomie
het keuzemoment is niet belangrijk, wel of iemand zich prettig voelt bij de gemaakte keuzes ( voeding, activiteiten, regels).
wat is relationele autonomie
zorgrelatie staat centraal. in overleg, begeleiding en ondersteuning ontvangen, dan kiezen welke het beste past.
domein 4 shalock
sociale inclusie:
- toegang die iemand heeft tot openbare diensten/ voorzieningen.
- over erkend en gezien worden.
-over de kans krijgen om sociale rollen te vervullen in de samenleving.
- 2015 WMO.