AK Brazilië Hoofdstuk 1 SE-C

Question 1

4 geografische beeldvormingen

Answer 1

ligging (van plaats, gebieden), relaties (tussen en binnenplaatsen), gebiedskenmerken (natuurlijke kenmerken en inrichting), bewonerskenmerken (demografie)

Question 2

3 vormingen van ijzererts

Answer 2

sedimentatie, gesteentevorming, metamorfose

Question 3

sedimentatie

Answer 3

door toenemende zuurstof concentratie op aarde, trad oxidatie op van ijzer en sloeg het gevormde ijzeroxide neer op de zeebodem

Question 4

gesteentevorming

Answer 4

deze ijzerhoudende sedimentlaag werden samengeperst door de druk van bovenliggende sedimentafzetting

Question 5

metamorfose

Answer 5

door opheffing van deze gesteenten werd de druk zo groot dat er ijzererts gevormd werd

Question 6

klimaten in Brazilië wordt verklaard door

Answer 6

breedteligging, druk -en windsysteem, ligging ten opzicht van de zee, reliëf

Question 7

Gevolg ITCZ op het klimaat van Brazilië

Answer 7

land warmt op -> vocht verdampt -> lucht stijgt op en koelt af -> waterdamp -> condenseert -> stijgingsregen ontstaat

Question 8

ITCZ

Answer 8

Door de stijgende lucht ontstaat er lage luchtdruk

Question 9

erts

Answer 9

gesteente en mineraal waaruit nuttige en economisch interessante stoffen kunnen worden gewonnen.

Question 10

Natuurlijke hulpbronnen

Answer 10

zijn stoffen uit de natuur die van economisch nut zijn.

Question 11

Vorming van Bauxiet (5 vormen)

Answer 11

• Door het vochtige tropische klimaat en de dichte begroeiing van oerwoudvegetatie vond veel chemische verwering plaats.
• Het gesteente viel uiteen in fijne kleideeltjes en het verweringsmateriaal kwam in de laaggelegen omringende bekkens terecht.
• De goed oplosbare kleideeltjes spoelden door de vele neerslag uit.
• De slecht oplosbare aluminium- en ijzer-mineralen bleven boven in de grond achter Lateriet.
• Langzaam werd het lateriet steeds harder Bauxiet.

Question 12

Fossiele energiebron

Answer 12

brandstof die ontstaan is uit planten- en/of dierenresten. ( aardolie, aardgas, steenkool, bruinkool en turf).

Question 13

landschappen komen tot stand door:

Answer 13

• platentektoniek (endogene processen)
• verwering, erosie en sedimentatie (exogene processen)

Question 14

Klimaat Noord-Brazilië

Answer 14

Het noorden van Brazilië ligt dicht bij de evenaar en heeft een tropisch regenwoudklimaat. Temperaturen van 30 graden overdag en ruim 20 graden nachts.

Question 15

klimaat midden van Brazilië

Answer 15

een groot gebied met een savanneklimaat. Dit klimaat heeft een droog seizoen.

Question 16

klimaat In de tropen

Answer 16

de zon schijnt het hele jaar bijna loodrecht boven het aardoppervlak. Daardoor warmt het land sterk op en verdampt veel vocht. Er ontstaan wolken die uitgroeien tot stevige regen- en onweersbuien.

Question 17

windrichtingen Brazilië

Answer 17

Op de Atlantische Oceaan liggen in de omgeving van de keerkringen hogedrukgebieden: een ten noordoosten en een ten zuidoosten van Brazilië. Vanuit de twee hogedrukgebieden waaien winden naar het lagedrukgebied.

Question 18

wat is opvallend aan het klimaat in het noordoosten van Brazilië

Answer 18

Opvallend is dat het noordoosten van Brazilië een steppeklimaat heeft. Dit heeft te maken met de ligging van de bergen.

Question 19

klimaat zuiden van Brazilië

Answer 19

koeler dan het noorden, omdat het verder van de evenaar ligt

Question 20

Mangroven

Answer 20

bos langs modderige tropische en subtropische kusten in zoutmoerassen en slibrijke rivierdelta’s vloedbas

Question 21

Cerrado

Answer 21

savanne in Brazilië met een mix van bomen, struiken en grassen

Question 22

Ilanos

Answer 22

grassavanne- met soms wat bomen

Question 23

Caatinga

Answer 23

droge steppeachtige savanne in het noordoosten van Brazilië met doornachtige struiken.