ak H6 Flashcards

(32 cards)

1
Q

dekzand

A

afzetting van zand door de wind in de laatte ijstijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

glaciaal

A

koude periode waarin de gem temperatuur op aarde een paar fgraden daalt enwaarin zich opm het land uitgestrekte ijskappen vormen (ijstijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gletsjer

A

enorme ijssmassa die langzaam naar beneden schuift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

ijstijd

A

koude periode waarin de gem temperatuur op aarde een paar fgraden daalt enwaarin zich opm het land uitgestrekte ijskappen vormen (glaciaal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

interglaciaal

A

warmere periode tussen 2 ijstijden in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

keileem

A

grondmorene bestaande uit een mengsel van keie, grind, zand en leem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

keileemkoppen

A

door het landijs opgeperste heuvel van keileem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

landijs

A

laag eeuwig sneeuw op het land dat tot ijs is samengeperst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

löss

A

afzetting van fijne deeltjes door de wind in de laatste ijstijd de korrelgrootte zit tussen die van zand en klei in

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

pleistoceen

A

geologisch tijdvak vanaf 2,5 mil-12k jaar geleden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

puinwaaier

A

waaiervormige afzetting die zich vormt als de stroomsnelheid van een rivier snel verminderd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

regiem

A

schommeling id waterafvoer van een revier [ in de loop van het jaar]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

stuwwal

A

door landijs opgedrukte heuvel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

tongbekken

A

door landijs uitgediept rivierdal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vlechtende rivier

A

snelstromende rivier met veel ondiepe waterkloven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

alebdo-effect

A

het effect dat zonlicht weerkaatst op het aardoppervlak

17
Q

diepte erosie

A

uitschurende werking van een rivier, waardoor zich een v dal vromt

18
Q

geologische tijdschaal

A

de indeling vd geschiedenis van de aarde in geologische perioden en tijdvakken

19
Q

glaciale landschapsvormen

A

vorm in het landschap die is ontstaan door landijs/gletsjers

20
Q

grondmorene

A

sediement dat onder onder het ijs ligt en achter blijft als de getsjer smelt

21
Q

natuurlijk broeikaseffect

A

het vasthouden van zonnewarmte op de dampkring

22
Q

verhang

A

het verval per km

23
Q

versterkt broeikaseffect

A

de versterking vh natuurlijk broeikasefffect door toename co2 id lucht

24
Q

verval

A

hoogteverschil tussen 2 plaatsen aan een rivier

25
basisveen
veen dat aan de basis ligt van de holocene afzetting in nederland
26
grondwaterpijl
boventkant vh grondwater
27
hollandveen
veen dat is ontstaand door de verlanding van open water en moerassen het ligt ni delen van West nederland aan de oppervlakte
28
hoogveen
veen dat tijdens het ontstaan hlm afhankelijk is vna regenwater
29
jonge duinen
duinen die zich ongv 800 nc hebben gevormd
30
jonge zeeklei
zeeklei die is afgezet in gebieden die sinds ongeveer het jaar 500 vc door de zee zijn overstroomd
31
laagveen
veen dar onder water is gevormd onafhankelijk van regenwater
32