Algemeen Juridisch Flashcards

(50 cards)

1
Q

Artikel 3 politiewet

A

De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bevoegd gezag openbare orde

A

Burgermeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bevoegd gezag opsporing

A

OvJ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bevoegd gezag hulpverlening

A

Burgermeester

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is recht?

A

Het geheel van regels dat op een bepaald moment geldt in een samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Juridisch recht

A

officiële overheidsregels die volgens een voorgeschreven procedure tot stand zijn gekomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Moreel recht

A

regels die burgers zichzelf opleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het doel van recht

A

Het ordenen van de samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken voor rechtsregels

A
  1. Worden gemaakt door de overheid
  2. Algemeen gelden en
  3. Door de rechter gehandhaafd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Rechtsbronnen

A
  • Wet
  • Jurisprudentie = verzameling van alle rechterlijke uitspraken
  • Internationaal recht
  • Gewoonte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Rechtsbieden

A

Staatsrecht
Strafrecht
Bestuursrecht
Burgerlijk recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Staatsrecht

A

Regelt de organisatie en verhoudingen tussen verschillende overheidsorganen en bepaalt de positie van de burger in de staat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Strafrecht

A

Strafrecht geeft de overheid het recht om straf op te leggen aan personen die bepaalde gedragingen verrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bestuursrecht

A

regels waaraan de overheid zich moet houden als zij het land bestuurd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Burgerlijk recht

A

Burgerlijk recht (civiel recht/privaat recht) regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Publiekrecht

A

overheid vs burger = Strafrecht, Staatsrecht en Bestuursrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Privaatrecht

A

burgers onderling = Burgerlijk recht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Materieel recht

A

Geboden & verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Formeel recht

A

procesregels - Wat mag ik nu? Bevoegdheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wet in formele zin

A

ieder besluit afkomstig van de regering en Staten-Generaal samen en dat tot stand is gekomen volgens de procedure uit de grondwet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wet in materiele zin

A

iedere overheidsregel met algemene werking

22
Q

Rangorde van wetten

A

Internationaal verdrag
Grondwet
Wet in formele zin
AMvB
Ministeriele regeling
Provinciale verordening
Gemeentelijke verordening

23
Q

KENO

A

AAAAVJJ ZUURG91

24
Q

Assistentiesurveillence

A

Surveillance van de noodhulp. 112-meldingen tot IGP opdrachten(informatie gestuurde politie)

25
Belastende vragen
Een vraag die je stelt over het strafbare feit waarmee een verdachte zich kan schaden
26
Rechten van een verdachte
- Meedelen strafbaar feit 27c-1 - Recht op rechtsbijstand 28 - Recht op verdediging 27c-3 - Niet tot antwoorden verplicht art 29 - Recht op een tolk 27-4
27
Trias politica
Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
28
Gekwalificeerd delict
een delict dat onder bijzondere omstandigheden zwaarder wordt bestraft
29
Klachtenprocedure
Online of per brief, binnen 5 dagen contact met klachtenbehandelaar. Daarna gesprek met leidinggevende en klachtenbehandelaar. Als dat niet genoeg is gaat de klacht naar politiechef en klachtencommissie.
30
Gevonden voorwerp
Altijd melding maken. Naar gemeente brengen of zelf bewaren. Na een jaar kan de vinder eigenaar worden
31
Toezichthouder
Rol bij een gedraging, AWB
32
Wet Mulder
Lichtere verkeersovertredingen, zoals snelheidsovertredingen, fout parkeren en rijden door rood licht, vallen niet onder het strafrecht. Deze worden langs administratiefrechtelijke weg af gedaan.
33
Opsporingsambtenaar
Rol bij een strafbaar feit, WvSV
34
Heterdaad bestandsdelen
Wanneer het strafbare feit ontdekt wordt, terwijl het begaan wordt of terstond nadat het begaan is
35
Art 8 politiewet
vorderen van inzage van een identiteitsbewijs voor zover dat redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van de politietaak
36
Art 27 strafvordering
Wat is een verdachte? feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden schuld aan een strafbaar feit
37
Art 52 strafvordering
de identiteit van de verdachte vast te stellen en hem daartoe staande te houden.
38
Art 55b strafvordering
een staande gehouden of aangehouden verdachte, aan zijn kleding te onderzoeken, alsmede voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich mee voert, voor de vaststelling van zijn identiteit
39
Art 447e strafrecht
Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden
40
Art 447e WvS
Niet voldoen aan vordering ID bewijs
41
Diefstal
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie. Art 310 WvS
42
Vernieling
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie. Art 350 WvS
43
Mishandeling
Het opzettelijk aan een ander toebrengen van lichamelijk letsel of pijn, het opzettelijk benadelen van de gezondheid alsmede – onder omstandigheden – het opzettelijk bij een ander teweegbrengen van een min of meer hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam, een en ander zonder dat daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. Art 300 WvS
44
Inbeslagname gronden
Onttrekken verkeer Waarheidsvinding Wederrechtelijk verkregen voordeel Verbeurdverklaring
45
Wat is een pd?
Waar het delict of een deel van het delict is gepleegd Waar sporen mbt het delict aanwezig zijn
46
47
Aan welke wettelijke vereisten moeten processen-verbaal voldoen?
- Het moet ten spoedigste opgemaakt worden - Het pv wordt persoonlijk opgemaakt - In het pv wordt zoveel mogelijk de redenen van wetenschap weergegeven - Het pv wordt opgemaakt op ambtsbelofte
48
Aanhouding buiten heterdaad
Op bevoegd gezag OvJ. Als het niet afgewacht kan worden getrapte bevoegdheid
49
Wat is een klachtdelict?
Een misdrijf is een klachtdelict als deze wordt gepleegd door een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of door een bloed- of aanverwant uit de zijlijn tot en met de tweede graad. In alle andere gevallen is er geen sprake van een klachtdelict
50
Wie mag een klachtdelict opnemen?
Een hovj