algemeen onderzoek Flashcards

1
Q

Algemene indruk

A
  • bewustzijnsniveau
  • gedrag
  • houding
  • gang
  • lichaamsbouw
  • voedingstoestand
  • vacht en verzorgingstoestand
  • abnormale geluiden
  • IHOSKA’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Anamnese

A
  • reden bezoek / iatotrope probleem
  • aard vd klacht
  • duur vd klacht
  • verloop vd klacht
  • behandeling ingesteld? zo ja, effect?
  • algemeen functioneren: eten, drinken, poepen, plassen
  • gedrags(sveranderingen)
  • activiteit/hoeveelheid beweging
  • gebruiksdoel / binnen of buiten kat?
  • huisvesting
  • contact met andere dieren
  • aard en hoeveelheid voer
  • buitenlandanamnese
  • voorgeschiedenis (ziekten, behandelingen, operaties, medicatie)
  • gezondheid mens en dier in omgeving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Signalement

A
  • diersoort
  • ras
  • geslacht
  • leeftijds(schatting)
  • kleur en aftekeningen
  • bijzondere kenmerken (chip, tattoo, geamputeerde staart etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Algemeen onderzoek (opbouw)

A

1) ademhaling/adembewegingen
2) pols
3) lichaamstemperatuur
- HBH
- slijmvliezen
- lymfeknopen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

AO: ademhaling

A
  • diepte
  • type ademhaling (costoabdominaal?)
  • ritme/regelmaat
  • ademfrequentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

AO: pols

hond & kat

A
- kwaliteit
> kracht (amplitude)
> equaliteit
> vorm (steil/breed)
> vulling
- ritme/regelmaat
- uitval (geen uitval = synchroon)
- frequentie
- symmetrie

referentie: KRESS
krachtig, regelmatig, equaal, symmetrisch en synchroon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

AO: pols

paard en rund

A
- kwaliteit
> kracht (amplitude)
> equaliteit
> vorm
> vulling
- ritme / regelmaat
- frequentie

(dus geen uitval en symmetrie!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

AO: lichaamstemperatuur

A
  • staarttonus
  • reinheid perineum
  • stand anus
  • anusreflex
  • tonus recti
  • lichaamstemperatuur
  • aanklevende feces beoordelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

AO: huid, beharing en hoornige structuren

A

VACHT

  • vachttype
  • algemene inspectie: glad glanzend aaneengesloten?
  • lokale inspectie: dichtheid, losse haren, ectoparasieten?

HUID

  • geur, kleur*, bloedingen en laesies
  • verticale huidplooi pakken, benoem turgor, dikte, oplichtbaarheid en sensibiliteit
  • temp. extremiteiten: oren, onderbenen (lippen, staart)
  • oedeem (romp ventraal, carpi en tarsi)
  • inspectie klauwen/hoef/nagels en kroonrand
    • bij rund kleur uierhuid, bij hond in liesstreek of binnenkant oor, paard planum nasale

HOORNIGE STRUCTUREN

  • overgang huid-hoorn
  • grootte
  • vorm
  • kleur
  • pijnlijkheid
  • aard van het oppervlak
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

AO: slijmvliezen

kip

A

OOG
- cornea
> glad, glanzend, doorzichtig, vochtig, reflecterend, sferisch
- onderste conjunctivaalzak
> kleur, vochtigheid, bloedingen en laesies, oedeem, aspect, exsudaat, aanwezigheid rode stip (= hyperplasie lymfatisch weefsel)

BEK
- choanae
- larynx
- snavellijsten
- tong
- oesphagus
> kleur, vochtigheid, bloedingen en laesies, exsudaat, oedeem, aspect

CLOACA
- cloaca en omgeving
> kleur, vochtigheid, bloedingen en laesies, oedeem, exsudaat, aspect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

AO: slijmvliezen

A

MONDSLIJMVLIES (lip optillen)

  • kleur
  • vochtigheid
  • bloedingen en laesies
  • CRT

SCLERA = oogwit

  • kleur
  • episcerale vaatinjectie = verhoogde doorbloeding

CONJUNCTIVA = oogslijmvlies

  • kleur
  • vochtigheid
  • bloedingen en laesies

EXTRA BIJ PAARD EN RUND

  • neusslijmvlies
  • vulvaslijmvlies (bij indicatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

AO: lymfeknopen

waar let je op

A
  • grootte
  • vorm
  • consistentie
  • verplaatsbaarheid
  • pijnlijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AO: lymfeknopen

hond en kat

A
  • lnn. mandibularis WEL
  • ln. retropharyngealis NIET
  • lnn. prescapularis = lnn. cervicalis superficialis WEL
  • lnn. axillaris NIET
  • lnn. axillaris accessoirus NIET
  • lnn. inguinalis superficialis NIET*
  • lnn. poplitei WEL
  • bij kat en teef meestal niet palpabel, bij reu meestal WEL
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

AO: lymfeknopen

paard

A

altijd palperen:

  • lnn. mandibularis WEL
  • ln. retropharyngealis NIET

alleen bij indicatie palperen:

  • lnn. prescapularis = lnn. cervicalis superficialis
  • lnn. subiliaci
  • lnn. mammarii
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

AO: lymfeknopen

rund

A
  • lnn. mandibularis WEL
  • lnn. retropharyngealis NIET
  • lnn. cervicualis superficialis = lnn. prescapularis = boeglymfeknoop WEL
  • lnn. subiliaci = vanglymfeknoop (in liesplooi) WEL?
  • lnn. mammarii = uierlymfeknoop NIET
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

AO: lymfeknopen

kip

A

kippen hebben geen lymfeknopen