algemene didactiek cursus begrippenlijst Flashcards

(76 cards)

1
Q

Wat houdt het Aanschouwelijk, Schematisch Abstract (ASA-principe) in?

A

Dit principe houdt in dat je bij het aanleren eerst aanschouwelijk werkt, dan schematisch en ten slotte abstract.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het Aanschouwelijkheidsprincipe?

A

Dit principe houdt in dat nieuwe leerinhouden door middel van de zintuigen moeten worden waargenomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat houdt Activerende, taalontwikkelende en coöperatieve werkvormen in?

A

Laten leerlingen actief aan de slag gaan met de leerinhoud. Ze ontwikkelen daarbij andere vaardigheden en maken gebruik van situaties uit de praktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het Activiteitsprincipe?

A

Het activiteitsprincipe houdt in dat je je leerlingen in het didactisch proces een zo actief mogelijke rol toebedeelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekent Analytisch aanbieden van leerinhoud?

A

Van analytische ordening spreken we als eerst het geheel wordt besproken en daarna de afzonderlijke delen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een Attitudinaal doel?

A

Na te streven doelen die houdingen bij leerlingen proberen te bestendigen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat houdt Backward design in?

A

Ontwerpprincipe dat begint bij het einde: de gewenste leeruitkomsten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het Beperkingsprincipe?

A

Het beperkingsprincipe houdt in dat je de doelen en leerinhouden van een les beperkt tot de essentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een Brainstorm?

A

Een bekende methode met als doel om snel en zo veel mogelijk ideeën over een bepaald onderwerp los te weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een Carrouseldiscussie?

A

Hierbij wordt er een binnenkring en buitenkring gevormd, waarbij de binnenkring een stelling verdedigt en de buitenkring de stelling aanvalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn Cognitieve doelen?

A

(Verstandelijke) doelen voor alles wat met kennis en inzichten te maken heeft: denken, onthouden, redeneren, lezen, rekenen,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is Complementair groepswerk?

A

Groepswerk waarbij alle groepjes aan een verschillende taak werken. De resultaten worden achteraf in plenum samengebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is Constructive alignment?

A

Ontwerpen van een les door het op elkaar afstemmen van de vooropgestelde competenties, de leer- en onderwijsactiviteiten en de evaluaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is Contractwerk?

A

Contractwerk is een organisatievorm waarbij, voor de individuele leerling een activiteitenpakket voor een bepaalde periode formeel wordt vastgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een Debat?

A

Het debat is een geschikte vorm om controversiële onderwerpen aan bod te laten komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent Deductief aanbieden van leerstof?

A

De ordening waarbij eerst het algemene en pas daarna het bijzondere wordt behandeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een Demonstratie?

A

De demonstratie is een didactische werkvorm waarbij de leerkracht iets voordoet, terwijl de leerlingen toekijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is Directe Instructie?

A

Een manier van lesgeven waarbij de leerkracht uitlegt en voordoet, waarna de leerlingen de gelegenheid krijgen om verder te oefenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt Doceren in?

A

Leerkrachtgestuurde werkvorm waarbij de lesgever de leerstof vertelt, met een minimum aan interactie met de doelgroep.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is een Drie hoeken discussie?

A

Bij een drie hoeken discussie kan de groep opgesplitst worden in ‘pro’, ‘contra’ of ‘ik weet het nog niet’ groepen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn Dynamisch-affectieve doelen?

A

Doelen voor alles wat met attitudes, sociale aspecten, affectieve en emotionele aspecten te maken heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn Educatieve spelen?

A

Educatieve spelen proberen de werkelijkheid na te bootsen en worden in een klascontext gebruikt om eindtermen te bereiken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een Eindterm?

A

Beknopte omschrijvingen van de kennis, inzichten en vaardigheden waarover een leerling of student aan het eind van een opleiding minimaal zou moeten beschikken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is Ervaringsgericht onderwijs?

A

Ervaringsgericht onderwijs steunt op drie pijlers: vrij initiatief, milieuverrijking en ervaringsgerichte dialoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is een Excursie?
Een educatieve uitstap die kan variëren in tijdsduur, doelen en grootte van de groepen.
26
Wat betekent Exemplarisch aanbieden van leerinhoud?
In plaats van de hele leerstof te behandelen, kan je bepaalde thema’s of voorbeelden uit het leerplan nemen.
27
Wat is Extrinsieke motivatie?
Leren omwille van een bepaald doel dat extern is aangebracht.
28
Wat is Formatieve evaluatie?
Formatieve evaluatie is gericht op het optimaal functioneren van alle leerlingen en beschouwt evaluatie als een middel tot leren.
29
Wat is een Forum of paneldiscussie?
Na een uiteenzetting vindt een uitwisseling van standpunten plaats met forumleden voor de groep.
30
Wat zijn Gedragsbeschrijvingen?
Een vorm van systematische observatie die betrekking heeft op anekdotische gegevens.
31
Wat is Geïntegreerd onderwijs?
In het geïntegreerd onderwijs is de levenswerkelijkheid zelf uitgangspunt en onderwerp voor het onderwijs.
32
Wat is het Geleidelijkheidsprincipe?
Je verdeelt de leerstof in ‘verteerbare delen’ en biedt je leerstof geleidelijk aan.
33
Wat is Gemengd groepswerk?
Een tussenvorm tussen parallel en gemengd groepswerk, waarbij de eerste taak gelijk is en de volgende taken verschillend.
34
Wat is de Gevalsmethode?
Bij de gevalsmethode bespreek je concrete en realistische gevallen en situaties.
35
Wat is het Globaal Analytisch Synthetisch aanbieden van leerinhoud (GAS-principe)?
Je vertrekt vanuit een geheel, dat je vervolgens analyseert en systematisch uitdiept.
36
Wat is een Groepsdiscussie?
Een doelgerichte, mondelinge communicatie van gedachten en feiten, gericht op principes en oplossingen.
37
Wat is Groepswerk?
Bij het groepswerk wordt samenwerken gebruikt als middel om te leren.
38
Wat is het Herhalingsprincipe?
Het herhalingsprincipe wijst erop dat je de leerstof en lesdoelen voldoende herhaalt voor een goed leerresultaat.
39
Wat is Hoekenwerk?
Een vorm van interne differentiatie, waarbij leerlingen in ‘hoeken’ werken om op eigen ritme en niveau te leren.
40
Wat is het Individualisatie- en zorgverbredingsprincipe?
Het principe houdt rekening met de individuele leerling en de verschillen tussen leerlingen.
41
Wat betekent Inductief aanbieden van leerstof?
De ordening van concreet naar algemeen of van het bijzondere naar het algemene.
42
Wat is het Integratieprincipe?
Het koppelen van nieuw geleerde aan wat de leerling al weet.
43
Wat is Intrinsieke motivatie?
Leren omwille van het leren zelf.
44
Wat zijn Klasgesprek en kringgesprek?
Gesprekken waarbij de leerkracht op de achtergrond blijft en de leerlingen aan bod komen.
45
Wat is een Leerdoel?
Overkoepelend doel dat je in meerdere lessen tracht te bereiken.
46
Wat is een Leergesprek of evaluatiegesprek?
Bij deze vorm worden oplossingsmethoden en oplossingen klassikaal voorgesteld en beoordeeld.
47
Wat is een leerdoel?
Een overkoepelend doel dat je in meerdere lessen tracht te bereiken, eindtermen en leerplandoelen zijn leerdoelen.
48
Wat is een leergesprek of evaluatiegesprek?
Bij deze vorm van leergesprek worden de oplossingsmethoden en oplossingen van een vooraf opgegeven opdracht klassikaal voorgesteld en beoordeeld.
49
Wat is een leerlingentekst?
Een leerlingentekst, -bundel, -cursus zijn verschillende benamingen voor hetzelfde werkdocument voor leerlingen.
50
Wat zijn de voorwaarden waaraan een lesdoel moet voldoen?
Leerlinggericht, concreet, waarneembaar en minimumprestaties.
51
Wat is een leermiddel?
Verzamelnaam voor alle didactische materialen dat je gebruikt om je les te ondersteunen.
52
Wat is een leerplandoel?
Doel zoals opgenomen in een leerplan, soms nog een ‘vertaling’ van een eindterm.
53
Wat is het motivatie- of belangstellingsprincipe?
Het principe houdt in dat je de onderwijsleersituatie zo organiseert, dat je leerlingen graag leren.
54
Wat houdt multi-sensoriële manier van werken in?
Verschillende zintuigen aanspreken bij verwerving van leerstof.
55
Wat is een onderwijsleergesprek?
Een sterk geleid en heel gestructureerd gesprek, waarbij de leerlingen stapsgewijs door het stellen van vragen tot bepaalde inzichten komen.
56
Wat zijn ontwikkelingsdoelen in het Vlaamse onderwijs?
Een geheel van doelen die de overheid wenselijk acht voor zoveel mogelijk leerlingen van een leerlingenpopulatie.
57
Wat is ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO)?
Thematisch onderwijs rond alledaagse activiteiten, gebaseerd op de theorie van Vygotsky.
58
Wat is de opdracht als werkvorm?
De leerling moet er blijk van geven, te kunnen omgaan met informatie en het geleerde te kunnen toepassen.
59
Wat is parallel groepswerk?
Groepswerk waarbij alle groepjes aan dezelfde taak werken.
60
Wat is een practicum?
Een werkvorm waarbij alle leerlingen een praktische activiteit uitvoeren.
61
Wat is probleemgestuurd onderwijs?
Leerlingen werken aan taken zoals probleemtaken, actietaken, studietaken, waarbij boeken en casussen als uitgangspunt dienen.
62
Wat is projectwerk?
Actief onderwijs gericht op de belangstelling van leerlingen en met aandacht voor het groepsverband.
63
Wat zijn psychomotorische doelen?
(Lichamelijke) doelen voor alles wat het lichaam en bewegen betreft.
64
Wat zijn ReDiCoDis-maatregelen?
Maatregelen die kaderen in het zorgbeleid van een school, zoals remediërende en differentiëren maatregelen.
65
Wat is een rollenspel?
Een groepswerk waarbij deelnemers de rol van iemand anders aannemen en zich in die rol inleven.
66
Wat is een simulatiespel?
Een spel met een bepaalde structuur en eisen ten opzichte van de te spelen rollen.
67
Wat zijn sleutelcompetenties?
Een complex geheel van algemene en transferabele kennis, vaardigheden en houdingen.
68
Wat is een SMA-schema?
Een schema met drie kolommen dat een praktijkleerkracht en leerlingen kan ondersteunen bij een demonstratie.
69
Wat is synthetisch aanbieden van leerinhoud?
Leerlingen worden tot de kennis van het geheel gebracht vanuit de verschillende delen van de leerstof.
70
Wat zijn transversale doelen?
Doelen die vakoverschrijdend aangeboden dienen te worden.
71
Wat is UDL – Universal Design for Learning?
De leerkracht maakt de lessen toegankelijker en uitdagender voor een verscheiden groep.
72
Wat is een verbredingsdoel?
De inhoud van de basisdoelen wordt uitgebreid met nieuwe begrippen en inhouden.
73
Wat is een verdiepingsdoel?
De complexiteit van de verwerking binnen dezelfde leerinhouden wordt vergroot.
74
Wat houdt vertellen in als didactische methode?
De nadruk ligt op het scheppen van een affectief klimaat.
75
Wat is een werkblad?
Een blad met lesdoelen, oefeningen, opdrachten, casussen om leerstof te verwerken.
76
Wat is een zelfstudiepakket?
Een individueel programma waarbij de leerling geordende studietaken uitvoert.