Alle onderwerpen Flashcards

(65 cards)

1
Q

“Krijgswetenschappen” definitie

A

Bestudeert fenomeen oorlog en oorlogvoering (warfare) en stelt daarin de inzet van militaire middelen centraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

“Oorlog” als begrip

A

Toestand waar 2 of meer partijen (groeperingen, landen, non-state actoren) met elkaar met geweld proberen hun wil op te leggen ten einde eigen doelstellingen (politiek)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat bestudeert de krijgswetenschappen?

A

Het fenomeen oorlog en oorlogvoering, met de inzet van militaire middelen centraal.

Krijgswetenschappen omvatten de studie van strategische, operationele en tactische aspecten van oorlogvoering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Definieer ‘Oorlog’.

A

Een toestand waarbij twee of meer partijen elkaar met geweld proberen hun wil op te leggen om politieke doelstellingen te verwezenlijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt oorlog gezien volgens Clausewitz?

A

Als een voortzetting van politieke relaties met andere middelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Noem de categoriseringen van oorlog.

A
  • Interstate armed conflict
  • Intrastate armed conflict
  • Internationalized intrastate armed conflict
  • Non-state armed conflict
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat omvat het begrip ‘Strategie’?

A

Wat ik wil bereiken (Ends), op welke wijze (Ways) ik mijn middelen (Means) inzet, en welke risico’s (Risks) er zijn.
CONCEPT VERBINDING

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is strategische compressie?

A

Het in elkaar drukken van verschillende niveaus van optreden zodat deze met elkaar verbonden zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn joint functies van militair optreden?

A

Conceptueel hulpmiddel voor commandant en staf bij het integreren, synchroniseren en dirigeren van capaciteiten en activiteiten bij operaties.

  • Commandovoering
  • Manoeuvre en beïnvloeding
  • Inlichtingen
  • Bescherming
  • Voortzettingsvermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem enkele functies van Militair Optreden.

A
  • Commandovoering
  • Manoeuvre en beïnvloeding
  • Inlichtingen
  • Bescherming
  • Voortzettingsvermogen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn militaire grondbeginselen?

A
  • Behoud van moreel
  • Concentratie
  • Eenheid van inspanning
  • Flexibiliteit
  • Legitimiteit
  • Verassing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Definieer ‘Coercion’.

A

Afdwingende strategie
- detterence: prevent an actor from acting
- compellence: force an actor to act

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is ‘Deterrence’?

A

Andere partij overreden om iets niet te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de types van deterrence?

A
  • deterrence by punishment
  • deterrence by denial
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is ‘Compellence’?

A

Andere partij dwingen om iets te doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de functies van de Noordzee? (zee als medium)

A
  • Transport
  • Bron van (grond)stoffen
  • Natuurgebied
  • Infrastructuur
  • Visserij
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat zijn de karakteristieken van seapower?

A
  • Access
  • Mobility
  • Lift capacity
  • Posture
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de algemene kenmerken van strijd ter zee?

A
  • Zeeslag is een confrontatie tussen technische systemen
  • Zee biedt gelijke manoeuvreruimte
  • Geen front, verhouding slagkracht is belangrijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Noem de typen schepen.

A
  • Battle fleet
  • Cruisers
  • Home fleet
  • Amphib fleet
  • Support fleet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn de rollen van maritiem optreden?

A
  • Maritieme assistentie (diplomatiek)
  • Veiligheidsoperaties (juridisch)
  • Gevechtsoperaties (militair)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van het landdomein?

A
  • Politiek belang
  • Verscheidenheid (variety)
  • Friction
  • Dekking (opacity)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat zijn de attributen van landstrijdkrachten?

A
  • Complexiteit
  • Veelzijdigheid (versatile)
  • Vasthoudenheid (persistent)
  • Besluitvaardigheid (decisive)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Definieer ‘Operation’.

A

Een operatie is een reeks gecoördineerde acties met een gedefinieerd doel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de twee defensieve manoeuvrevormen?

A
  • Mobiele verdediging
  • Gebiedsverdediging
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat zijn de fundamentele rollen van air power?
* Control of the air * Offensive counter air * Defensive counter air * Air attack * Strategic attack * Counter-Land Operations * Counter-Maritime Operations * Air mobility
26
Wat zijn de beperkingen van air power?
* Tijdelijkheid * Afhankelijk van infra/ondersteuning * Weer * Beperkte lading * Schaarste/kosten
27
Definieer 'ISR'.
Een geïntegreerd proces waarin inlichtingen en operaties samenwerken om verzamelcapaciteiten te synchroniseren.
28
Wat is het doel van 'Control of the Air'?
Het verkrijgen van en/of behouden van luchtoverwicht voor vrijheid van handelen.
29
Wat is de definitie van 'Air Mobility'?
Verplaatsen van personeel en materieel van A naar B, middels vastvleugelige vliegtuigen en helikopters.
30
Wat zijn de meest dominante air power theorieën?
Strategisch effect, Tactisch effect ## Footnote Strategisch effect verwijst naar de onafhankelijke aanval op het hart van de vijand, terwijl tactisch effect ondersteuning biedt aan oppervlakte eenheden.
31
Wat is het uitgangspunt van Mitchell met betrekking tot luchtoverwicht?
Luchtoverwicht is voorwaarde voor alle andere militaire operaties ## Footnote Mitchell stelde dat het vernietigen van vitale centra leidt tot ineenstorting van het burgermoreel.
32
Wat was de Duitse airpower strategie gericht op?
Vernietigen van vijandelijke luchtmachten, voorkomen van verplaatsing vijandelijke eenheden, ondersteunen van legerformaties ## Footnote Dit omvatte ook het stilleggen van wapenfabrieken.
33
Wat houdt de 'Diepe operatie' van Mikhail Tukhachevsky in?
Manoeuvre, gelijktijdige activiteiten, inzet van Airborne eenheden ## Footnote De nadruk ligt meer op steun aan het grondleger.
34
Wat zijn de drie fases van Flexible Respons?
Direct defence, Deliberate escalation, General nucleair response
35
Wat is de theorie van John Richard Boyd?
Tegenstander verlammen, besluitvorming van tegenstander misleiden ## Footnote Boyd benadrukte dat operaties snel, onvoorspelbaar en gewelddadig moeten zijn.
36
Hoe bekijkt John Ashley Warden de tegenstander?
Als een systeem met 5 ringen: Leiderschap, Brandstof, Infrastructuur, Bevolking, Legers ## Footnote Dit model richt zich op het fysiek verlammen van de tegenstander.
37
Wat zijn de zes functionele gebieden van het ruimtedomein?
* Satelliet communicatie (SATCOM) * Intelligence, surveillance & reconnaissance (ISR) * Positioning, navigation & timing (PNT) * Space Situational Awareness (SSA) * Meteorologie & Oceanografie (METOC) * Shared Early Warning (SEW) ## Footnote Deze gebieden zijn cruciaal voor militaire operaties in de ruimte.
38
Wat zijn de drie hoofdtaken van Defensie?
* Bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied * Bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit * Ondersteuning van civiele autoriteiten bij handhaving van de openbare orde ## Footnote Deze taken zijn essentieel voor nationale veiligheid.
39
Wat is de definitie van irreguliere oorlogsvoering?
Gewelddadige strijd waarbij niet-statelijke actoren en staten betrokken zijn om macht, controle en legitimiteit te vestigen ## Footnote Dit omvat gewelddadige gewapende groepen die optreden als staatsgevolmachtigden.
40
Wat zijn de vijf activiteiten in irreguliere oorlogsvoering?
* Counter-terrorism * Counter-insurgency (COIN) * Stability operations * Security force assistance * Unconventional warfare ## Footnote Deze activiteiten zijn gericht op het onder controle krijgen van opstanden en het stabiliseren van gebieden.
41
Wat zijn de kenmerken van Multi Domain Operations (MDO)?
Activiteiten vanuit meerdere domeinen met effecten in meerdere dimensies ## Footnote Dit omvat virtuele, cognitieve en fysieke dimensies.
42
Wat is het verschil tussen joint, combined en multi domain operaties?
* Joint: 2 of meer OPCO’s samen * Combined: 2 of meer landen samen * Multi Domain: Activiteiten vanuit meerdere domeinen ## Footnote Multi Domain operaties zijn essentieel voor het reageren op multi domain aanvallen.
43
Wat zijn de tactische karakteristieken van een orbit?
* LEO (500km) * MEO (20,000km) * GEO (36,000km) * HEO (Highly Elliptical Orbit) ## Footnote Deze orbits zijn cruciaal voor satellietoperaties.
44
Wat is de rol van Deterrence in militaire strategie?
Zo overtuigend afschrikken dat inzet niet nodig is
45
Wat houdt de term 'hybride oorlog' in?
Combinatie van regulier en irregulier optreden ## Footnote Irregulier optreden is vaak een reactie op succesvol regulier offensief.
46
Wat is de betekenis van 'Protracted warfare' volgens Mao?
Model in 3 fasen: Volksmobilisatie, Guerrilla-oorlogvoering, Reguliere oorlogvoering ## Footnote Dit benadrukt de noodzaak van politieke en ideologische steun.
47
Wat zijn de dimensies van MDO?
Virtueel, Cognitief, Fysiek ## Footnote MDO staat voor Multi-Domain Operations, wat verwijst naar de integratie van verschillende operationele gebieden.
48
Noem de domeinen van MDO.
Land, Maritiem, Lucht, Space, Cyber ## Footnote Deze domeinen zijn essentieel voor een effectieve multi-domain strategie.
49
Waarom is MDO belangrijk?
Als je niet met multi domain optreedt tegen een multi domain aanval, dan verlies je het verschil per definitie.
50
Wat zijn de drie paden naar militaire verandering volgens Farrell (2005)?
Innovation: developing new technologies, tactics, strategies and structures (involves major change) Adaption: adjusting existing military means and methods Emulation: importing new tools and ways of war through imitation of other military organizations
51
Wat houdt innovatie in binnen militaire context?
Ontwikkelen van nieuwe technologieën, tactieken, strategieën en structuren; omvat grote verandering.
52
Wat is aanpassing in militaire termen?
Aanpassen van bestaande militaire middelen en methoden; kan leiden tot innovatie.
53
Wat is emulatie volgens Farrell (2005)?
Importeren van nieuwe tools en manieren van oorlogvoering door imitatie van andere militaire organisaties.
54
Wat zijn de vier tools van doctrine volgens Hoiback?
Authority, Tool of change, A-Rating, Tool of education, Rationality ## Footnote Deze tools zijn belangrijk voor de ontwikkeling en uitvoering van militaire doctrines.
55
Noem de drie elementen van commandovoering.
Leiderschap, Besluitvorming, Bevelvoering
56
Wat zijn de pijlers van commandovoering?
Netwerk benadering, Opdrachtgerichte benadering, Effectgerichte benadering
57
Wat zijn de principes van Command & Control (COV)?
Unity of command, Clear chain of command, Continuity of command, Integration of command, Interoperabiliteit
58
Wat zijn de hoofdtaken van Defensie?
Bescherming van eigen en NAVO-grondgebied, Bevorderen internationale stabiliteit en rechtsorde, Ondersteuning civiele autoriteiten
59
Wat zijn de verschillende niveaus binnen het NAVO Command & Control?
North Atlantic Council, Military Committee, Supreme Headquarters Allied Powers Europe, Joint Forces Command, Air Command, Land Command, Maritime Command, Special Operations Command
60
Wat is het verschil tussen Command en Control?
Command = Ik bepaal hoe, Control = Zorgen dat het zo blijft gaan
61
Geef een voorbeeld van het verschil tussen Command en Control.
Componist = Command, Bladmuziek en dirigent = Control
62
Wat zijn de twee belangrijke ondersteunende aspecten van besluitvorming?
Operational art, Operational science
63
Wat zijn de politietaken KMar?
Handhaving van de openbare orde (gezag burgermeester), strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (gezag OM) en taken den dienste van justitie (gezag minister van Justitie)
64
Karaktereigenschappen Nationale Operaties?
Gezagverhouding (niet commandant maar civiele gezagdrager staat centraal), juridisch kader (driedelig Ducheine), autorisatie, taal & cultuur
65
Wat zijn de vormen van inzet van de krijgsmacht (driedelig Ducheine)?
1) Bescherming territoir 2) Rechtshandhaving 3) Ondersteuning