alles Flashcards

(21 cards)

1
Q

definitie gegenereerde spanning

A

gegenereerde spanning is de spanning die ontstaat als gevolg van een mechanische beweging van een spoel of geleider t.o.v. een magnetisch veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

formule van ggs

A

𝐸=βˆ’π‘. βˆ†Ξ¦/Δ𝑑

𝐸=𝐡.𝑙.𝑣.𝑠𝑖𝑛𝛼

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

toepassingen ggs

A

generator, bv. windmolens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschijnsel verklaren ggs

A

een geider snijdt de veldlijnen waardoor de meter naar links of rechts uitwijkt naargelang de zin.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wet van Lenz

A

Een gegenereerde spanning ontstaat door omsloten fluxverandering en verzet zich tegen haar ontstaansoorzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

factoren gegeneerde spanning

A
  • Fluxdichtheid v/h magnetisch veld
  • snelheid waarmee de geleider beweegt
  • lengte v/d geleider
  • de hoek waarmee de geleider de veldlijnen snijdt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wervelstroom

A

een geleidend materiaal in een magnetisch veld ondervindt een remming van beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beperking wervelstroom

A
  • magnetische geleidbaarheid verminderen

- de geleider opdelen of β€œlamelleren”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

toepassingen wervelstroom

A

de draaisnelheid van een motor kunnen aanpassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

verschijnsel verklaren wederzijdse inductie

A

door een spanning (I1) onstaat er een fluxverandering, die fluxverandering werkt zijn oorsprong tegen en creert tegengestelde veldlijen. Door die veldlijnen ontstaat er ook en fluxverandering in de 2de cirkel waardoor een spanning (I2) ontstaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

formule wederzijdse inductiespanning

A

𝐸=βˆ’π‘€. Δ𝐼/ Δ𝑑

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is k

A

een coefficient tussen 0 en 1 dat zegt hoeveel procent vd veldlijnen spoel 2 omsluiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wet van hopkinson

A

Ξ¦=𝑁.𝐼 / π‘…π‘š

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

zelfinductie verschijnsel verklaren

A

2 spoelen op 1 spoel dat een inductiespanning op elkaar uitvoeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

zuivere zelfinductie

A

inductie waarbij de koppelcoefficient verwaarloosd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

factoren opgehoopte energie

A
  • gemiddelde inductiewaarde
  • tijd
  • inductiecoefficient
  • spanning
17
Q

formule tijdsconstante

A

𝜏=𝐿/𝑅

18
Q

nadeel onderbreken inductieve kring

A

er ontstaat een hoge spanning over de schakelaar waardoor hij beschadigt kan worden

19
Q

nadelen onderbreken inductieve kring verminderen

A
  • een weerstand plaatsen
  • een diode plaatsen
  • een condenstaor plaatsen
20
Q

wat is een transformator

A

een transformator is een statisch toestel dat wisselspanning omzet in wisselspanning met een gelijke frequentie

21
Q

formule transformator

A

𝐸𝑝/𝐸𝑠=π‘ˆπ‘/π‘ˆπ‘₯=𝐼𝑠/𝐼𝑝=𝑁𝑝/𝑁π‘