Alles Flashcards

1
Q

Werking haarcellen bij licht tot matig gehoorverlies

A

Haarcellen in (gezonde) cochlea à auditieve signalen om in elektrische pulsen à sturen door naar auditieve cortex
Sensorineuraal gehoorverlies à haarcellen zijn beschadigd
Licht tot matig beschadigde haarcellen kunnen versterkt auditief signaal nog doorgeven aan auditieve cortex
DUS: kinderen met licht tot matig gehoorverlies ku dus met versterking van hoortoestellen nog stille en matige spraak horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Werking haarcellen bij ernstig tot zeer ernstig gehoorverlies

A

Ernstig tot zeer ernstig sensorineuraal GV à beschadigd zodat ze door krachtige auditieve versterking geen stille geluiden ku doorgeven aan auditieve cortex
Oplossing: cochleair implantaat: omzeilen beschadigde cochlea (haarcellen ervan) en stimuleren rechtstreeks auditieve zenuwvezels dmv gecodeerde elektrische pulsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer eerste implantatie en vertel hier iets over

A

Eerste implantatie; 25 februari 1957 in Parijs door Andre Djourno en Charles Eyries à wereld CI-dag

Djourno = wetenschapper die deel carriere wijdde aan prod v implanteerbare inductiespoelen voor telestimulatie

Eyries = NKO-arts

  • Werkten samen om elektrode te plaatsen ifv telestimulatie vh auditieve systeem bij persoon bilateraal doof en facialisparalyse
  • Patient kon hoge en lage freq van elkaar onderscheiden en leerde achtergrondlawaai en woorden apprecieren (kwam nooit tot spraakverstaan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie is Graeme Clark

A

Onderzoek naar ontw implant met meerdere kanalen à Graeme Clark

Clark voerde zijn eerste implantatie uit in 1978, tegen 1981 aantonen dat CL spraak konden verstaan in open set zonder hulp van visuele spraakperceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Evolutie implantatie

A

Pas sinds 1990 kinderen vanaf 2 jaar kandidaat à dit evolueerde tijdens de jaren negentig naar 12 m, in 2020 was dat 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneervan HT overgaan tot ci

A

Hoortoestellen; om te luisteren en tot SV te komen
à bepaald percentage restgehoor (residual hearing) noodzakelijk
à kleine verschillen in spraak kunnen horen (discriminatie) om tot SV te komen
à bel; wanneer kleine verschillen met HT niet meer waargenomen worden, kan een CI een mogelijke oplossing bieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Verhouding prevalentie ci

A

Verhouding UZA (Belgie)

  • 65% kinderen
  • 35% volwassenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit wat bestaat uitw deel

A

uitwendig (micro die geluiden opvangt, spraakprocessor die geluid bewerkt en omzet naar elektrische signalen en uitwendig zendspoel met magneet die communiceert met de geimplanteerde inwendige onderdelen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Uit wat bestaat inwendig deel

A

inwendig (implantaat met inwendige zendspoel en elektrodebundel die bestaat uit elektrodelead en elektrodearray)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verschil elektrolead en elektroarray

A

Elektrodelead = transporteert de elektrische stroom van de stimulator naar de elektrodenbundel in de cochlea en stimuleert zenuwvezels, deze vezels geven signalen door via auditieve zenuw

Elektrodearray = deel van de elektrodenbundel dat in cochlea zit, bundeling van draadjes die versch contactp hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verschil werking HT en CI

A
  • Maken geen gebruik van akoestische versterking zoals HT à omzeilen beschadigde cochlea en gebruiken ze elektrische stimulatie om doven en slechthorenden opnieuw te laten horen en spraak te laten verstaan (bel! Spreken van stimulatie en NIET versterking)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

2 doelen ci

A
  • 1e doel; optimaliseren van SV
  • 2e doel; luidheidsaangroei zo goed mogelijk proberen optimaliseren à stille geluiden als stil ervaren, luide geluiden als luid maar niet oncomfortabel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is microfoon functie

A

bevindt zich in oorhanger en/of uitwendige spoel en vangt geluid op à stuurt dit door naar de spraakprocessor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

2 bel delen spraakprocessor

A

Batterijmodule en processor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Processor

A

Processor = ontvangt het signaal van de microfoon, zet dit om in digitaal en elektrisch signaal en bewerkt dit volgens de instellingen die de audioloog tijdens de fitting heeft bepaald

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

3 vormen processoren

A

BTE
Freestyle
Single unit of all in one

17
Q

Belang spraakprocessor ivm datalogging

A
  • Tijd ci in gebruik en tijd ‘coil off’
  • Omgevingsscan; stilte, lawaai, spraak, muziek
  • Luidheid van de omgeving; zacht, normaal, luid, te luid
  • Gebruikte progr
  • Volume progr
  • Gebruik hoorhulpmiddelen
18
Q

3 fabrikanten

A

Cochlear
Advanced bionics
Med-el

19
Q

Algemene crit

A

1) Ernstig sensorineural GV met probleem in cochlea, gehoorzenuw aanwezig en auditieve signalen doorsturen naar hersenen

2) Radiologisch geen contra-indicaties (= anatomie cochlea moet toelaten dat er elektrodebundel geplaatst wordt)

3) Algemene gezondheidstoestend een operatie toelaat

4) Revalidatieprogramma volgen, waar ook ouders sterk betrokken zijn

20
Q

Crit terugbet anss

A

è Discrepantie aantonen tussen drempels van subjecieve gedragsaudiometrie en spraakaudiometrie

è Elektrofysiologische testen tonen gedesynchroniseerde geëvoceerde potentialen bij 90 dBnHL en aanwezige cochleaire microfoonpotentialen

21
Q

Crit asymmetrisch GV

A

Recht op terugbetaling (vanaf 2014) aan hun slechtste oor
Beste oor: gem verlies 60 dBHL aantonen
BERA-onderzoek moet drempel geven van min 65 dBnHL

Slechtste oor: gem GV van min 85 dBHL, met BERA-drempel van min 90 dBnHL + aantonen dat er slechts een beperkt functioneel gehoor is met gehoortoestellen

22
Q

Wie is CI team

A

Minimaal nko-arts, logopedist, audioloog, psycholoog en sociaal werker verbonden aan ziekenhuis

23
Q

Audiol criteria

A

Wat zijn audiologische criteria om in aanmerking te komen voor CI?

  • Bilateraal gehoorverlies
  • Gemiddelde luchtgeleidingsdrempel onder koptelefoon bedraagt minstens 70dBHL
  • BERA piek V geeft pas een drempel op 75dBnHL
  • Auditieve zenuw aanwezig en functioneel
  • Medisch en radiologisch geen contra-indicaties om een operatie toe te laten en CI te implanteren;
  • Cliënt (en de ouders) een revalidatieprogramma moet volgen;
  • Kinderen tot 12 jaar (voor tussenkomst)
  • Kinderen tot 12 jaar met een asymmetrisch gehoorverlies in aanmerking komen voor een CI aan het dove oor bij een gemiddeld gehoorverlies van 85dBHL aan het slechtste oor en 60dBHL aan het beste oor;
24
Q

Wat gebeurt er voor, tijdens en na ci

A

Voor: tonaal audio, vocaal audio, evenwicht, BERA, MRI, CT, algemene gezondheid, vaccinatie meningitis, gesprek motivatie
Tijdens: inw spoel + elektrode + werking CI testen
Na: genezing 3-4 weken (wonde genezen), fitting (aanpassen van spraakprocessor, hoeveel elektrische stimulus nodig voor patiënt kan horen)

25
Q

Spraakverstaan ci vs ht

A

HT: suprasegmenteel spraakverstaan
CI: segmenteel spraakverstaan à alle segmenten van de spraak

26
Q

Taken ci team

A

audioloog: tonale drempels, kijken of de HT voldoende winst geven om de spraak hoorbaar te maken zodat S&T ontw op gang kan komen, evaluatie van spraakverstaan
logopedist: bepaalt spraak- en taalniveau van het kind, bespreken ouders talige aspecten in relatie met auditieve ontwikkeling
psycholoog: emoties bespreken rond gehoorverlies met ouders, evalueert of gezin voldoende draagkracht heeft, polst wat ze al weten over CI volledige onderzoeksbatterij en follow-up na operatie
NKO-arts (medisch onderzoek): expertise in otochirurgie voert implantatie uit, peilt naar verwachtingen, motivatie en de hoeveelheid info de ouders al gekregen hebben, kijken kind gezond genoeg voor operatie

27
Q

Binauraal

A

Horen als oren in evenwicht zijn

28
Q

Bilateraal

A

Horen met beide oren

29
Q

Bimodaal

A

Ene kant ci en andere kant ht

30
Q

Simultane implantatie

A

Simultaan: allebei in 1 operatie à voordeel: geen dominant oor, 1 narcose, nadeel: probleem evenwicht

31
Q

Successieve implantatie

A

2 operaties, 1 per keer à voordeel: evenwicht, nadeel: 2x operatie nodig

32
Q

Bij ci sp4eken we niet van … maar van

A

Niet van versterking zoals ht, maar van stimulatie

33
Q

Geef vb van hoorhulpmiddelen

A

Solo-app
Tv streamer
Telefoonclip

34
Q

Geef verloop van ci proces

A

Overwegen ci: criteria
Vooronderzoeken
Beslissing ci
Vb operatie
Operatie
Fitting + therapie en begeleiding

35
Q

Wanneer terugbetaling op uitw deel

A

Om 5 jaar: bij rechthebbenden vanaf 8 j
Om 3 jaar: bij rechthebbenden voor 8 j

36
Q

Factoren die resuktaten post-implantatie kunnen veranderen

A

1) duur doorfheid
Hoe langer hoe minder optimale res
2) nevenstoornissen
3) integriteit van cochlea en neurale structuren
4) menigitis
5) leeftijd

37
Q

Wat is CND

A

Cochlear nerve deficiency
= auditieve zenuw is afwezig of hypoplastisch
Contra-indicatie voor implanteren

38
Q

Welke taal blijft moeilijk

A

Complexe taal moeizaam omwille beperkt incidentieel leren

39
Q

Naast medische contra-indicaties ku nog aanwijzigingen om niet te implanteren

A
  • cl voldoende verstaan met HT, spraakzone voll hoorbaar
  • auditieve zenuw besch of afwezig
  • cochlea verbeend waardoor elektrodenbundel niet kan gepl worden
  • motivatie en onderst van cl onvoldoende