Anatomie van de hersenen Flashcards
(104 cards)
1
Q
Noem de drie hersenblaasjes
A
- Procencephalon
- Mesencephalon
- Rhombencephalon
2
Q
Wat is de hersenstam?
A
Alles wat ontstaat uit het rhombencephalon.
3
Q
Welke hersenblaasjes delen op?
A
- Prosencephalon, deze deelt zich op in een diencephalon en een telecephalon.
- Rhombencephalon deelt zich op in een myelencephalon en metencephalon.
- Het mesencephalon (middelste hersenblaasje) deelt zich niet verder op.
4
Q
Wat vormt het myelencephalon?
A
Het verlengde merg ook wel de medulla oblongata genoemd.
5
Q
Wat vormt het metencephalon?
A
De bodem vormt de pons. Het dak vormt het cerebellum.
6
Q
Wat is het verschil tussen de ruggenmerg en de medulla oblongata?
A
De orrientatie van de medulla oblongata gaat eerder horizontaal zijn en het dak is uitgerokken en dunner geworden.
7
Q
Wat zit er in het dak van het myelencephalon?
A
De vierde hersenventrikel. Daarin is de plexus gelegen, de plexus choroideus. De bloed-hersenbarriere is hier altijd nog aanwezig, de bloedvaten staan dus niet in directe verbinding met de hersenventrikel.
De plexus choroideus is de eerste plaats waar we een hoge densiteit aan bloedvaten hebben.
8
Q
Aan welke kopzenuwen geeft de medulla oblongata de oorsprong?
A
De laatste 7 paar kopzenuwen, vanaf de n. abducens tot de n. accesorius.
9
Q
Op welke structuur is de verlengde merg gelegen? En door wat wordt deze rostraal en caudaal begrenst?
A
Op de pars basilaris van de schedel.
Rostrale begrenzing door de pons, caudale begrenzing door de decussatio pyramis.
10
Q
Waarom spreken van pyramis?
A
Er zitten axonen in die komen van pyramide vorige neuronen die gelegen zijn in de hersenschors, dit zijn dus motorneuronen, die axonen gaan overkruisen.
11
Q
Noem de verschillende groeves ter hoogte van de medulla oblongata.
A
Fissura mediana ventralis. We hebben ook de sulcus lateralis ventralis en we hebben de sulcus intermedius ventralis.
12
Q
Wat is het corpus trapezoideum?
A
Dit is een gemeenschappelijke stuk van witte stof tussen twee kopzenuwen, namelijk tussen de n. facialis en de n. vestibulocochlearis.
13
Q
Waarom zie je ter hoogte van verschillende hersendelen dezelfde kernen terug komen?
A
Omdat de kernen sigaarvormig zijn, ze zijn dus eerder uitgetrokken.
14
Q
Wat doen de nucleus cuneatus en gracilis?
A
Verzamelen van somatoafferente informatie. Deze zijn gelegen ter hoogte van de medulla oblongata.
15
Q
Nucleus tractus spinalis van de n. trigeminus, wat doet deze?
A
Verzamelen van informatie van de n. trigeminus. Dit is de sensibele zenuw ter hoogte van de kop.
16
Q
Wat verzameld de visceraal efferente informatie ter hoogte van het myelencephalon?
A
De kern van de n. vagus, deze gaat verschillende organen innerveren.
17
Q
Wat doet de nucleus ambiguus?
A
Verzameld somato-efferente informatie en gaat de spieren van de larynx innerveren.
18
Q
Geef uitleg over de nucleus olevarius (waar is deze gelegen, wat is zijn functie?)
A
Gelegen ter hoogte van de pons en de medulla oblongata. Ter hoogte van de medulla oblongata is deze gelinkt aan het evenwicht, dit is het inferior gedeelte.
Het superior gedeelte is gelinkt aan het gehoor. We noemen de nucleus olevarius ook wel de olijfkern.
Het superior gedeelte is ongeveer gelegen ter hoogte van het corpus trapezoidum.
Deze nucleus wordt gevoed door verschillende zenuwen, bv de n. vagus, facialis en de glossopharyngeus.
19
Q
Door wat wordt de pyramis veroorzaakt?
A
Door de tractus corticospinale.
20
Q
Wat is de rol van de nucleus tractus soletarius?
A
Is gelegen in de medulla oblongata. Gaat viscerale afferente informatie processen wat betreft smaak. Verder heeft het een rol in de sensibele prikkels vanuit het middenoor en het speelt een rol bij het cardio-vasculair stelsel.
21
Q
Sensorisch
A
Voor zintuigelijke prikkels.
22
Q
Sensibel
A
Is niet gelinkt aan zintuigen.
23
Q
Hoe zit het cerebellum verbonden aan de pons?
A
Het cerebellum zit vast aan de pons door middel van bundels witte stof die we de pedunculi cerebellares noemen. We hebben de rostrale, mediale en caudale.
24
Q
Hoe noem je het dak van de pons?
A
Velum medullare rostrale, dit is het dunne dak van de pons.
25
Welk soort neuronen vinden we terug ter hoogte van het cerebellum?
Afferente neuronen, geen motorneuronen. De lamina alaris is hier sterk uitgebouwd.
26
Wat zie je ter hoogte van de pons in het midden?
De sulcus basilaris, dit is een groeve geworden doordat de a. basilaris daar gelegen is. Deze a. basilaris is een fusie van de twee a. verberalis. Dit is een belangrijke voedingsarterie voor de hersenen.
27
Wat is een ander woord voor cerebellum?
Kleine hersenen.
28
Hoeveel kopzenuwen vinden hun oorsprong ter hoogte van het metencephalon?
2 kopzenuwen.
29
Wat is de functie van de facciculus longitudinalis medialis?
Transporteerd informatie vanuit hoger gelegen hersengebieden naar meer caudaal gelegen hersengebieden en omgekeerd, je vindt deze terug over het ganse verloop van de hersenen, dicht tegen de mediaanlijn aan.
30
Wat is de arbor vitae?
De witte stof van het cerebellum, dit is centraal gelegen. Daaromheen zit de grijze stof. We spreken ook wel van de levensboom.
31
Wat maakt het verschil tussen nestblijvers en nestvlieders?
De nestblijver is redelijk hulpeloos en gaat ongecoördineerd bewegen. Bij die diersoorten is de tweede migratiegolf nog volop in gang na de geboorte alsook de myelinisatie. Bij nestvlieders heeft dit proces grotendeels al in de baarmoeder plaats gevonden. De dieren kunnen direct na de geboorte al veel gecoördineerde bewegingen doen.
32
Hoe gaat de migratie van cellen in het cerebellum?
In eerste fase gaan cellen naar buiten toe migreren. Bepaalde cellen worden naar buiten geduwd, deze vormen de Purkinjecellen. Andere cellen zijn altijd nog aan het delen en worden verder geduwd en migreren. Er zijn cellen die weer terug naar binnen komen en we krijgen dan een tweede delingsgolf, dit worden de korfballen en de granuleuze cellen.
33
Welke cellen bepalen of een dier een nestvlieder of nestblijver is?
De Purkinjecellen.
34
Hoe noem je het lichaam van het cerebellum?
Vermis, daaraan hangen twee lobben. De twee hemisferen. Een andere naam voor de vermis is het spinocerebellum. Hier komt informatie toe vanuit het ruggenmerg, dus informatie vanuit de periferie.
35
Welk deel van het cerubellum is het oudste deel?
Archicerubellum ook wel het vestibulocerebellum genoemd. Je ziet dit in primitieve vertebraten terug. Dit deel van het cerebellum wordt in hoofdzaak aangestuurd vanuit het vestibulair apparaat, dit is het evenwichtsapparaat.
36
Wat is een andere naam voor de twee hemisferen van het cerebellum?
Neocerebellum, hoe hoger qua neurofysiologische ontwikkeling, des te meer neocerebellum. We spreken ook wel van het pontocerebellum, omdat er informatie van de pons toekomt.
37
Wat is de 'algemene' rol van het cerebellum?
Fine tunen van een motorsignaal. Er gaat geen efferent signaal rechtstreeks naar spieren. In het cerebellum komt er van diverse andere plaatsen informatie toe, dit is een enorm krachtige verwerker van alle input die dus voornamelijk gaat over bewegen, die input gaat naar verschillende structuren in de hersenen gaan.
38
In welk deel van de hersenen zijn de diep cerebelaire kernen gelegen, en benoem ze.
Deze kernen zijn gelegen in het cerebellum. We kennen de nucleus fastigus (meest mediaal), nucleus interpositus en nucleus dentatis (meest lateraal). We hebben er dus 3 links en 3 rechts.
39
Beschrijf de afferente informatie die van het cerebellum uit gaat
Informatie vanuit het cerebellum gaat nooit rechtstreeks naar de spieren. We hebben 2 'soorten' informatie :
- Onrechtstreekse informatie die vervoerd wordt via diep-cerebellaire kernen. Dit gaat via de formatio rectularis, nucleus ruber via de tractus rubrospinale of via de thalamus. De thalamus beslist welke informatie doorgestuurd wordt naar de hersenschors en welke informatie niet.
- Rechtstreekse informatie, deze verloopt vanuit nucleus vestibularis.
40
Vanuit waar wordt er informatie aangeleverd voor het vestibulocerebellum?
Vanuit de nucleus vestibularis. Dit is een van de kernen ter hoogte van de pons.
41
Waar kan de informatie van het spinocerebellum overschakelen?
Ter hoogte van de nucleus olevarius.
We hebben 2 neuronen die vertrekken vanuit het ruggenmerg naar het spinocerebellum, soms schakelen die over ter hoogte van de nucleus olevarius. Deze axonen zijn de klimvezels.
42
Wat zie je bij het wegnemen van het cerebellum?
Nooit geen paralyse omdat er geen motorneuronen aanwezig zijn in het cerebellum. Wel ataxie, een afwijkend gang patroon.
43
Wat is nystagmus?
Herhaalde beweging van het oog, kan ontstaan door problemen ter hoogte van het evenwichtsapparaat.
44
Waar is het mesencephalon gelegen?
Tussen de grote en kleine hersenen.
45
Welke kopzenuw ontstaat er ter hoogte van het mesencephalon?
De derde kopzenuw namelijk de n. oculomotorius.
46
Hoe noemen we het centraal gelegen kanaal van het mesencephalon?
Aquaductus mesencephali, dit is een verbindingsbuis tussen de verschillende hersenventrikels voor het transporteren van cerebrospinaal vocht. Rondom de aquaduct ligt de substantia grisea centralis. In deze grijze stof worden er visceraal efferente prikkels verwerkt.
47
Op welke structuur lijkt het mesencephalon het meest wat betreft opdeling?
Het ruggenmerg.
48
Aan welke twee dikke structuren lijken de hersenhemisferen vast te zitten?
Twee bundels, de crus cerebri. (Cerebri staat voor grote hersenen).
49
Beschrijf het dak van het mesencephalon
Er zijn lobben die somato-afferent zijn, we hebben een rostrale en een caudale lob die zowel links als rechts aanwezig zijn. Deze 4 lobben samen noemen we de corpora quadrigemina.
We spreken van een colliculus rostrale en caudale.
- De colliculus caudalis is door middel van het brachium verbonden met aan het corpus geniculatum medialis.
Deze speelt een rol bij gehoorsprikkels.
- De colliculus rostrale is verbonden met de corpus geniculatum laterale.
De n. opticus heeft een link met de rostrale colliculus. Er worden prikkels verwerkt die te maken hebben met licht.
50
Waar is de nucleus ruber gelegen? En waarom heeft deze een rood uitzicht?
De nucleus ruber is gelegen in het mesencephalon en zichtbaar als een sigaarvormige grote kern, deze is enorm belangrijk om spier activiteit aan te sturen. Deze is rood van kleur vanwege het ijzer wat aanwezig is in deze kern.
51
In welke twee hersenblaasjes deelt het prosencephalon zich op?
In het diencephalon (meest caudaal gelegen structuur) en het telencephalon.
52
Tot wat geeft het telencephalon aanleiding?
Tot de twee hersenhemisferen.
53
Wat gebeurt er met het diencephalon?
Dit blijft redelijk bescheiden en gaat zich gedragen zoals het mesencephalon.
54
Hoe kun je het diencephalon opdelen?
We hebben het dak, de epithalamus, de zijwand dit is de metathalamus en de bodem is de subthalamus.
uit het dak ontstaat de epifyse en in het dak gaat de choroïdale plexus ontstaan. De metathalamus wordt dik en deze gaan van de beide zijden met elkaar fusioneren en vormen de thalamus.
De onderzijde vormt de hypothalamus en we krijgen een uitsteeksel, het neurale deel van de hypofyse.
55
Aan wat hangt de hypofyse vast?
Aan het infundibulum. De hypofyse stulpt uit in een kleine opening in de schedel. Vaak scheurt de hypofyse af bij het verwijderen van de hersenen.
56
Wat is de formatio reticularis?
Een amorfe massa, niet echt een kern maar eerder een verspreide structuur, ter hoogte van het verlengde merg.
57
Waarom zien we geen paralyse bij het wegnemen van het cerebellum?
Omdat we daar geen motorneuronen hebben. Je gaat wel ataxie zien bij het dier. (afwijkend gangpatroon)
58
Bij wat speelt het corpus geniculatum laterale een rol?
Bij het verwerken van optische prikkels.
59
Waar zien we de substantia grisea centralis terug?
Rondom de aquaductus mesencephali. Hier wordt visceraal afferente informatie verwerkt.
60
Wat is naast de nucleus ruber een typische structuur voor het mesencephalon?
De substantia nigra, deze bevat motorneuronen die dopamine bevatten, wat zwart aankleurd.
Deze spelen een rol bij het moduleren van spieractiviteit. Bij Parkinson gaan deze neuronen verdwijnen en daardoor krijg je een verstoorde beweging.
61
Wat is er terug te vinden in de witte stof van het mesencephalon?
De fasciculus longitudinalis medialis, dit was een route van de hersenschors naar de periferie en vindt je over alle hersengebieden terug. Deze structuur ligt dicht tegen de mediaan aan, onder het canalis centralis.
62
Waar is de tractus corticospinalis te vinden in het mesencephalon?
Deze is ventraal gelegen, geeft aanleiding tot de crus cerebri.
63
Van waar tot waar loopt de lemniscus medialis?
Deze vertrekt vanuit het verlengde merg en gaat zijn informatie sturen naar de hersenschors.
64
Wat transporteert de lemniscus lateralis?
Gehoorsprikkels
65
In wat deelt het prosencephalon zich op en wat is de orrientatie ten opzichte van elkaar?
Deze structuur is het meest rostraal gelegen hersenblaasje. Dit gaat zich opdelen in twee. Het diencephalon is het meest caudaal gelegen, het telencephalon is het meest rostraal gelegen.
66
Tot wat geeft het telencephalon aanleiding?
Tot de twee hersenhemisferen.
67
Welke structuur sluit nauw aan bij de hypothalamus?
Dit is een tweelobbige structuur bij kleine huisdieren. Bij grote huisdieren is dit een eenlobbige structuur maar duiden we het altijd nog aan als het corpus mammilare. Het gaatje wat je daarin ziet is het infundibulum.
68
Wat is het chiasma opticum?
De plaats waar de n. opticus overkruist.
69
Hoe noemen we het deel van de thalamus waar links en rechts fusioneren?
Adhesio interthalamici.
70
Welke vorm heeft de derde hersenventrikel?
Circelvormig.
71
Wat zijn de nuclei habenulares?
Een aantal kernen gelegen in de epithalamus.
72
Wat is de functie van de nuclei habenulares?
Ze spelen een rol in het waarnemen van geurprikkels en hebben een rol in het limbische systeem.
73
Wat is een andere naam voor de epifyse?
Pijnappel, bij kikker oa een stukje doorzichtige huid, hieronder liggen geen kleine hersenen maar de epifyse. Vandaar dat men wel eens spreekt van het derde oog, dit zijn lichtgevoelige cellen.
74
Wat is typisch voor de pijnappelklier?
Dat deze maar enkel aangelegd is, en dat de bloedhersenbarriere daar zeer zwak is. Hierdoor kunnen bepaalde producten zoals melatonine makkelijk afgegeven worden aan het bloed.
75
Uit wat is de neurohypofyse ontstaan?
Uit het caudale deel van de hypothalamus.
76
Hoe noemen we de hypothalamus ook wel?
De hogere motorneuronen van het autonome zenuwstelsel.
77
Hoe noemen we de twee uitlopers die gevormd worden door het telencephalon?
Dit zijn blindzakken, daartussen zit de lamina terminalis.
78
Hoe verloopt de nummering van de hersenventrikels?
Van rostraal naar caudaal, nummer IV is ter hoogte van het verlengde merg gelegen.
79
Met wat zit de bulbus olfactorius vast?
Met een steel, de pedunculus olfactorius.
80
Hoe noemen we het type van hersenen wat wij hebben?
Gyrencephaal, we hebben gyri (welvingen) en sulci (groeven)
81
Waar is het corpus straitum gelegen?
Aan de onderzijde van het telencephalon, gevormd in het paleopalium
82
Wat is het oudste gedeelte van het telencephalon?
Het archipallium, dit is het dichts tegen de mediaan aan gelegen bij elke diersoort. Hier ontstaat de hippocampus uit.
83
Uit wat ontstaat de hippocampus?
Uit het archipallium van het telencephalon, dit is het dichts tegen de mediaan aan gelegen.
84
Wat ontstaat er uit het paleopallium?
Dit is ook een oud gedeelte, hieruit ontstaat het corpus striatum.
85
Uit wat ontstaat het rhinencephalon?
Uit elementen van het archipallium en paleopalium. Dit zijn beide geconserveerde structuren van de hersenen, dit vindt je terug bij alle diersoorten.
86
Wat heeft het rhinencephalon voor functie?
Het zal een rol spelen in het limbische systeem, is essentieel om te overleven.
87
Welk onderdeel van het telencephalon is het meest recente deel?
Het neopallium.
88
Wat bepaald de ontwikkeling van het neopallium?
Dit bepaald of je te maken hebt met een hogere of een lagere vertebraat.
Hoe verder het neopallium is uitgebreid, des te meer geëvolueerd een dier kan zijn.
89
Welke lijn vormt de scheiding tussen de grote en kleine hersenen?
De fissura transversa.
90
Vertel iets over de verschillende lagen in het neopallium
Bij hogere vertebraten zien we dat de cellen hier georiënteerd zijn in 6 lagen. De 5e laag is de belangrijkste, deze bevat de piramidale cellen. Hoe hoger de vertebraat des te meer lagen er zijn.
91
Waarom spreken we in het neopallium over de piramidale cellen?
Omdat deze een pyramide vorm hebben.
92
Wat is een ander woord voor neopallium?
Neocortex of hersenschors.
93
Welke structuur verbind de twee hersenhemisferen met elkaar?
Corpus callosum. Hierin zitten axonen die van de cortex van de ene hersenhemisfeer naar de cortex van de andere hersen hemisfeer gaan. Deze zorgen voor coördinatie en intergratie van al die signalen.
94
Voor wat is de hersenschors zeer belangrijk?
Voor bewuste waarneming en het initiëren van bewegingen.
95
Uit wat bestaan basale ganglia?
Het neopallium bevat UMN, maar het neopallium is niet bij alle diersoorten even uitgebreid.
Daarom hebben alle dieren een basisset. Dit zijn de basale ganglia.
De basale ganglia bestaat uit :
- Corpus striatum, dit is een structuur in het paleopalium die afwisseling heeft in grijze en witte stof
- Amygloidiae
Corpus striatum : Claustrum, capsula externa, nucleus lentiformes, capsula interna.
96
Wat is een andere naam voor het corpus amygloidea?
De amandelkern en behoord tot de basale ganglia.
97
Wat is het corpus striatum?
Een soort structuur in het paleopallium, dit dankt zijn naam aan de afwisseling tussen witte en grijze stof.
98
Waar is de nucleus caudatus gelegen?
Dit is een komma vormige structuur die gelegen is in het telencephalon en op doorsnede van het telencephalon is er eens stukje van de bovenkant zichtbaar (naast de ventrikel) als vanonder een stuk zichtbaar. Daartussen zit een duidelijke bundel witte stof, dit is de capsula interna.
99
Wat is er gelegen tussen de nucleus caudatus en de nucleus lentiformis?
Door de capsula interna, dit is witte stof. Dezezorgt voor een verbinden van de cerebrale cortex met de hersenstam en het ruggenmerg.
100
Waar is de capsula externa gelegen?
Tussen de nucleus lentiformis en het claustrum.
101
Van wat is de hypocampus een onderdeel?
Van het rhinencephalon, dit ziet eruit als 2 v-vormige structuren. 1 van die v's is de corpus amonus, de andere noemen we de gyrus denotaties en het geheel is dus de hypocampus.
102
Wat is een andere naam voor de hypocampus?
Corpus amonus.
103
Wat is het claustrum?
Is een subcorticale zone van grijze stof. Over de functie is weinig gekend maar het zou een rol spelen in de communicatie tussen de twee hersenhemisferen.
104
Wat is het tuber cinereum?
Dit is gesitueerd aan de ventrale zijde van de hersenen, tussen het corpus mammilare en het chiasma opticus.
