Antidepressiva Flashcards

(33 cards)

1
Q

Wat gebeurt er bij gebruik van antidepressiva?

A

Een toename van neurotransmitters (noradrenaline, serotonine en in geringe mate dopamine) in de synapsspleet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de twee groepen antidepressiva?

A
  1. Tricycische antidepressiva (TCA)

2. niet-tricyclische antidepressiva -> waaronder de serotineheropnameremmers (SSRI’s) de grootste subgroep vormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verhogen antidepressiva de hoeveelheid neurotransmitters?

A

Door de heropname van neurotransmitters te remmen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zitten de meeste 5-HT-receptoren (serotonine receptoren) in de CZS? En waar projecteren deze receptoren naartoe?

A

De rapine kernen in de hersenstam

Ze projecteren naar het limbisch systeem, hypothalamus en de cortex.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarbij speelt serotonine een belangrijke rol?

A
Regulatie van gedrag en emotie
Eetlust
Slaap
Temperatuurregulatie
Controle van sensoriek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar in de periferie komen 5-HT-receptoren (serotonine receptoren) voor?

A

Maagdarm-kanaal
Gladde spiercellen
Trombocyten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de effecten van SSRI’s buiten de CZS?

A

Diarree of obstipatie
Trombocytopanie of bloedingen
Contractie van bronchi en bloedvaten (benauwdheid en hoofdpijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke middelen zijn TCA’s?

A

Clomipramine
Amytriptyline
Nortriptyline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke TCA is selectief voor noradrenaline?

A

Nortriptyline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke TCA’s zijn selectief voor serotonine?

A

Amytriptyline en clomipramide

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de indicaties voor TCA’s?

A

Matig tot ernstige depressie (Bij ernstige is het de eerste keuze)
Neuropatische pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de anticholinerge bijwerkingen van TCA’s?

A
Droge mond
Duizeligheid
Obstipatie 
Mictiestoornissen
Erectiestoornissen
Verwardheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de antinoradrenerge bijwerkingen van TCA’s?

A

Orthostase

Vallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de kinidine-achtige bijwerkingen van TCA’s?

A

Geleidingstoornissen (QT-tijd)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de antihistaminerge bijwerkingen van TCA’s?

A

Sedatie

Gewichtstoename

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke middelen zijn SSRI’s?

A

Flouxetine
Paroxetine
Citalopram

17
Q

Wat is de werking van SSRI’s?

A

Heropname van serotonine verlagen en het heeft ook een anxiolitische werking.

18
Q

Wat zijn de indicaties voor SSRI’s?

A

Matig tot ernstige depressie
Angststoornissen
Bipolaire depressie

19
Q

Wat zijn de serotonerge bijwerkingen van SSRI’s?

A
Maag-darm klachten
Hyponatriemie (SIADH)
Trombocytopanie
Hoofdpijn
Seksuele stoornissen
Serotoninesyndroom
20
Q

Wat is een veel voorkomende bijwerking van SSRI’s?

A

Angst tijdens eerste periode van gebruik of na dosisverhoging.

21
Q

Welke SSRI kan een verlengde QT-tijd veroorzaken?

22
Q

Wanneer worden er stemmingsstabilisatoren gegeven?

A

Manieën
Depressie
Bipolaire stoornis
Epilepsie

23
Q

Welke stemmingsstabilisator is eerste keus bij bipolaire stoornis?

24
Q

Welke stemmingsstabilisatoren zijn anticonvulsivum?

A

Carbamazepine

Natriumvalporaat

25
Wat zijn de bijwerkingen van lithium als iemand een normale spiegel heeft?
``` Dorst Fijne tremor Misselijkheid Spierzwakte Hypothyreoidie ```
26
Wat zijn de bijwerkingen van lithium als iemand een hoge spiegel heeft?
``` Braken Nierfunctieverlies Grove tremor Bewustzijnsdaling Ataxie Insult ```
27
Wat zijn de spiegelonafhankelijke bijwerkingen van lithium?
Renale diabetes insupidus
28
Wat zijn de contra-indicaties voor lithium?
Ernstige nierfuctiestoornis Ernistige hartaandoening Onbehandelde hypothyreoïdie
29
Met welke medicaties heeft lithium een interactie waardoor de spiegel omhoog gaat?
RAAS remmers, thiazideduiretica en zoutbeperking Antibiotica NSAID's
30
Welke stemmingsstabilisator wordt gegeven bij trigeminus neuralgie?
Carbamazepine
31
Welke stemmingsstabilisator heeft als bijwerking tijdelijke haaruitval?
Valproinezuur
32
Waarom wordt er gestopt met carbamazepine en valproinezuur tijdens de zwangerschap?
Ze verhogen de kans op aangeboren afwijkingen (o.a. spina bifida)
33
Welke stemmingsstabilisator lijkt de neurotransmitter GABA (gamma-aminoboterzuur) te inhiberen in de hersenen?
Valproinezuur