Apporteer-, water- en opstoothonden

Question 1

Answer 1

Golden Retriever (GB):

krachtig, niet plomp, hoog op benen, brede schedel, krachtige brede snuit, duidelijke stop, donkere oogranden op goed uitelkaar geplaatste ogen, matig grote hangende oren, evenwichtige lichaamsbouw, korte sterke lenden, diepe borst, lange vlakke golvende bovenvacht, ondoordringbare ondervacht, elke tint van roomkleurig tot goud

Question 2

Answer 2

Labrador Retriever (GB):

krachtig, halflangbenig, plomp, brede diepe borst, korte rug, brede krachtige lenden, gespierde achterhand, brede schedel, duidelijke stop, scherp besneden hoofd, niet al te lange kaken, brede neus, ogen met goedaardige uitdrukking, matig grote driehoekige hangende oren, matig lange staart dik bij aanzet uitlopend op geronde punt bedekt met dik kort en dicht haar, korte dichte harde weerbestendige niet golvende vacht, zwart, leverkleurig of geel (variërend van roomkleurig tot vossenrood)

Question 3

Answer 3

Flatcoated Retriever (GB):

krachtig, niet lomp, lang hoofd, platte matig brede schedel, lichte stop, lange kaken, kleine hangende oren, lange hals met brede basis, diepe brede borst, korte brede rug, gespierde achterhand, korte rechte staart, gladde dichte halflange vacht, zwart (meestal) of leverkleurig

Question 4

Answer 4

Curlycoated Retriever (GB):

niet te platte schedel, lange kaken, kleine hangende laag aangezette oren met korte krullen, puntig eindigende korte staart wordt recht gedragen en bedekt met krullen, gespierde voor- en achterhand, behalve op schedel en snuit gehele lichaam bedekt met korte dichte krullen, zwart of leverkleurig

Question 5

Answer 5

Engelse Cocker Spaniël (GB):

compact, vierkante lichaamsbouw, droog besneden lang hoofd, verheven voorhoofd, vierkante snuit, duidelijke stop, lange laag aangezette dunne lobvormige oren bedekt met lang zijdeachtig haar, lange hals, diepe borst, korte rug helt licht af naar achter, korte fijne vacht op hoofd, verder lang zijdeachtig glad tot iets gegolfd, zeer veel variatie in kleur: eenkleurig gitzwart, rood, goud of bont met zwart, bruin, blauw, citroen of driekleurig of black and tan

Question 6

Answer 6

Engelse Springer Spaniël (GB):

is soort grote Cocker, grootste Spaniël, relatief zwaar, kortere schedel en kortere minder behaarde oren dan Cocker, rechthoekige bouw, halflange dichte rechte vacht met beenbevedering en staartvlag, zwart-wit of leverkleurig-wit, evt met roestbruine aftekeningen

Question 7

Answer 7

Welsh Springer Spaniël (GB):

doet ook denken aan Cocker, oren zijn Spaniël-ontypisch kort behaard, kleiner dan Engelse maar heeft analoge beharing, alleen rood-wit

Question 8

Answer 8

Sussex Spaniël (GB):

massief, krachtig, kortbenig, langgerekte bouw, brede schedel matig gebogen van oor tot oor, middengroef op schedel, duidelijke stop, matige doggensnuit, duidelijke achterhoofdsknobbel, dikke vrij grote lobvormige hangende oren bedekt met lang golvend haar, beharing middellang en beenbevedering, sterk behaarde staart maar geen vlag, effen goudachtig leverkleurig (de ‘teckel of basset’ onder de Spaniëls)

Question 9

Answer 9

Clumber Spaniël (GB):

lage massieve zware hond, groot vierkant massief middellang en bovenaan breed hoofd, duidelijke achterhoofdsknobbel, zware wenkbrauwen, huidplooien op voorhoofd en neusrug, diepe stop, zware voorsnuit met hanglippen, grote lobvormige iets naar voor hangende oren bedekt met lang recht haar, ectropion aan onderste oogleden, lang lichaam, middellange overvloedige dichte zijdeachtige rechte vacht, been- en staartbevedering, wit met citroenkleurige (tot oranje) aftekeningen vooral op oren, neusrug en snuit

Question 10

Answer 10

Amerikaanse Cocker Spaniël (USA):

lijkt erg op Engelse maar is kleiner en gedrongener, korter en breder hoofd met neiging tot wipneus, veel rijker en langer behaard in het bijzonder aan oren benen onderborst en buik waar het haar zijdeachtig en glad is, bijna alle kleuren zijn toegestaan, is echt showdier