Apprendre: 5 Grammaire II 1.2 Flashcards

1
Q

Hoe vertaal je in het frans het lidwoord een?

A

voor mannelijke woorden (m) met un en vrouwelijke woorden(f/v) met une.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Mannelijk of vrouwelijk: un garçon? en hoe vertaal je un garçon?

A

mannelijk & een jongen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Mannelijk of vrouwelijk: un hôtel? en hoe vertaal je un hôtel?

A

mannelijk & een hotel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Mannelijk of vrouwelijk: un collège? en hoe vertaal je un collège?

A

mannelijk & een middelbare school

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mannelijk of vrouwelijk: une fille? en hoe vertaal je une fille?

A

vrouwelijk & een meisje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Mannelijk of vrouwelijk: une classe? en hoe vertaal je une classe?

A

vrouwelijk & een klas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mannelijk of vrouwelijk: une adresse? en hoe vertaal je une adresse?

A

vrouwelijk & een adres

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

In het meervoud gebruik je in het Nederlands geen lidwoord, in het Frans wel. welk woord gebruik je in het Frans bij meervoud?

A

des

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe vertaal je x vrienden?

A

des amis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe vertaal je x meisjes?

A

des filles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly