apprendre voc Flashcards
etudier vocabulaire (161 cards)
Accusé : beschuldigde
Action civile : burgerkijk vordering
Action publique : strafvordering
Aide aux victimes d’actes intentionnels de violence : hulp aan slachtoffers van opzettelijke
gewelddaden
Analyse ADN : DNA-onderzoek
Appel : hoger beroep
Arrestation : arrestatie
Arrêt : arrest
Audience : zitting
Audition : verhoor
Autorité de la chose jugée : gezag van gewijsde
Chambre du conseil : raadkamer
Chambre des mises en accusation : kamer van inbeschuldigingstelling
Citation directe : rechtstreekse dagvaarding
Civilement responsable : burgerlijk aansprakelijke partij
Classement sans suite : niet-vervolging
Clôture de l’instruction : afsluiting van het gerechtelijk onderzoek
Code d’instruction criminelle : wetboek van strafvordering
Commission d’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence : Commissie voor
financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden
Comparution immédiate : onmiddellijke verschijning
Comparution (volontaire) : (vrijwillige) verschijning
Compétence : bevoegdheid