atmosfeer Flashcards
(73 cards)
meteorologie
= weerkunde
de studie van het weer en het klimaat
klimatologie
de wetenschap die het klimaat bestudeert
weer
de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment
klimaat
de gemiddelde toestand van de atmosfeer berekend over doorgaans 30 aaneengesloten jaren
homosfeer
de samenstelling van de atmosfeer is over alle hoogtezones gelijk
= 0 - 100 km
–> troposfeer + stratosfeer + mesosfeer + thermosfeer
heterosfeer
het aandeel lichtere elementen neemt toe met toenemende hoogte
= vanaf 100 km
exosfeer
luchtdeeltjes ontsnappen naar de ruimte, geen botsing meer tussen luchtdeeltjes
= vanaf 1000 km
ionosfeer
een laag rond de aarde waar de deeltjes door straling van de zon worden geïoniseerd
volgorde van de sferen
(laag –> hoog)
- troposfeer
(tropopauze) - stratosfeer
(stratopauze) - mesosfeer
(mesopauze) - thermosfeer
ozonlaag
een laag in de stratosfeer waarin relatief veel ozon aanwezig is
–> houdt schadelijkste deel van de UV-straling uit zonlicht tegen
een pauze
de zone vanaf waar de temperatuursverandering met toenemende hoogte verandert
zuurstofradicalen
het splitsingsproduct van zuurstof die splitst door UV-straling
cfk’s
stoffen die onder meer in koelkasten en piepschuim zijn verwerkt
Montreal Protocol
het gebruik van ozonafbrekende stoffen wereldwijd aan banden moet worden gelegd
thermosfeer
- verbranden van meteorieten
- ontstaan van poollicht
- de ionosfeer
- de toename van temperatuur met toenemende hoogte
- relatief aandeel van lichtere elementen is eerder groot en neemt toe
- de heterosfeer
stratosfeer
- absorberen van groot deel van de UV-straling
- bevat grootste ozon-concentratie
- de toename van temperatuur met toenemende hoogte
troposfeer
- vorming van wolken
- luchtruim en vliegverkeer
- hoogste punt op aarde
samenstelling gassen atmosfeer
- 78% N2
- 21% 02
- 1% andere gassen
atmosferische stofdeeltjes
door vulkanisme, opgewaaide stofdeeltjes, bosbranden, pollen, stedelijke en industriële vervuiling, …
–> kunnen als condensatiekernen dienen
temperatuur
maat voor de energie-inhoud van materie
thermische inertie
hoogste temperatuur van de dag is pas nadat de zon culmineerde
–> want het licht moet eerst worden geabsorbeerd door het aardoppervlak voordat het de lucht kan opwarmen
luchtdruk
de druk die de lucht uitoefent op voorwerpen die zich in de atmosfeer bevinden
–> bestaat omdat lucht onder invloed staat van de zwaartekracht
isobaar
een lijn op een isobarenkaart die de punten met gelijke luchtdruk met elkaar verbindt
lagedrukgebieden
= depressies, cyclonale gebieden
ontstaat door de opwaartse beweging van lucht , veroorzaakt vorming van wolken