Avoir Flashcards
(8 cards)
1
Q
J’ai
A
Ik heb
2
Q
Tu as
A
Jij hebt
3
Q
Il/elle a
A
Hij/zij heeft
4
Q
On a
A
Wij hebben
5
Q
Wij hebben
A
Nous avons
6
Q
Jullie hebben/u heeft
A
Vous avez
7
Q
Zij hebben
A
Ils/elles ont
8
Q
Vervoegen werkwoord
A
⚠️alleen er op einde⚠️
Er weg halen→stam van ww (avoir→hebben) = toepassen van elk eigen.
Bijv: VOUS cherchEZ