Baby: Lichamelijke en motorische ontwikkeling Flashcards

1
Q

Preantraal

A

Is de baby voor de geboorte, die nog in de buik aanwezig is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fysiologische vroeggeboorte

A

Portman
Mens te vroeg geboren op fysiologische vlak
volledig hulpeloos (kan wel horen en zien), pas op 1 jaar ontwikkeld voor zelfstandigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Nestvlieders

A

Zijn hoefdieren, zijn dieren die vanaf de geboorte na enkele seconden/minuten kunnen rechtstaan en lopen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Nestblijvers

A

Zijn dieren die nog na de geboorte bij de mama in het nest blijven. Zij hebben de zorg van de moeder nog nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aangeboren reacties

A

Aangeboren reacties,
Huilen -> erfelijke reactie -> uitgelokt door prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Archaïsche reacties

A

Voorbijgaande reflexen,
Reflexen die verdwijnen, zuigen, mono, babinski, grijp,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Blijvende functies

A

Niezen, braken, hoesten -> vitale functie
pupil, oogknipper, kniepees, buiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Cefalo caudale

A

Van boven naar beneden
Van hoofd -> schouders -> heup -> benen -> voeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Proximo distale

A

Van centrum naar buiten
Van schouders -> armen -> vingers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Neonatus

A

Pasgeborene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Reflex

A

erfelijk voorgeprogrammeerde reactie die uitgelokt wordt door een specifieke prikkel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adualisme

A

Het ontbreken van de dubbelheid
Nog geen onderscheid kunnen maken tussen eigen subjectieve (persoonlijke) gewaarwordingen en de dingen in de buitenwereld die daar aan de basis van liggen.
= nog geen subject-objectsplitsing -> continue opeenvolging van soms aangename, soms onaangename gewaarwordingen, zonder dat de baby de herkomst ervan kent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Habituatie

A

Geleidelijk wennen aan herhaalde terugkerende prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Klassieke conditionering

A

Worden prikkels of gebeurtenissen die herhaaldelijk samen voorkomen, onbewust met elkaar geassocieerd zodat de ene na verloop van tijd als een signaal ervaren wordt voor het verschijnen van de andere.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Operante conditionering

A

is een gedrag dat regelmatig gevolgd wordt door een beloning, daar geleidelijk mee geassocieerd, waardoor het gedrag in het vervolg vaker gesteld zal worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Sensomotorische fase

A

0-3m
Dat het enkel in staat is om motorisch te reageren op het zintuigelijke indrukken op dat moment.

17
Q

Objectpermantentie

A

Weten dat dingen niet ophouden met bestaan, ook al zijn ze uit het zicht verdwenen.

18
Q

Semi-intentionaliteit

A

Het zijn nog geen bewuste doelgerichte handelingen.

19
Q

Intentioneel handelen

A

Doelgericht handelen
Gedrag wordt losgekoppel van effect maar wordt nu eerder gebruikt om een nieuw doel te bereiken.

20
Q

Geïnterioriseede tertiaire circulaire reactie

A

mentale voorstelling

21
Q

Intersensoriële coördinaties

A

Samenwerkingsverbanden tussen verschillende zintuigen, waardoor een object tegelijk via meerdere zintuigkanalen verkend kan worden.

22
Q

Functiespel

A

Experimenteren met eigen mogelijkheden

23
Q

Endogeen

A

Vanbinnen uit biologisch gestuurd

24
Q

Exogeen

A

Van buiten uit

25
Q
A