basics 2 Flashcards
(20 cards)
1
Q
to send, steer
A
sturen
2
Q
in a way
A
in zekere zin
3
Q
would
A
zou
4
Q
stayed there
A
bleven er
5
Q
never finished
A
nooit af
6
Q
at the same time
A
tegelijkertijd
7
Q
anyway
A
überhaupt
8
Q
driving force
A
drijvende kracht
9
Q
behind
A
achter
10
Q
although
A
hoewel
11
Q
to exclude (close out)
A
uit te sluiten
12
Q
to close
A
te sluiten
13
Q
worry, care
A
zorgen
14
Q
different
A
anders
15
Q
look at ADHD differently
A
anders naar ADHD gaan kijken
16
Q
difficult life
A
moeilijk leven
17
Q
But most adults I dealt with were very smart
A
Maar de meeste volwassenen die ik behandel waren heel slimme
18
Q
develop anxiety and depressive symptoms
A
angsten en depressieve klachten ontwikkelen
19
Q
because they have not been able to fully develop
A
omdat ze zich niet volledig hebben kunnen ontplooien
20
Q
as someone who had failed in life
A
als iemand die gefaald had in het leven
