Basisbegrippen Flashcards

(139 cards)

1
Q

Leg uit: FYSIEKE ACTIVITEIT IS INHERENT AAN HET MENSELIJK LICHAAM

A

We evolueren dus meer en meer naar een
maatschappij waar fysieke activiteit een noodzaak was om te functioneren naar een samenleving
waar fysieke activiteit nodig is om fysiek gezond te blijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

GEEF 3 FYSIOLOGISCHE EFFECTEN VAN BEWEGEN/SPORTEN:

A
  1. Accuut (onmiddelijk) effect van bewegen/sporten
    bewegen creeert een metabool effect: lopen versnelt hartslag, ademhalingssnelheid verhooft en spieren verbruiken meer energie per minuut
  2. Chronisch (=over lange periode) middellang termijn)
    bewegen verhoogt fysieke fitheid door je spierkracht of VO2max te verhogen
  3. Chronisch effect op lang termijn
    bewegen heeft een gunstig effect op de gezondheid: betere levenskwaliteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

leg uit: tussenwervelschijven

A

tussenwervelschijven worden geherhydrateerd door de alternerende druk tijdens het bewegen. ze fungeren als een spons in een emmer water.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leg uit: bloedsomloop

A

De bloedsomloop is een gesloten systeem waarbij het hart fungeert als de ‘motor’ die het bloed door het lichaam pompt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef synoniem voor de diepe kuitspier

A

musculus soleus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef de werking van de kuitspier

A
  • Bloed uit enkels en onderbenen keert terug naar hart via venen.
  • Diepe kuitspier trekt samen tijdens activiteiten zoals staan, bewegen en lopen.
  • Samentrekking duwt veneus bloed omhoog naar hart.
  • Dit staat bekend als ‘kuitpomp’.
  • Kuitpomp bevordert bloedstroom van benen naar hart.
  • Spiercontractie helpt bloed terugvoeren naar hart, ontlast het hart.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

leg uit: actieve recuperatie

A

Actieve recuperatie: lichte beweging na sport voor snellere afvoer afvalstoffen via bloedsomloop en zweet. Beperkt wetenschappelijk bewijs, positief mentaal effect door nadruk op herstelinspanningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

op wat verbetert hersenactiviteit bij fysieke activiteit

A

geheugen en nemen van beslissingen. daarom is het aangeraden om beweegpauzes te doen tijdens het studeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Met welke factor vermeningvuldigd sedentair gedrag de kans op hart en vaatziekten

A

met factor 2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Geef de definitie van gezondheid volgens WHO

A

een staat van fysiek, psychisch en sociaal
welbevinden en niet enkel de afwezigheid van ziekte of andere
lichamelijke gebreken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

geef de alternatieve definitie van gezondheid volgens Consensus Meeting

A

menselijke toestand met fysieke, sociale en psychologische dimensies, die elk op een
continuüm met positieve en negatieve polen gekarakteriseerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Leg uit: positieve gezondheid

A

capaciteit om van het leven te genieten en om te kunnen gaan met
uitdagingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Leg uit: negatieve gezondheid

A

wordt geassocieerd met morbiditeit(= afwijking van een toestand van
fysiek en psychisch welbevinden, dus ziekte in de ruime zin) en mortaliteit(= sterfte)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Naar wat wordt gekeken om de gezondheid van een individu of bevolking in kaart te brengen (7)

A
  1. Mortaliteit (sterftecijfer)
  2. Morbiditeit (ziektecijfer)
  3. Voorkomen van risicofactoren
    4.Medicatiegebruik
    5.Handicap
  4. Functioneren (privé, werk,…)
  5. Welzijn (beeld van zichzelf, gevoel lichamelijk, emotioneel toestand van een persoon, zelfmoordcijfers)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Geef de elementen van gezondheid weer (boom 7)

A
  1. genetische achtergrond
  2. voeding
  3. fysieke fitheid
  4. fysieke activiteit
  5. mentaal welbevinden
  6. sociaal contact
  7. slaap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Leg uit: wellness

A

term die wellbeing en fitness samen pakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

met wat wordt wellness geassocieerd

A
  • je goed voelen, lichaam en geest in harmonie
  • actief bezig zijn met je lichaam
  • vitale positieve levenslustige instellingen
  • totale levensstijl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waar staat wellness voor in europa

A

schoonheidsbehandelingen en preventieve gezondheidszorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar staat wellness voor in de VS

A

een eerder holistische betekenis: lichamelijke,sociale, emotionele, intellectuele en spirituele gezondheid in totaliteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

geef de definitie van fysieke gezondheid

A

alle lichaamsactiviteiten waarbij, door het leveren van spierarbeid,
het lichaam bewogen wordt wat gepaard gaat met energieverbruik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Geef de redenen om aan fysieke activiteit te doen(7)

A
  1. schoonheidsideaal
  2. fysieke uitdaging
  3. competitiedrang
  4. sociaal contact
  5. plezier en ontspanning
  6. gezondheid
  7. verslaving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is TDE

A

Totale dagelijkse energiebehoefte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

wat is de TDE voor een vrouw

A

2000-2500kcal per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

wat is de TDE voor een man

A

2500-3000 kcal per dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
(FOTO) ACTIVITEIT THERMOGENESE VERSTORING SLAAPMETABOLISME BASAALMETABOLISME
ACTIVITEIT: energieverbruik door spieractiviteit of fysieke activiteit THERMOGENESE: energie nodig voor vertering van voedsel BASAALMETABOLISME: =ruststofwisseling = rustmetabolisme - 60 70 % van TDE wordt beinvloed door leeftijd, geslacht, lichaamssamenstelling
26
Geef de afkorting van MET
Metabool Equivalent of Task
27
Geef de waarde voor 1MET
3.5ml o2/kg lichaamsgewicht/minuut 1kcal/kg/lichaamsgewicht/uur
28
welke vormen van met zijn er
1. LIchte fysieke activiteit (minder dan 3 met) 2. matige fysieke activiteit (3-6 MET) 3. zware fysieke activiteit (meer dan 6 met)
29
Als je weet dat 1 MET een energieverbruik van +/- 1 kcal/kg lichaamsgewicht/uur geeft, hoeveel energie verbruikt dan iemand met een lichaamsgewicht van 60kg, tijdens een voetbaltraining (7,5 MET) van anderhalf uur
60x7,5x1,5 = 675kcal
30
geef de afkorting van PAL waarde
Physical activity level
31
wat doet PAL
breng het gemiddeld dagelijks energieverbruik in kaart door de METwaarde van elke activiteit van de dag te vermenigvuldigen van de dag te vermenigvuldigen met de tijdsduur van die activiteit
32
hoeveel PAL moet je minstens hebben volgens WHO
minstens 1.75 PAL
33
Geef de afkorting van VIGez
Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie
34
Wat is VIGeZ
is een expertisecentrum voor gezondheidsbevoordering en ziektepreventie.
35
Wat doet VIGeZ
Ze leverern strategie,advies en begeleiding aan gezondheidsprofessionals
36
Leg uit: de bewegingsdriehoek
is een concept dat verschillende gekleurde zones bevat die de intensiteit van fysieke activiteiten aangeeft
37
Geef elke zone van de bewegingsdriehoek
* Oranje * lichtgrtoene * middelste groene * donkergroene
38
Leg uit: oranje zone
= sedentair gedrag zone waar we langdurig stilzitten en weinig energie verbruiken. SLAPEN HOORT HIER NIET BIJ. Aanbevolen om langdurig te zitten uit te stellen en om de 30minuten dit te onderbreken
39
Leg uit: lichtgroene zone
= licht intensieve beweging staand computeren, lichte huishoudelijke taken of het nemen van de trap. MET WAARDE MINDER DAN 3
40
Leg uit: middelste groene zone
= matig intensieve beweging Stevig wandelen, recreatief zwemmen of fietsen. **Bij deze activiteiten versnelt de ademhaling en gaat de hartslag omhoog** ,. Praten kan en niet buiten adem MET WAARDE 3-6
41
Leg uit: donkergroene zone
= hoog intensieve zone joggen, hardlopen, basketbal en activiteiten waarbij men gaat zweten. MET WAARDE MEER DAN 6
42
Beweegrichtlijnen VIGeZ: Leeftijd 0-1
= zuigelingen zo veel mogelijk bewegingsimpulsen per dag in een veilige omgeving en overeenkomstig de fysieke omgeving max1u achtereenvolgens stilzitten schermtijd afgeraden
43
Beweegrichtlijnen VIGeZ: Leeftijd 1-6
= Peuters en kleuters minstens 3u licht matig of intensief bewegen per dag max 1u achtereenvolgens stil zitten tot 5jaar schermtijd: max 1u per dag 5jaar oud 2u voor 5 en 6 jarige
44
Beweegrichtlijnen VIGeZ: Leeftijd 6-18
= kinderen en jongeren grootste deel van de dag licht intensieve oefeningen minstens 60min per dag intensief bewegen per dag schermtijd max 2u per dag tussen 6 en 17 jaar
45
Beweegrichtlijnen VIGeZ: Leeftijd 19-65
= volwassenen grootste deel van de dag licht intensieve oefeningen (10000 stappen per dag) 2dagen per week krachtoefeningen
46
Beweegrichtlijnen VIGeZ: Leeftijd 65+
= ouderen grootste deel van de dag licht intensieve oefeningen (8000 stappen per dag) 2dagen per week krachtoefeningen 2-3dagen per week evenwichts en lenigheidsoefeningen
47
Geef de WHO richtlijnen voor beweging
De nieuwe WHO-richtlijnen benadrukken dat alle leeftijden en mogelijkheden lichamelijk actief kunnen zijn. Volwassenen wordt aangeraden 150-300 minuten per week te bewegen, kinderen dagelijks 60 minuten. Velen voldoen hier niet aan, wat hoge kosten met zich meebrengt.
48
Geef 3 criterium methoden
1. Directe calorimetrie 2. Indirecte calorimetrie 3. Dubbel gemerkt water
49
Geef de voordelen van Criterium methoden (1)
metingen zijn erg nauwkeurig en worden gezien als de goudenstandaard. Andere meetmethoden worden hiermee op hun correctheid gecontroleerd
50
Geef de nadelen van criterium methoden (4)
1. Tijdrovend 2. vraagt veel expertise, dure labo setting voor nodig 3. onpracktisch om toe te passen tijdens sport/beweging 4. niet mogelijk bij grote groepen
51
Leg uit: direcre calorimetrie
Directe calorimetrie is een methode waarbij de warmteproductie van een persoon wordt gemeten in een afgesloten kamer. De temperatuurstijging van water in de kamer geeft aan hoeveel warmte de persoon produceert, wat een maat is voor zijn energieverbruik. Spiercontractie produceert warmte naast beweging, en deze methode benut het feit dat het grootste deel van de energie die spieren verbruiken, wordt omgezet in warmte.
52
Leg uit indirecte calorimetrie
eze methode gaat uit van het idee dat zuurstofverbruik (O2) een indicatie is van energieverbruik in het lichaam. Gedurende enkele minuten wordt het verschil tussen ingeademde en uitgeademde zuurstof via een mondstuk of masker gemeten.
53
Hoe krijgen we het respiratoir Quotient
CO2-productie delen door zuurstofverbruik CO2/O2
54
Wanneer worden koolhydraten verbrand (RQ)
RQ = 1
55
wanneer worden vetten verbrand (RQ)
RQ = 0.7
56
Leg uit: dubbel gemerkt water
Bij dubbel gemerkt water wordt, net zoals bij indirecte calorimetrie gekeken naar de CO2-productie. CO2 is een afvalproduct van energieproductie in het lichaam en hierdoor een maat voor de hoeveelheid energie er in het lichaam geproduceerd wordt
57
dubbel gemerkt water: H atomen
99,98% van alle H-atomen ter wereld hebben normaal enkel een proton in de kern (= protium). 0,02% bevat zowel een proton en een neutron (deuterium). Dit zijn isotopen van elkaar.
58
dubbel gemerkt water: o atomen
99,757% van alle O-atomen ter wereld heeft 8 neutronen 0,205% van alle O-atomen ter wereld heeft 10 neutronen
59
Leg uit: objectieve methoden
meten niet rechtstreekts het energieverbruik, wel andere fysiologische parameters in het lichaam en beweegactiviteiten. Schatting hoe actief iemand is
60
Geef voordelen van objectieve meetmethoden (4)
1. gebruiksvriendelijk manier van meten: handig en vraagt weinig expertise 2. minder duur dan criterium methode 3. ideaal om sport/beweging te meten op duur en intensiteit 4. werken met grote groepen mogelijk
61
Geef nadelen objectieve meetmethode (2)
1. minder accuraat dan criterium omdat het niet rechtstreeks het energieverbruik meet 2. er zit vaak verschil tussen wat men enerzijds meet en de effectieve activiteit die men uitvoert. Dit geeft fouten
62
Geef 3 commerciele devices om fysieke activiteit te tracken
1. hartslagmeters 2. bewegingsmeters: stappenteller en accelerometers 3. activitity tracking op smarphone of via wearable
63
leg uit: hartslagmeter
hartslagfrequentie wordt elektronisch geregistreerd door polshorloge of PC hartslagfrequentie is een directe indiciatie van de fysiologische reactie van het lichaam of fysieke activiteit. **is niet interessant bij lichte fysieke inspanningen omdat ze beperkte invloed hebben op de hartslag**
64
leg uit: stappenteller
toestel dat gedragen wordt ter hooge van de heup. registreert aantal stappen wij het lopen of wandelen. registratie gebeurt door een veersysteem in toestel dat op en neer beweegt bij zetten van stappen
65
leg uit: accelerometers
zijn in werking verwant aan stappentellers. ze worden ook aan de heup gedragen. **de toestellen meten geen stappen maar wel versnellingen** registratie gebeurt door speciale kristallen. resultaten moeten van een PC ingelezen worden
66
leg uit: activity tracking op smartphone of wearable
ze bevatten accelerometer, gyroscoop en een magnetometer waardoor ze fysieke activiteit kunnen meten. de meest gekende zijn strave, runkeeper, endomondo.
67
geef 2 negatieve kanttekeningen van smartphones bij beweging
1. **Onnauwkeurigheid van activiteitsapps en commerciële manipulatie:** De nauwkeurigheid van fysieke activiteitsmetingen in apps is twijfelachtig, met weinig controle over hun correctheid. Gratis apps kunnen verkeerde indrukken geven en gebruikers beïnvloeden met dopamine-triggers voor advertenties, wat kritisch denken vereist. 2. **Elektromagnetische interferentie en gezondheidsinvloeden van smartphones:** Het dragen van een smartphone tijdens lichamelijke activiteit kan het eigen elektromagnetische veld van het lichaam verstoren, wat de vitaliteit kan beïnvloeden. Deze interferentie kan mogelijk negatieve langetermijneffecten op de gezondheid hebben, waardoor het advies wordt gegeven om te sporten zonder een smartphone in de buurt en deze indien mogelijk uit de broekzak te houden.
68
leg uit: wearable activity trackers
soort polshorloges die meerdere manier van meten van fysieke activitetit combineren aan de hand van 3D acceleraties.
69
Wat meten wearable activity trackers
1. aantal stappen 2. fietsbewegingen 3. afgelegde stappen 4. duur activiteit 5. slaapactiviteit 6. hartslagfrequentie 7. calorieverbruik
70
Is de nauwkeurigheid van de wearable voldoende accuraat?
De veelheid aan apps maakt het moeilijk een duidelijk antwoord te formuleren hoe betrouwbaar activity trackers op smartphone eigenlijk zijn, zeker qua aantal stappen en calorieverbruik
71
Wat met de vertrouwelijkheid van de data die geregistreerd wordt?
Deze wordt namelijk opgeslagen op servers van de producent, waardoor men zich vragen kan stellen rond de privacy van persoonlijke data
72
Leg uit: subjectieve methode
e subjectieve methode voor het meten van fysieke activiteit houdt in dat activiteitsniveaus worden beoordeeld zonder daadwerkelijke beweging. Dit wordt gedaan door middel van enquêtes of dagboeken.
73
Subjectieve methode: in te vullen vragenlijst **VOORDELEN (4)**
1. vragenlijst kan tegelijkertijd bij veel mensen worden ingevuld 2. kan geprogrammeerd worden dat er geen vragen overgeslagen worden 3. personen antwoorden eerlijker op vragen omdat ze meer gevoel van anonimiteit hebben 4. minder tijds en arbeidsintensief
74
Subjectieve methode: in te vullen vragenlijst **NADELEN (3)**
* ontwikkeling vraagt een specialist. alles kan online gedaan worden tegenwoordig * ontwikkeling kan duur zijn. * afhankelijk van de werking van hardware,servers
75
Subjectieve methode: vragenlijst via interview **VOORELEN (2)**
* geschikt voor grotere groepen * via interview kan meer diepte doorvragen en inspelen op antwoord
76
Subjectieve methode: vragenlijst via interview **NADELEN (3)**
* blijft subjectief. men doet beroep op wat men zich herinnert * arbeidsintensiever, verwerking van gegevens vergt tijd * social desirability bias = neiging hebben om sociaal wenselijk antwoord te geven.
77
Leg uit: beweegdagboek
een document, zowel op papier als digitaal, waarin alle dagelijkse bewegingsactiviteiten gedurende ongeveer een week worden vastgelegd. Hierbij worden het type activiteit, de tijdsduur en vaak ook de intensiteit genoteerd
78
Geef de voordelen van een beweegdagboek (1) op papier
handig coachingsmiddel omdat je op die manier een deelnemer confronteert met zijn of haar tekort aan beweging
79
geef de nadelen van een beweegdagboek (4) op papier
1. blijft subjectief omdat je rekent op de eerlijkheid en objectiviteit van de deelnemer 2. vraagt een zeker engagement van de deelnemer om het dagboek bij te houden 3. men vult savonds in waardoor men beroep doet op zijn geheugen 4. social desirability bias
80
Geef de voordelen van een beweegdagboek op app (1)
men heeft de smartphone meestal bij zich waardoor men meteen activiteit kan ingeven
81
geef de nadelen van beweegdagboek op app (2)
steeds gebonden aan technische mogelijkheden van de app. Het in kaart brengen is makkelijker op papier Men legt het papieren dagboek op een nachtkastje en maakt het invullen een dagelijkse routine, bij gsms is dit sneller vergeten
82
Geef de defintie van **fitheid volgens WHO**
fitheid is vermogen op een bevredigende wijze spierarbeid te verrichten
83
geef de defintie van fitheid volgens American Academy Of Physical Education
fysieke fitheid is de mogelijkheid om * taken van het dagelijkse leven energiek en alert uit te voeren * zonder buitensporige vermoeidheid * met voldoende overblijvende energie om deel te nemen aan vrijtetijdsactiviteiten * eveneutle onverwachte situaties uit het hoofd te kunnen bieden
84
leg uit: prestatie gerelateerde fitheid
"Prestatie gerelateerde fitheid" verwijst naar fysieke conditie die aansluit op sportieve doelen, zoals specifieke prestaties. "Gezondheid bevorderende fitheid" draait om algemene conditie die gezondheidsrisico's minimaliseert en energieke dagelijkse activiteiten mogelijk maakt, vereist een intensiteit van minstens 6 MET.
85
geef de algemene richtlijnen bij het aanzetten van mensen tot meer fysieke activiteit
* Beweegnormen zijn richtlijnen; deelname is belangrijker dan de norm halen. * Maak beweging leuk en laagdrempelig, gebruik gedragsdeterminanten. * Begin met het doorbreken van zitpatronen voor inactieve personen. * Overweeg vervolgens matige tot intensieve beweging (MET 3 à 6+), met sportactiviteiten. * Kies bij sporten in het begin voor lage-impact opties zoals zwemmen, fietsen, fitness. * Bij intensievere sporten, zoals hardlopen, geleidelijk opbouwen om blessures te voorkomen.
86
geef de 3 morfologische lichaamstypes
1. ectomorf 2. mesomorf 3. endomorf
87
geef de kenmerken van een **ectomorf**
* mager * slank * lange dunne spieren en botten * weinig vetopslag
88
geef de kenmerken van een **mesomorf**
* breed gespierd type * volumineuze spieren * middelmatige vetopslag
89
geef de kenmerken van een **endomorf**
* corpulent zwaar type * breed bekken * kloeke bouw * hoge vetopslag
90
leg uit: BMI/QUETELET INDEX
geeft verhouding weer tussen het lichaamsgewicht tot lichaamslengte
91
geef de formule voor BMI te berekenen
BMI = lichaamsgewicht (kg) / lichaamslengte (M) xlichaamslengte (M)
92
Geef de BMI classificatie
* < 18,5 Ondergewicht * 18,5 – 24,9 Gezond gewicht * 25,0 – 29,9 Overgewicht * 30 -35 Obesitas * 35-40 Ernstige obesitas * 40-50 Morbide obesitas * >50 Extreem morbide obesitas
93
waarom **geen** BMI classificatie bij kinderen
omdat ze nog niet volgroeid zijn.
94
Hoe communiceer je BMI van client naar hem
ndien je zegt: “Uw BMI bedraagt 29, dat is teveel, mevrouw”. Is dit zinvol? Op zich heeft de klant hier weinig aan. Leg daarom steeds het concept uit van BMI en geef uiteindelijk een streefgewicht mee op maakt van de klant. Volg onderstaande redenering mee: 1. Ideale maximale BMI = 25 2. Formule: BMI = gewicht/lengte (in m)² 3. Dus als je BMI 25 nastreeft, bij iemand met lichaamslengte 1,6 m, dan dien je de BMI formule om te zetten, zodat je een ideaal gewicht “X” kan berekenen. Concreet wordt dit: 25 = X kg / 1,6m ² → om X te weten wordt de formule: X = 25 x 1,6 ², dus 64 kg
95
Voordelen BMI (2)
makkelijk te meten correleert een hoge als lage BMI met gezondheidsrisico
96
Nadelen BMI (2)
Berekent geen lichaamsvetpercentage, hetgeen de belangrijkste factor is het ontwikkelen van ziekten zoals cardiovasculaire aandoeningen Iemand die erg gespierd is zoals een krachtsporter zal een hoge waarde uitkomen waardoor zij vaak ten onrechte als zwaarlijvig worden beoordeeld
97
leg uit: lichaamssamenstelling
het lichaam is opgebouwd uit enerzijds vetmassa en anderzijds vetvrije massa. . Rond ‘vet’ hangt namelijk, deels onterecht, een heel negatieve bijklank. Weet echter dat we vet nodig hebben, als bron van energie, als thermische isolatie, voor ons hormonaal systeem, voor ons immuunsysteem en tal van andere metabole processen mannen: 10-22% ideaal vrouwen: 22-32% ideaal
98
geef 5 meetmethoden om vetvrije massa te bepalen
1. huidplooimetingen 2. dexa scan 3. bio impedantie analyse 4. onderwaterweging 5. infraroodmeting
99
Leg uit: huidplooimeting
an de hand van 4 (verkorte versie) of 7 huidplooimetingen op het lichaam met behulp van een huidplooitang wordt via een wiskundige berekening gemaakt van de totale vetmassa van het lichaam.
100
Geef voordeel van huidplooimetingen
1. metingen zouden erg nauwkeurig zijn. mits goed gemeten door de testafnemer
101
geef nadeel van huidplooimeting
1. vraagt veel oefening om de meettechniek onder de knie te krijgen 2. erg tijdrovend
102
leg uit: dexa scan
Dual energy X-ray absorptiometry meet door middel van het door je lichaam in lage dosis x stralen de totale hoeveelheid en regionale verdeling van de vetmassa en spiermassa
103
geef de voordelen van dexa scan
is sterk in opmars omdat ze zowel gemakkelijk in gebruik is en erg nauwkeurig zou zijn
104
geef de nadelen van de dexa scan
uitvoeren van scan is echter erg prijzig vanwege de dure apparatuur
105
Leg uit: bio impedantie analyse
Een BIA-scan is een apparaat dat eruitziet als een weegschaal maar meer doet dan alleen lichaamsgewicht meten. Het zendt een lage-frequentie elektrische stroom door het lichaam, die vooral door extracellulair vocht beweegt. De weerstand of impedantie van deze stroom (in Ohm) wordt gemeten en geeft informatie over het vetpercentage van het lichaam.
106
geef de voordelen van BIA (2)
* erg hanteerbare methode * kostprijs voor dergelijke toestel start vanaf 100euro dus relatief goedkoop
107
geef de nadelen bia (4)
* minder accurate manier van meten. foutenmarge is iets groter * vochtigheidsgraad vna lichaam heeft grote invloed van meting * meten na sporten geeft foute waarde * cyclus vrouw heeft invloed
108
leg uit: onderwaterweging
densiteit wordt bepaald door massa en het volume densiteit = massa/volume methode onderscheidt 3 basiscomponenten: water vet en spieren.
109
hoe verloopt onderwaterweging
1. weging van testpersoon op weegschaal uit het water 2. neem plaats op weegschaal onder water (waarbij alle lucht uit longen wordt geblazen) 3. verschil in gewicht uit water en in water kan dichtheid van lichaam worden bepaald in water / uit water
110
geef de voordelen van onderwaterweging (2)
* lang gezien als gouden standaard * algemeen gezien als vrij betrouwbare methode
111
geef de nadelen van onderwaterweging (3)
* omslachtige en tijdrovende meetmethode * verouderde meetmethode * je moet tijdens de test alle lucht uit je longen ademen maar je ziet niet hoeveel lucht er nog aanwezig is
112
leg uit: infraroodmeting
toestel wordt op musculus biceps brachi geplaatst. toestel zend verschillende soorten infrarood licht uit. verschillende gaan door weefsel en of worden opgenomen door de weefsel of wordt weerkaatst.via wiskundige formule berekent het toestel het vetpercentage
113
geef de voordelen van infraroodmeting (4)
* heel hanteerbaar * vraagt weinig tijd * niet invasief * vraagt weinig training van de testafnemers
114
nadelen infraroodmeting
* vrije recente meettechniek, dus ontbreekt nog wetenschappelijk bewijs dat het voldoende betrouwbare methode is * gaat er van uit dat vet in arm maat is voor het hele lichaam * vrij dure meetmethode
115
leg uit: lendenomtrek
In tegenstelling tot de eerder beschreven morfologische testen wordt hier geen vetpercentage berekend, maar enkel een omtrek, die een maat is voor het opgestapelde vet, specifiek ter hoogte van de buik. Uit onderzoek blijkt namelijk dat vet opgestapeld rond de buikregio meer kans geeft op ziekten zoals cardiovasculaire aandoeningen en kanker, dan vet dat zich elders in het lichaam bevindt.
116
geef de 3 classificaties van lendenomtrek
Risico categorie 1. geen verhoogd risico mannen : onder 94cm vrouwen: onder 80cm 2. licht verhoogd risicio mannen: tussen 94 en 102 cm vrouwen: tussen 80 en 88cm 3. verhoogd risico mannen: boven 102 cm vrouwen: boven 88cm
117
geef de 2 types van lendenomtrek
1. appeltypes (androide types) * hebben buikvet * meer mannen * opstapelijk** vergroot kans voor** cardiovasculaire aandoeningen en kankers 2. Peertypes (gynoidetypes) * eerder vetopslag in dijen en heupen * komt vooral bij vrouwen * dir soort vetopstapeling heeft **minder risico** op ziekten zoals cardiovasculaire aandoeningen en kankers
118
leg uit: subcutaan vetweefsel
onderhuidsvet , minder gevaarlijk
119
leg uit: visceraal vet
vet tussen de ingewanden , gevaarlijker
120
samenstelling vetten
Peer type minst gevaarlijk onderhuidsvet peer type gevaarlijker visceraal vet appeltype gevaarlijker onderhuidsvet appeltype gevaarlijkst visceraal vet
121
leg uit: osteoporose
Naarmate men ouder wordt, daalt de botdichtheid, waardoor de sterkte van het skelet afneemt
122
hoe rem je osteoporose af (3)
* voldoende beweging * gezonde voeding * eventueel hormonenbehandeling
123
geef de defintie van: lenigheid
spierlenigheid is de eigenschap om bewegingen met een zo groot mogelijk amplitude uit te voeren
124
wat is ROM
range of motion
125
wat beinvloedt lenigheid
spanning in spieren en pezen maar ook de mate warin het gewricht en gewrichtskapsel beweging toelaten (kraakbeen en ligamenten)
126
geef de definitie van kracht
kracht is de eigenschap van de spieren en pezen om door het ontwikkelen van spanning tegen een uitwendige weerstand samen te rekken
127
geef 3 vormen van kracht
1. maximale kracht = hoogste kracht die een spier kan ontwikkelen 2.krachtuihouding - eigenschap om een krachtinspanning zo lang mogelijk uit te houden of zovaak mogelijk te herhalen 3. snelkracht en explosieve kracht = eigenschap van het spierzenuwsysteem om weerstanden met de hoogste mogelijke contractiesnelheid te overwinnen
128
Geef de deinitie van snelheid
Snelheid is de eigenschap die toelaat om een motorische actie in de kortst mogelijk tijd te realiseren
129
Geef de definite coordinatie
Coördinatie is het vermogen om de beweging van verschillende lichaamsdelen die bij een actie betrokken zijn op een efficiënte manier te controleren’
130
geef de definitie van uithouding
ithouding is het vermogen om dynamische of statisch arbeid zo lang mogelijk vol te houden
131
wat is VO2max
maximaal volume o2 (zuurstof) voldoende hoge VO2 = beter zuurstofvoorziening naar en opname door de spieren
132
wat doet het hart
Het hart voorziet het lichaam van voedingsstoffen en zuurstof en voert afvalstoffen af. De hartwerking is dus belangrijk is het cardiorespiratoir systeem.
133
geef wat belangrijk is voor een fit hart
en gezond hartritme of hartslagfrequentie in rust en tijdens inspanningen (via een elektrocardiogram = EKG). Een rustpols rond 65 à 70 of lager, al is dit heel sterk erfelijk bepaald en hoeft een hoge rustpols niet problematisch te zijn. Een voldoende slagvolume =hoeveelheid bloed die uit het hart wordt gepompt per slag. Dit hangt samen met de kracht van de contractie en de werking van de kamers, boezems en hartkleppen
134
geef de formule van hartminuutvolume of debiet van het hart
Hartslagfrequentie (in slagen per min) x slagvolume
135
wat is de ideale bloeddruk
120/80 mmHg
136
wat is hypertensie
Een bloeddruk hoger dan 140/90 mmHg
137
wat zijn de risicos van hypertensie
* Beschadiging van bloedvaten en nieren * Hartfalen * Beroerte
138
wanneer treedt een lage bloeddruk
waarde lager dan 90/60 mmHg.
139
wat zijn de risicos van een lange bloeddruk
* Flauw vallen, zeker bij het rechtop staan vanuit een langdurig zittende of liggende positie * Regelmatige fysieke activiteit en een betere fysieke fitheid leiden algemeen tot een verbeterde bloeddruk