Basisconcepten en modellen Flashcards
(44 cards)
Welke stromingen zijn er?
- Structurele stroming
- Strategische stroming
- Contextuele stroming
- Experiëntiële stroming
- Narratieve stroming
- Cybernetische stroming/Milanese school
- Dialogische stroming
- Postmoderne stroming
- Oplossingsgerichte stroming
Welke belangrijke namen bij structurele stroming?
Minuchin
Structurele stroming. Wat zijn de basisbegrippen/focus van deze stroming? Wat is de structuur binnen het gezin?
- Focus op het hier-en-nu
- Focus op het observeren van interacties ipv inhoud van het gesprek
- Interactiepatronen zijn herhalingen in interacties: rigide of flexibel
- De onderliggende organisatie van het gezin volgt uit de interactiepatronen en evolueren doorheen de tijd, naargelang context.
- Grenzen zijn differentiatie in het gezin wat betreft rechten, plichten en verwachtingen. Het is een verhouding tussen autonomie en verbondenheid; van extreem verbonden tot extreem autonoom.
- Er is een hiërarchie. Als ouders beslissingen maken is dit consequent, consistent en leeftijdsadequaat.
Structurele stroming. Hoe ziet therapie er uit?
- Cyclische fasen: info verzamelen, hypothesen vormen, doelen stellen, interventie, nieuwe info… De interventie is tegelijk diagnose en therapie.
- Het startpunt is de vertrouwensrelatie: de therapeut sluit zich aan bij het gezin om van daaruit te observeren en interventies te doen = joinen
- Observeren van hier-en-nu interacties en hierop alternatieven suggereren
- Enactment: ensceneren van gezinsinteracties. Altijd eindigen met succeservaring!
Structurele stroming. Wat zijn kenmerken van de therapeut?
- Betrokken regisseur in gezinsinteracties: observeert, directief, family map, verantwoordelijk, geen controle
- Samenwerkingsrelatie opbouwen, joinen
- Focus op wat misloopt en op krachten = vertrekpunt voor verandering
- Strategisch: doel voor ogen houden
- Spanning opdrijven, duwen richting exploreren
Welke namen zijn belangrijk bij de strategische stroming?
- Bateson
- Erickson
Wat is enactment?
- Hoort bij structurele stroming
- Impliciet: observeren van spontane interacties
- Expliciet: enactment als specifieke interventie
Gezin krijgt een opdracht en stopt wanneer er sprake is van succes. Samen bespreken hoe de opdracht verliep.
Strategische stroming. Wat zijn de basisbegrippen?
- Focus op symptomatic cycle: problematische gedragssequenties (niet op beleving of verhaal)
Gedragssequenties die zichzelf in stand houden en voor homeostase zorgen. - Family Life Cycle. De levenscyclus van gezinnen is verdeeld in typische fasen en levensgebeurtenissen welke het gezin kleuren. Aanmeldingsproblemen zijn vaak gesitueerd in een periode waarin belangrijke ontwikkelingsstappen zijn gezet.
Strategische stroming. Hoe ziet therapie er uit?
- Basisidee: een verandering in een deel van het systeem zal zorgen voor een verandering in het gehele systeem
- Het symptoom is het centrale uitgangspunt van therapie
- Vaak kortdurend
Stappenplan:
- oplosbare problemen identificeren
Reframing = probleem zo oplosbaar mogelijk omschrijven
- duidelijke, haalbare doelen stellen
Onderhandelen met cliënt, in gedragstermen
- interventie
Opdrachten, paradoxale opdrachten, ordeal therapy
- respons van cliënt
Feedback om interventie bij te sturen
Strategische stroming. Kenmerken van de therapeut?
- Directief en strategisch
- Het doel is om de cliënt of het systeem rechtstreeks te beïnvloeden
- Het woord verandering staat centraal
>< experiëntiële stroming
Welke namen zijn belangrijk bij de experiëntiële stroming?
Whitaker
Experiëntiële stroming. Wat zijn de basisbegrippen?
- Zeer geïnteresseerd in existentiële thema’s
- Battle for initiative
Initiatief zoveel mogelijk bij cliënten laten, anders infantiliseer je hen. Bewaken van de integriteit van het gezin. - Battle for structure
Therapeut legt regels vast in de sessie en moet impliciet de strijd winnen met geinsleden omtrent het doel, de structuur en de therapeutrol. Bewaker van de integriteit van de therapeut.
Experiëntiële stroming. Hoe ziet therapie er uit?
- Therapeutische relatie staat centraal
- Verwarring en crisis vormen een vertrekpunt voor verandering
Cliënten niet geruststellen maar net provoceren om tot crisis te komen. Doseren van spanning en intensiteit is wel van belang.
Experiëntiële stroming. Wat zijn kenmerken van de therapeut?
- Flexibiliteit
Niet laten vastzetten in therapeutische rol aangezien dit verandering belemmert. Zoeken naar een rol die het gezin helpt om te groeien. - Groei
Zowel bij cliënten als therapeut.
Aansluiten met eigen waanzin om zo een dieper contact te maken met de waanzin van cliënten. - Co-therapie
Twee therapeuten die een symbolisch ouderpaar vormen voor het gezin.
Contextuele stroming. Welke namen zijn belangrijk?
Nagy
Contextuele stroming. Wat zijn de basisbegrippen?
- Vier dimensies om iemands relationele werkelijkheid te begrijpen
- Loyaliteit
Wat zijn de vier dimensies om iemand relationele werkelijkheid te begrijpen?
- Dimensie van feiten
Feiten die iemands leven beïnvloeden, samengebracht in een genogram - Dimensie van psychologie
Beleving en betekenis van die feiten, gebaseerd op objectrelatietheorie en ontwikkelingspsychologie - Dimensie van interactie
Wederzijdse beïnvloeding, gebaseerd op systeemdenken - Dimensie van relationele ethiek
Wat is de objectrelatietheorie?
- Hoort bij contextuele stroming
- De ontwikkeling wordt beschreven aan de hand van de verschillende relaties die het kind in de loop van zijn ontwikkeling heeft met de belangrijke hechtingsobjecten
Wat is de dimensie van relationele ethiek?
- Centrale dimensie van contextuele stroming
- Relationele rechtvaardigheid is een evenwicht van geven en nemen
Indien in balans: relatie van wederkerigheid en vertrouwen
Indien uit balans: gevoel dat je te veel geeft en niets terugkrijgt - Loyaliteit en destructieve gerechtigheid
Wat met loyaliteit binnen de contextuele stroming?
Eerste onderscheid: - existentiële loyaliteit Een zijnsgegeven, is er gewoon. - verworven loyaliteit Als verdienste.
Tweede onderscheid:
- verticale loyaliteit
Assymetrisch, meer geven dan krijgen of omgekeerd
- horizontale loyaliteit
Symmetrisch, balans tussen geven en nemen
Uitzondering: broers en zussen
- existentiëel
- verticaal
- horizontaal
Enkele begrippen:
- loyaliteitsconflict: twee loyaliteiten met verschillende personen in conflict
- gespleten loyaliteit: wanneer loyaliteit voor de ene persoon wordt gezien als een verraad voor de andere persoon en er dus gekozen moet worden. Loyaliteit voor de ene gaat ondergronds.
- destructieve gerechtigheid: gerechtigd voelen om destructief te zijn door wat zij zelf hebben meegemaakt = roulerende rekening
Contextuele stroming. Hoe ziet therapie er uit?
- Intergenerationele bril
Symptoomgedrag van kinderen bekijken vanuit tekorten in de jeugd van de ouders. Lijden van ouders erkennen. Roulerende rekening stoppen. - Erkenning
Dubbel erkennen van ouders in destructieve gerechtigheid: wat ze hebben gegeven en wat ze niet hebben gekregen. Door deze crediting wordt er meer ruimte gecreëerd om te geven aan de kinderen alsook meer zelfwaardering.
Contextuele stroming. Wat zijn kenmerken van de therapeut?
- Meerzijdige partijdigheid. Niemand veroordelen, wat niet gelijk staat aan iedereen gelijk geven of neutraal zijn. Het is beurtelings in ieders schoenen staan.
- Hierdoor verbindingen leggen in het gezin en vertrouwen opbouwen.
Welke namen zijn belangrijk bij de cybernetische stroming/Milanese school?
- Selvini-Palzzoli
- Boscolo
- Prata
Cybernetische stroming. Wat zijn de basisbegrippen?
- Cybernetische begrippen: homeostase, circulariteit
- Gezin is een zelfregulerend systeem