Basistechniek en tactiek worpen Flashcards
(42 cards)
Wat wil Nage-Waza zeggen:
Worpen
Op basis van verwantschap kunnen in de worpen in het judo een 4-tal clusters onderscheiden worden. Tijdens de opleiding initiator komen enkel worpen aan bod uit de eerste 3 clusters:
- Cluster 1: Tweehandige bewegingen met voorwaartse valrichting
- Cluster 2: Eenhandige bewegingen met voorwaartse valrichting
- Cluster 3: Achterwaartse valrichting
Welke worpen moeten we kunnen voor:
Cluster 1: Tweehandige bewegingen met voorwaartse valrichting
Initiator: Geel - Seoi-Nage
Initiator: Geel - Tsurikomi-Goshi
Initiator: Groen - Sasae-Tsurikomi-Ashi
Initiator: Groen - Tai-Otoshi
Initiator: Groen - Harai-Goshi
Instructeur: Blauw - Hane-Goshi
Instructeur: Blauw - Uchi-Mata
Instructeur: Bruin - Hiza-Guruma
Cluster 1: Geef worpen die gelinked zijn aan elkaar (Tweehandige bewegingen met voorwaartse valrichting)
- Sasae-Tsurikomi-Ashi -> Hiza-Guruma
- Seoi-Nage -> Tai-Otoshi
- Tsurikomi-Goshi -> Harai-Goshi
-> Hane-Goshi
-> Uchi-Mata
Welke worpen moeten we kunnen voor:
Cluster 2: Éénhandige bewegingen met voorwaartse valrichting
Initiator: Geel - O-Goshi
Initiator: Oranje - Uki-Goshi
Initiator: Oranje - Koshi-Guruma
Initiator: Oranje - Ippon-Seoi-Nage
Instructeur: Bruin - Kata-Guruma
Cluster 2: Geef worpen die gelinked zijn aan elkaar (Éénhandige bewegingen met voorwaartse valrichting)
O-Goshi -> Uki-Goshi
-> Koshi-Guruma
-> Ippon-Soei-Nage
Welke worpen moeten we kunnen voor:
Cluster 3: Achterwaartse valrichting
Initiator: Geel - O-Soto-Gari
Initiator: Oranje - O-Uchi-Gari
Initiator: Groen - Ko-Uchi-Gari
Instructeur: Bruin - Ko-Soto-Gari
Cluster 3: Geef worpen die gelinked zijn aan elkaar (Achterwaartse valrichting)
Er zijn er geen :-)
Houding
Shisei
Verplaatsingen
Shintai
Evenwichtsverstoring
Kuzushi
Manier van vastnemen
Kumikata
De voorbereiding van de worp
Tsukuri
Het werpen
Kake
De goede uitvoering van een worp wordt door 6 basisaspecten beïnvloed
1) Shisei - Lichaamshouding
2) Kumikata - De manier van vastnemen
3) Shintai - De verplaatsing
4) Kuzushi - De evenwichtsverstoring
5) Tsukuri - De voorbereiding van de worp
6) Kake - Het werpen
7) Transitie - De overgang naar ne-waza
Wat is oefenen?
Oefenen is een techniek je eigen maken, de juiste bewegingsvorm vinden of een (fysieke) eigenschap ( coördinatie, kracht, lenigheid, uithouding, snelheid) ontwikkelen.
Wat is spelen?
Wanneer een speels karakter aan de oefening wordt gegeven waarbij plezier en plezierig wedijveren centraal staan, wordt gesproken van spelen.
Wat is kampen?
Bij kampen wordt het aspect “winnen” belangrijker. Judoka’s wedijveren, individueel naast elkaar of met meer tegen elkaar of één tegen één, al dan niet met een voorwerp,… Judospecifiek wordt hier eerder gesproken over stoeivormen (geen tikspelen of estafette) waarbij in tegenstelling tot de spelvormen, winst en verlies wel belangrijk zijn.
In judo komen een aantal specifieke vormen van (in volgorde) oefenen, spelen en kampen aan bod:
- Tandoku-renshu: individueel zich een beweging eigen maken.
- Sotai-renshu: met een passieve of meegevende partner een techniek leren.
- Uchi-komi: in reeks met partner een techniek uitvoeren zonder te werpen (ook in grondwerk).
- Nage-komi: de partner in reeks werpen.
- Yakusoku-geiko: zonder weerstand te bieden elkaar werpen (ook in grondwerk).
- Kakari-geiko: één aanvaller en één verdediger met gedoseerde weerstand.
- Randori: beide judoka’s vallen aan en verdedigen.
- Shiai: judowedstrijd met maximale weerstand.
Individueel zich een beweging eigen maken
Tandoku-renshu
Met een passieve of meegevende partner een techniek leren.
Sotai-renshu
In reeks met partner een techniek uitvoeren zonder te werpen (ook in grondwerk)
Uchi-komi
de partner in reeks werpen
Nage-Komi
Zonder weerstand te bieden elkaar werpen (ook in grondwerk).
Yakusoku-geiko
