begrippen 1 tm 4 Flashcards

1
Q

Sociale bevolkingsgroei

A

De groei van de bevolking als gevolg van
migratieverschillen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Emigratie

A

Er gaat iemand uit het land weg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vestigingsoverschot:

A

Er komen meer mensen in een land binnen dan dat er weg
gaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Semi-periferie

A

Een land in ontwikkeling.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Demografisch transitiemodel

A

Dit is een model dat het geboorte en sterfte cijfer
laat zien naarmate de tijd voorbij gaat en de welvaart toeneemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Granaatvorm

A

De gemiddelde leeftijd gaat wat omhoog en het
gaat wat beter met de economie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ui of urn vorm

A

Meer ouderen, minder kinderen. Het gaat goed
met de economie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Migratiesaldo

A

Het verschil tussen het aantal immigranten en emigranten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Migratiebeleid

A

De manier waarop de overheid met migratie om gaat met behulp van
wetten en regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Visum

A

toestemming om tot 90 dagen in een land te verblijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Verblijfsvergunning

A

Toestemming om voor onbepaalde tijd in een land te verblijven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Land van herkomst

A

Het land waar de migrant oorspronkelijk vandaan komt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Kettingmigratie

A

Als de ene migratie leidt tot de volgende migratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Etnische groep

A

Een groep mensen met dezelfde afkomst, een volk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Nederlandse stad

A

Stadsmodel waarbij de stad is opgebouwd vanuit een
kerngebied (stadscentrum/binnenstad), waarna de 19e eeuwse wijken volgen, de
verschillende woongebieden en hierna bedrijfsterreinen/groenzones en water te
vinden is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Suburbanisatie

A

Mensen gaan weg uit de stad. Het inwoneraantal van de stad
wordt kleiner.

17
Q

Herstructureren

A

De functie van een plek verandert.

18
Q

Assimilatie

A

Het steeds meer overnemen van cultuurelementen van de
dominante cultuur.