Begrippen Flashcards

(122 cards)

1
Q

AI (weak vs. strong) (college 5)

A

Zwak: computer systeem kan intelligentie naBOotsen, maar ze zijn niet intelligent (ze begrijpen het niet)
sterk: een correct geprogrammeerde computer is intelligent op zelfde manier als mensen
> Chalmer : a model that is computationally equivalent to a mind, is itself a mind”

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bewustzijn

A

geen vaste definitie, het heeft te maken met datgeen we bewust ervaren (wat is het om iets te voelen/ervaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Dualisme

A

denken dat geest los staat van lichaam (descartes = cartesiaans dualisme)

  • substance dualisme: wereld bestaat uit twee substanties (descartes)
  • property dualisme: niet perse 2 verschillende substanties, maar twee manieren van benaderen: fysiek en mentaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Cartesiaans theater

A

Idee Dennett; homunculus in brein die kijkt naar film
> kritiek Ryle: wie zit er achter dat mannetje dan? = dogma geest in machine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

monistische theorien

A

-physicalisme/materialisme
-epiphenomenalisme
- funtionalisme
- identiteitstheorie
- idealisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

physicalisme/materialisme

A

alles is materie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

epiphenomenalisme

A

mentale staten supervenieren (gevolg) fysieke staten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

functionalisme

A

neuraal circuit 1 op 1 met bewustzijn > mentale staten zijn multiple realisble (eg in hersenen maar ook in siliconen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

identiteitstheorie

A

mentale staten = brein staten (niet multiple realisble)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

idealisme

A

alles is bewustzijn (Berkeley)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

panpsychisme

A

bewustzijn is dimensie van werkelijkheid zoals ruimte en tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

mysterianisme

A

wat bewustzijn is, ligt buiten ons begrip

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Easy problems

A
  • david chalmers
  • mechanismen zoals aandacht en geneugen
  • antwoorden te vinden in cognitieve wetenschap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hard problem

A
  • David Chalmers
  • hoe fysieke processen subjectieve ervaringen veroorzaken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Reacties explenatory gap

A
  • hard problem niet op te lossen (new mysterianism)
  • proberen probleem oplossen (Chalmers, dualisme quantum physics)
  • eerst makkelijke problemen oplossen (Dehaene)
  • Kijken naar meer hard problems (Miller)
  • Er is geen hard problem (Churchland, Dennet)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Gedachte experiment
what is it like to be a bat

A

Kunnen wij ons voorstellen wat het is om een vleermuis te zijn
> gaat in op qualia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Qualia

A

subjectieve elementen van onze ervaring van wereld (e.g. kleur, pijn, geur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Gedachte experiment mary the colour scientist

A

Mary nooit kleur gezien maar wel alles bestudeerd over kleur maar weet ze dan ook wat het is, zou ze verbaasd zijn als ze het ziet?
> argument tegen consciousness states gereduceerd kunnen worden tot fysieke states (tegen materialisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Filosoof zombie

A

zombie heeft precies alle moleculen zoals jij, heeft die ook zelfde ervaringen? zelfde bewustzijn?
> argument tegen consciousness states gereduceerd kunnen worden tot fysieke states (tegen materialisme)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Intuitieve ideen over visuele perceptie

A
  • visuele ervaringen zijn heel gedetaillerd
  • dingen binnen/buiten visuele ervaringen
  • in cartesiaans theater plaatje van de werkelijkheid
    > illusies laten zien dat BOvengenoemde niet altijd zo is
    > waarneming wordt gestuurd door eerdere leerervaringen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

change blindness

A

iets veranderd zonder dat je het doorhebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

inatentional blindness

A

niet zien van onverwachte stimulus in gezichtsveld door geen aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

waar in brein is bewustzijn?

A
  • identity theorists & elemenative materialists: bewustzijn = breinactiviteit
  • new mysterians; kunnen we niet begrijpen
  • extended minders; niet alleen brein, maar ook persoons geschiedenis, wereld om hun heen (e.g. telefoon)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

mental imagery

A

Mentaal roteren blokjes
- pictioralists; draaien blokjes scherm hoofd
- proposionalists; abstract redeneren
> motorische gebieden in hersenen geactiveerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
mereologische denkfout
dingen toeschrijven aan 1 object, of 1 deel/gebied, die toe te schrijven zijn aan persoons-level
26
neurologische theorien bewustzijn
- global workspace theorie - integrated information theorie - predictive processing
27
global workspace theorie
- Baars - wat bewust is, is wat in conscious spotlight staat -theater metafoor; we hebben allerlei cognitieve taken, maar alleen dat wat in spotlight staat wordt waargenomen interactie 3 componenten - backstage: latente/onbewuste processen - stage; werkgeheugen - spotlight; aandacht
28
visuele info verwerken
Visuele info kan bewust verwerkt worden (heel netwerk geactiveerd) of onbewust - fast forward sweep blijft onbewust - recurring processing in hersennetwerk bewust
29
femenologie
studie naar subjectieve waarneming
30
integrated information theorie
- femenologie - 5 componenten bewuste waarneming (integratie, exclusie, informatie, compositie, unity) - hoe meer bewust, hoe hogere phi (mate van integratie) - bewustzijn is continuuum (in lijn met panpsychisme) - mate van bewustzijn door integratie (meer is meer)
31
predictive processing
- brein als voorspel machine: brein voorspelt wereld om ons heen - niet BOttom up processen (info wereld > brein) maar eerdere ervaringen bepalen nieuwe sensorische ervaringen - hierarchisch model met top-down voorspellingen - modellen worden aangepast door BOttom up error voorspellingssignalen
32
neurale correlaten van bewustzijn
minimale neurale mechanismen die samen nodig zijn voor bewuste waarneming - samenhang hersen activiteit en bewustzijnservaring - door metingen hersenactiviteit en correleren aan bewuste ervaringen
33
neurale correlaten - gehele bewustzijn
bewustzijn van ervaringen als geheel (e.g. onbewust na stoten hoofd)
34
content specifieke neurale correlaten
neurale activiteit bepaalt specifiek fenomenaal onderscheid in ervaring (perceptie en aandacht) (e.g. bewust van kleine teen) > masking experiment
35
Masking experiment
reeks plaatjes laten zien met woorden/signalen er tussen, kijken wat bewust waargenomen wordt
36
Bi-stable perception
Door aandacht richting/perceptie veranderen (e.g. poppetje dat links/rechtsom draait)
37
Binding problem
Hoe komt geintegreerde waarneming tot stand - james: bewustzijn is geintegreerd - verschillende hersennetwerken betrokken bij bewuste waarneming (dorsaal-parietale cortex - waar)(ventraal - temporale - wat) > hoe toch geïntegreerd?
38
Binocular rivalry
elk oog krijgt verschillende afbeeldingen te zien & waarneming wisselt tussen beide
39
Cartesiaans materialisme
Idee dat bewustzijn 'plaatsvindt' op specifieke tijd en (mentale) plek (e.g. homunculus in hoofd)
40
Stream of consciousness William James/ aandacht??
Metafoor voor hoe gedachten door bewuste lijken te stromen > aandacht is datgene wat onze bewuste waarneming in beslag neemt, in heldere vorm dat gene wat op voorgrond treedt van ons denken
41
Aandacht als selectie mechanisme
- filter theorie - BOttleneck: perceptual load theorie (maximale capiciteit aan info) - searc hlight (spotlight metafoor)
42
Spatiele/ niet-spatiele aandacht
spatieel: waarneming van locatie niet-spatieel: anders (e.g. kleur) > spatieel neglect: onbewust waarnemen aan een zijde (vaak wel aandacht rechterkant van visuele veld)
43
Over/Covert aandacht
overt; je aandacht verplaatsen door je ogen te bewegen covert: richten van aandacht door interne focus (zonder ogen te bewegen)
44
endogene/exogene aandacht
endo: top down, aandacht gestuurd door ons zelf - exo: aandacht gegrepen door saliente externe stimulus
45
Relatie aandacht en bewustzijn
1. Ongerelateerd - integrated info theorie 2. A veroorzaakt C - global workspace theory 3. A& C zelfde - predictive processing 4. A& C door D - attentional schema theorie 5. A/C is illussie - Susan Blackmore 6. C veroorzaakt A
46
brein gebieden aandacht
frontale en parietale kwab, subcorticale structuren, thalamus & supeerior colliculi
47
Default mode network
- wanneer aandacht afdwaalt: - mind wandering - daydreaming - self referential processing
48
Task positive network
- aandacht - task-directed cognitie
49
aandacht door meditatie
- focused attention: aandacht focussen op een stimulus, aandacht stabiliseren > meta bewustzijn over afleiding ontwikkelen - open monitoring: aandacht voor huidige moment, geen waarde oordeel - non-dual meditatie: essentie van wereld is een ding: aandacht
50
Signal detection theorie
signaal van ruis onderscheiden > waar ligt grens van waarneming? > gebruiken om gevoeligheid d en bias beta te bepalen
51
pareidolia
illusoire gezichtsherkenning
52
attentional blink
reeks letters met af en toe cijfer tussendoor > als je getal er tussen hebt gezien dan duurt het aantal letters voordat je weer getal "kan" zien, omdat het andere getal nog verwerkt wordt
53
blindsight
- schade vroege zicht gebieden hersenen - raden boven kans juist wat ze zien als je daar naar vraagt
54
Vrije wil
vrij zijn in het kiezen van je eigen handelingen
55
determinisme
alles ligt vast (eg door wetten fysica )
56
morele verantwoordelijkheid
verantwoordelijk houden van mensen voor hun acties
57
neuroethiek
neurowetenschap toepassen op studie naar moraliteit en ethiek
58
quantum mechanica & vrije wil
qm houdt rekening met kans dat universum niet deterministisch is, maar probabilistisch > gaat alleen over atomen
59
Libets experiment (vrije wil)
indrukken knop wanneer je voelt dat je dat wil doen, kijken wanneer je dat daarvoor onbewust al wilde > grafiek eerst oorzaak (onbewust) dan bewustee wil, dan actie > onderzoek ondersteunt determinisme, geen vrije wil
60
Kritiek Libets experiment
- inprecies - duale taak, je moet twee dingen tegelijk doen - "wil om te bewegen' vaag begrip - readyness potential may not measure neural preparedness - ecologische validiteit: zegt zo'n simpele taak eits over vrije wil?
61
Experience of will panty experiment
- kiezen tussen panty's, stiekem krijg je daarna andere - post hoc confubulaties; beredeneren waarom je die had gekozen (terwijl je eigenlijk andere had gekozen)
62
Split brain
gescheiden corpus callosum > links taal > geldt ook voor vrije wil, linker hemisfeer bedenkt verhaaltje over wat rechter hemisfeer doet > links is interpreter; gaat uit van priority, consistensy en exclusivity > post-hoc rationalisatie
63
Wegner & vrije wil
Vrije wil is een illusie, vrije wil wordt veroorzaakt door brein
64
Perspectieven vrije wil
- geen vrije wil, ligt al vast = determinisme - wel vrij wil: e.g. dualisme - illusionisme; vrije wil is illusie - compatibilsime; determinisme en vrije wil hoeven elkaar niet uit te sluiten - libertarianisme
65
evolutionair perspectief
- unifying raamwerk (van verschillende theorien psychologie) - unifying raamwerk tussen verschillende disciplines - functionele benadering: wat is adaptieve functie van gedrag
66
Wij-intentionaliteit
Samen dingen voor elkaar krijgen, samen doelen stellen (maakt mensen anders dan apen) > leidt tot cummulatieve culturele evolutie
67
Evolutie theorie
afstamming met modificaties - variatie - erfelijkheid - selectie > evolutie door survival of the fittest
68
Niveaus van verklaringen (Tinbergen)
Proximate: dichtbij in de tijd Ultimate: verderweg in verleden historical: tijdsperspectief contemporary: als snapshot Contemporary X proximate = causatie Contemporary X ultimate = current utility Historical X proximate = ontogeny (ontwikkeling binnen soort) Historical X ultimate = evolutie
69
Biologische vs culturele evolutie
Culturele ideeen worden doorgegeven door ouders en omgeving > meme, zoals gen maar dan cultureel (e.g. religie)
70
evolutie: bijproductief vs adaptief
voorbeeld bijproduct: navel voorbeeld adaptief: positie ogen van knaagdieren
71
modulair vs algemeen
modulair: brein als zakmes, elke tool (module) voor oplossen specifiek probleem Algemeen: algemene oplossende competenties
72
Kritiek evolutie theorie
- hoe aannemelijk, niet falsifieerbaar - anthropomorphisme: neiging om mensachtige eigenschappen in omgeving te projecteren - theologisch denken: bias oom dingen te verklaren naar een bepaald doel/intentie
73
Misvattingen evolutie
- mens eindpunt van evolutie - evolutie is altijd gericht op beste voor soort (nee, wel op overlevering van genen) - mesnen beste product evolutie, dus staan BOven rest - evolutie gaat altijd om vooruitgang - geen evolutie meer - huidige functies zelfde als vroeger
74
Cambridge decleratie van bewustzijn (dieren)
sprake van bewustzijn in andere dieren - als vergelijkbare hersen circuits die gekoppeld zijn aan bewuste ervaring - neurale substraten van emoties niet beperkt tot corticale structuren - neurale circuits voor aandacht, slaap & beslissingen nemen al vroeg ontwikkelt in evolutie (zoals bij insecten & cephalopod mollluskes (eg octopussen) - vogels laten in gedrag, neurophysiologie en neuroanatomie een vergelijkbare evolutie van bewustzijn zien - veel soorten herkennen zichzelf in spiegel
75
dieren bewustzijn?
> kijken naar complexiteit (grootte van brein) (> integrated information theory) > gedragscriteria: - zelfherkenning - pijn - theory of mind - imitatie - taal
76
Zelfherkenning dieren
- alleen zelfbewust zijn als je jezelf herkent als iets/iemand anders dan jouw omgeving - mirror-self-recognitiontest: om zelfherkenning te testen > echter onduidelijke interpretatie - Gallup: proof selfawareness - povinelli: basic concept of BOdily self - Heyes: associatief leren/ exploratie > methodologische confounds (e.g. dolfijnen kunnen hun hond niet aanraken)
77
Theory of mind
- in staat zijn om te weten wat anderen denken/geloven > e.g. chimpansees verstoppen eten van anderen (deceptie) > echter hangt af van interpretatie data
78
Imitatie
- doel gericht gedrag imiteren gezien bij anderen - sociaal leren - mogelijk onderliggend proces van cummulatieve culturele evolutie - heuristiek: imiteer diegenen met succes - overimitatie: na doen ookal is het doel niet duidelijk > dieren sowieso sociaal leren, maar vaak geen imitatie (met doen) maar associatief (zelfde geldt voor mimicry & geluid) >dus niet perse doelgericht
79
Taal
- recursief: iets definieren in termen van zichzelf - uniek voor mensen - onderscheid (Ned Block): > phenomenaal consciousness: subjectieve ervaringen > access consciousness: vermogen om deze ervaringen verbaal te raporteren (wss dieren niet dit soort consciousness)
80
Bicameral minds
Julian jaynes: vroeger linker en rechter hersenhelften niet geintegreerd > rechter hersenhelft activiteit werd geinterpreteerd door links als voices of god
81
proto-bewustzijn
basale primitieve vorm van bewustzijn (bijv dromen) misschien voorloper van bewustzijn
82
Alan Turing
- onderzoek naar limieten, wat kunnen we berekenen, wat niet - algoritmes - computability: probleem is computable als het opgelost kan worden door algoritme - turing machine: abstracte machine die substrate independent is (kan je dus overal in implementeren)
83
McCuuloch & Pitts
combineren 3 principe: - basale fysiologie - propositionele logica - turings theorie over computability > alles wat je kan programeren met computer (computatie) kan je ook in netwerk van neuronen programmeren > alle logische operatoren (e.g. optellen/aftrekken) ook >> is brein dan een algoritme?
84
Turing test
- imitatiespel: machine is slim als we computer niet kunnen onderscheiden van mens in conversatie - wordt niks gezegd over HOE
85
mind-like machine Elza
- Weizenbaum - eliza is vroege natural language processor - simpele technieken voor illusie van begrip > sommige hadden idee dat wel degelijk begrip
86
Modern large language models
-model getraind op voorspeleln volgende woorden (zoals telefoon) - grote illusie van begrip
87
twee AI disciplines
- informatica CS/engineering: hoe kunnen we machines maken die intelligent gedrag produceren (e.g. turing test) - cognitieve wetenschap: studie naar wat onderliggend aan de computaties is, wat ze slim maakt > wat zijn de computaties die onderliggendzijn aan femonelogosch bewustzijn?
88
reverse modeling
je hebt fenomeen/uitkomst, wat is daar de oorzaak van?
89
forward modeling
een simpel systeem/ design en kijken naar gedrag/uitkomst
90
symBOlic AI (GOFAI)
- menselijk denken eigenlijk een soort symbolische manipulatie - intelligentie als symBOlen & relaties daartussen - goed voor plannen acties
91
Narrow & general AI
- Narrow AI = in veel domeinen AI beter dan mensen, in specifieke taken - mens kan heel veel verschillende dingen, AI niet (AI nog geen general intelligence)
92
Is artificial consciousness mogelijk?
- Nee: Biologisch argument (chinese room) - Nee: Lovelace's argument - Ja: computationalist argument - Ja: bewustzijn als emergente eigenschap
93
Chinese room
- argument tegen artificial consciousness - John Searle - bewustzijn kan gesimuleerd worden, maar chinese room "snapt geen chinees" > gesimuleerd, niet gecreerd (in lijn met zwakke AI) > als geen deel vd kamer chinees kan, kan het hele systeem geen chinees verstaan - collectie van cellen kan acties/bewustzijn/denken veroorzaken - bewustzijn heeft fysieke-chemische reacties nodig, zaols in brein > alleen brein heeft mind kritiek Dennet: geen enkele neuron apart begrijpt chinees, dus volgens searles logica, kan het brein ook geen chinees
94
Lovelace's argument
- argument tegen artificial consciousness Computers zullen nooit iets nieuws kunnen doen, alleen dat waarvoor ze geprogrameerd zijn > tegenargument: geldt ook voor brein > mensen kunnen nieuwe dingen, ze zijn niet geprogrameerd, maar geevolueerd > wat als computers evolueren?
95
Evolutionaire roBOtica
- start met populatie van roBOts met random bodies en brains - kies hieruit kleine groep met beste fitness - deze groep kopieren en beetje muteren en verder gaan
96
Computational theory of mind
- argument voor artificial consciousness - mind zelf is een computational (>rule based manipulation of information) systeem, in het brein - als berekeningen cognitie zijn, maakt niet uit of het in brein of chip is (substrate independent) - blue brain project; simulatie v brein met neuronen
97
Bewustzijn als emergent fenomeen
- argument voor artificial consciousness - complexe systemen kunnen gedrag vertonen wat niet perse de som is van delen van gedrag
98
Altered states consciousness
tijdelijke veranderingen in de aard van ons bewustzijn (eg dromen)
99
Laureys model
2 dimensies die ons bewustzijn typeren: wakker zijn en awareness
100
Tarts model
irrationaliteit & vermogen te hallucineren
101
Hobsons model
cholinerg/aminerg, arousal, bron van informatie
102
Vaitls model
kijkt naar triggers van altered states
103
Drug induced ASC
ongeveer alles, alle cognitieve & affectieve processen zijn veranderd > verschilt per drug > meten met 11D-ASC schaal (om ervaringen systematisch in kaart te brengen) - psychoactieven beinvloeden neurotransmitters in brein (betrokken bij cognitieve en emotionele proocessen) > werken op reuptake inhibition, stimulating release, mimicking effects
104
Drugs effect op neurotransmitters
- simulants (amfetemines, sos) > dopamine receptor - dissociatives (ket) > nmda - receptor antagonist - empathogenen (x, m) > dopamine & serotonine - psychedelica > norepiphrine, DA, SE
105
Keta
- NMDA antagonist > glutamaat zorgt voor plasticiteit - dissociatieve anaestetic - subjectieve effecten: floating, derealisatie, depersonalisatie, out-of-BOdy experiences - K-hole - potentieel medicijn tegen major depressie > probleem: tolerantie, afhankelijkheid
106
mdma (xtc)
empathogeen: toename nergie, empathie, communicatie, intimiteit, perceptie - release of serotonine via seotenine-transporter mechanisme > meer serotonine in synaptische spleet - potentieel behandeling ptss
107
Cannabis
- CBN, CBD, THC - veel manieren van innemen - subjectieve effecten: euforie, relaxation (lage dosis) angst en paranoia (hoge dosis) - impairment short term memory - therapeutische applicatie: pijn bestrijding & PTSS
108
Klassieke psychedelica
- psychedelic = mind revealing - eg. truffels, lsd, mescaline - therapeutische toepassing: depressie, doodsangst, verslaving, PTSS, - subjectieve effecten: vermeerderd perceptie emoties, hallucinaties, veranderd beeld tijd en plaats, ego-dood (hoge dosis) - activeert 5HT-2A receptor > precursor van serotonine
109
Rebus model
onder invloed van psychedelica worden high-level priors onderdrukt, waardoor meer gevoelig voor BOttoom-up voorspellings errors
110
activatie visuele cortex
- normale visie (door optisch pad) - visuele herinneringen (verbeelding) - memory consolidation process (dromen) - drugs, via neurotransmitters (hallucinaties)
111
reality monitoring
mechanisme om te onderscheiden of iets een echte (vanuit buiten af) of ingebeelde (zelf gegenereerd) ervaring is > e.g. in de war bij deja vu > problemen met RM kunnen leiden tot illusoire/ valse herinneringen
112
discrimination cues reality monitoring
-levendigheid - details - stabiliteit - voluntary control (echt iis niet stuurbaar)
113
hallucinatie
percept achtige ervaring zonder externe stimulus - wel zelfde impact als echte perceptie -niet stuurbaar/aanpasbaar/ vrijwillige controle door persoon verschillende modaliteiten: - visueel - auditief - tactiel - olfactory
114
Spontane activatie model
hallucinaties mogelijk door spontane activatie hersen gebieden > eg. experiment met electrische stimulatie FFA > perceptie gezichtactige patronen
115
self monitoring model
brein maakt onderscheid wat je zelf doet/maakt & wat van buiten komt > als wij vrijwillig proces uitvoeren (e.g. innerspeech) dan worden voorspellende signalen gestuurd naar hersengebieden die betrokken zijn bij waarneming > dan vergelijkings proces "dit deed ik zelf/ komt van buiten" (comparater) > als iets mis gaat in comparator proces, dan kan zijn dat zelf gecreerd gedrag wordt waargenomen als van buiten
116
helderziendheid
overseinen van informatie onzichtbaar voor helderziende
117
telepathie
oversturen gedachten, anders dan via 5 zintuigen
118
precognitie
toekomst kijken
119
Ganzfeld telepathie experiment
zender kijkt film ontvanger heeft pingpong ballen op ogen en white noise koptelefoon > vraag wat zender gezien heeft
120
ESP kaarten experiment
- telepathie experiment - om problemen op te lossen met: - sender/ontvanger die elkaar al kennen - general knowledge/raden (> corrigeren voor gokkans) - corrigeren gelijkheid (response opties gelijk houden) > of random nummer generator > net iets BOven gokkans
121
psychokinese
bewegen door mentale krachten
122
waarom geloven in parapsychologie
- cognitieve bias ( irrationele, foutieve gedachtegang) > intuitief deenken, confimation bias, associatieve bias, illusoir pattern detection, agency detection, TOM, dualisme, ontologische confusion, fantasy-proneness - feeling of control: compensatory control theorie - onvrede met medische wetenschap - zoeken van betekenis - placeBO & positieve effecten gezondheid