Begrippen 1.3 Flashcards
(9 cards)
1
Q
Middenrif
A
Een stevig, gespierd vlies dat de romp verdeelt in de borstholte en buikholte
1
Q
Bronchiën
A
De luchtpijp vertakt zich in 2 bronchiën
2
Q
Neusslijmvlies
A
De neusholte is bedekt met neusslijmvlies dat gevormd wordt door cellen die slijm produceren
3
Q
Trilharen
A
De trilharen verplaatsen het slijm met stofdeeltjes naar de keelholte, waar het word ingeslikt
4
Q
Strotklepje
A
Zorgt ervoor dat er geen voedsel in de luchtpijp binnen kan komen
5
Q
Huig
A
6
Q
Luchtpijp
A
Een holle buis die aansluit op de onderkant van het strottenhoofd
7
Q
Longblaasjes
A
8
Q
Longhaarvaten
A