Begrippen Flashcards
(10 cards)
1
Q
kostprijs
A
som v/d gemaakte kosten bij het vervaardigen van een product, in geldwaarde uitgedrukt
2
Q
kosten
A
in geldwaarde uitgedrukte middelen die door de onderneming worden ingezet om een product te produceren en/of verkopen
3
Q
productiekosten
A
grondstoffen, verwarming, directe & indirecte lonen, onderhoud,…
4
Q
fabricagekostprijs
A
directe & indirecte productiekosten + beheerkosten met betrekking op productieproces
5
Q
beheerskosten
A
loon algemeen directeur, onderhoud & huur kantoorruimten
6
Q
verkoopkostprijs
A
fabricagekostprijs + verkoopkosten
7
Q
verkoopkosten
A
reclamekosten, huur & verwarming showroom
8
Q
Waarom kostencalculatie
A
- grondslag voor de bepaling v/d verkoopprijs
- resultaatbepaling
- waardering van de voorraden tegen kostprijs
4.kostenbeheersing & effeciëntiebeoordeling - hulpmiddel in de besluitvorming
- kostenbegroting voor planning & controle
9
Q
indeling kosten
A
- via cashflow
- volgens hun aard: kostensoorten
- volgens hun functie in bedrijf: kostenplaats
- volgens hun toewijsbaarheid: directe & indirecte
- volgens hun veranderlijkheid: vaste & variabele
10
Q
Break-evenpunt
A
qbe=TCK/(p-GVK)