Begrippen Flashcards

(78 cards)

1
Q

Wat is een maatschappelijk vraagstuk?

A

Een maatschappelijk vraagstuk is een probleem dat meerdere groepen mensen met verschillende belangen aangaat, samenhangt met maatschappelijke veranderingen, verschil van mening over oorzaken en aanpak kent, en vraagt om een gemeenschappelijke oplossing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn actoren?

A

Actoren zijn groepen en instanties die invloed proberen uit te oefenen op de oplossing van een maatschappelijk vraagstuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is macht?

A

Macht is het vermogen om het gedrag van andere mensen te beïnvloeden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn waarden?

A

Waarden zijn idealen, principes of doelen binnen een samenleving of groep over wat goed en juist is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een norm?

A

Een norm is een concrete gedragsregel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een belang?

A

Een belang is iets wat belangrijk wordt gevonden omdat het een voordeel oplevert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een frame?

A

Een frame is de zienswijze van een actor op het betreffende maatschappelijke vraagstuk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een rechtsstaat?

A

Een rechtsstaat is een staat waarin de machten gescheiden zijn, het legaliteitsbeginsel geldt, er onafhankelijke rechtspraak is en waar grondrechten burgers beschermen tegen willekeurig overheidsoptreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een communicatieproces?

A

In het communicatieproces is er sprake van zender en ontvanger, waarbij zenders een boodschap sturen via een medium en er ruis kan optreden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn journalistieke normen?

A

Journalistieke normen zijn richtlijnen die journalisten helpen objectiviteit te bereiken, zoals bronvermelding en het scheiden van feiten en meningen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het verschil tussen objectiviteit en subjectiviteit?

A

Argumenten zijn objectief als ze feitelijk zijn en subjectief wanneer ze een mening of waardeoordeel bevatten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een referentiekader?

A

Een referentiekader is alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten, waarmee je de wereld bekijkt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is selectieve perceptie?

A

Selectieve perceptie is het aanpassen van nieuwe informatie aan je referentiekader.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is ideologie?

A

Ideologie is een samenhangend geheel van beginselen en denkbeelden over de meest wenselijke maatschappelijke en politieke verhoudingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent links in economische kwesties?

A

Links betekent dat de overheid een grote rol speelt, meestal om ongelijkheid te bestrijden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat betekent rechts in economische kwesties?

A

Rechts betekent dat de overheid een kleine rol speelt, meestal om de eigen verantwoordelijkheid van burgers te bevorderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is progressief?

A

Progressief verwijst naar meer persoonlijke vrijheden in ethische kwesties zoals abortus en LHTBQI+ rechten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is conservatief?

A

Conservatief verwijst naar minder persoonlijke vrijheden in ethische kwesties, vaak beïnvloed door geloof of sterke politieke overtuiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is materialisme?

A

Materialisme legt nadruk op economische groei en lage belastingen op inkomen en vermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is postmaterialisme?

A

Postmaterialisme legt nadruk op duurzaamheid en diversiteit als belangrijke waarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is kosmopolitisme?

A

Kosmopolitisme staat voor internationalisme, open grenzen en samenwerking met andere landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is nationalisme?

A

Nationalisme staat voor het beschermen van de eigen natiestaat als basis van de samenleving.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is extreem links?

A

Extreem links maakt gebruik van geweld of dreiging met geweld om linkse ideeën door te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is extreem rechts?

A

Extreem rechts maakt gebruik van geweld of dreiging met geweld om rechtse ideeën door te voeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is sociaaldemocratie?
Sociaaldemocratie is een politieke stroming die gelijkwaardigheid en een sturende rol van de overheid nastreeft.
26
Wat is liberalisme?
Liberalisme is een politieke stroming die vrijheid in economische zin en voor het individu bevordert.
27
Wat is christendemocratie?
Christendemocratie gaat uit van christelijke waarden zoals naastenliefde en samenwerking in maatschappelijke verbanden.
28
Wat is marktwerking?
Marktwerking is het beginsel dat de economie zo vrij mogelijk moet zijn, waarbij vraag en aanbod de prijs bepalen.
29
Wat is populisme?
Populisme is een manier van politiek bedrijven waarin partijen zeggen namens het volk te spreken.
30
Wat is democratie?
Democratie is het principe dat het volk regeert en dat er een democratische politieke cultuur is.
31
Wat is indirecte democratie?
Indirecte democratie kent vertegenwoordigers die namens het volk in het parlement zitting nemen.
32
Wat is directe democratie?
Directe democratie kent vormen waarin kiezers zelf de volksvergadering vormen of referenda houden.
33
Wat is het parlement?
Het parlement is de volksvertegenwoordiging op landelijk niveau, bestaande uit de Eerste en Tweede Kamer.
34
Wat is de Eerste Kamer?
De Eerste Kamer is het deel van het parlement dat indirect gekozen wordt en bestaat uit 75 leden.
35
Wat is de Tweede Kamer?
De Tweede Kamer is het deel van het parlement dat direct gekozen wordt en bestaat uit 150 leden.
36
Wat zijn de Staten-Generaal?
De Staten-Generaal is de formele naam voor het Nederlandse parlement, bestaande uit beide kamers.
37
Wat is de regering?
De regering bestaat uit de koning en de minister en is verantwoordelijk voor het bestuur van het land.
38
Wat is het kabinet?
Het kabinet bestaat uit de minister en staatssecretarissen.
39
Wat is een minister?
Een minister is de eindverantwoordelijke van een ministerie.
40
Wat is een staatssecretaris?
Een staatssecretaris assisteert de minister op een deel van een beleidsterrein.
41
Wat is de minister-president?
De minister-president is de voorzitter van de Ministerraad en vertegenwoordigt Nederland in de Europese Raad.
42
Wat is een motie?
Een motie is een uitspraak van de Eerste of Tweede Kamer.
43
Wat is de vertrouwensregel?
De vertrouwensregel houdt in dat er vertrouwen moet zijn tussen het kabinet en de meerderheid van de volksvertegenwoordigers.
44
Wat is een gedecentraliseerde eenheidsstaat?
Een gedecentraliseerde eenheidsstaat is een staat waar de landelijke overheid de hoogste macht heeft, maar lagere bestuurslagen zelf zeggenschap hebben over bepaalde beleidsterreinen.
45
Wat is het College van Burgemeester en Wethouders?
Het College van B&W is het dagelijks bestuur van een gemeente, met de burgemeester als speciale rol.
46
Wat is de gemeenteraad?
De gemeenteraad is de volksvertegenwoordiging in de gemeente, gekozen door de kiezers.
47
Wat is de rol van de burgemeester?
De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en verantwoordelijk voor orde en veiligheid.
48
Wat zijn de Provinciale Staten?
De Provinciale Staten zijn de volksvertegenwoordiging per provincie, gekozen door de kiezers.
49
Wat is het College van Gedeputeerde Staten?
Het College van Gedeputeerde Staten is het dagelijks bestuur van de provincie.
50
Wat is de rol van de Commissaris van de Koning?
De Commissaris van de Koning is voorzitter van de Gedeputeerde Staten en de Provinciale Staten.
51
Wat is een motie van wantrouwen?
Een motie van wantrouwen is een uitspraak die het vertrouwen in het kabinet opzegt.
52
Wat is het vragenrecht?
Het vragenrecht is het recht van de Eerste en Tweede Kamer om vragen te stellen aan het kabinet.
53
Wat is het recht van amendement?
Het recht van amendement is het wetgevende machtsmiddel van de Tweede Kamer om een wijziging van een wet voor te stellen.
54
Wat is het recht van initiatief?
Het recht van initiatief is het wetgevende machtsmiddel van de Tweede Kamer om met een eigen wetsvoorstel te komen.
55
Wat is het budgetrecht?
Het budgetrecht is het controleerbare wetgevende machtsmiddel om de begroting van een ministerie goed of af te keuren.
56
Wat is het recht van enquête?
Het recht van enquête is het controleerbare machtsmiddel om onderzoek te laten doen naar overheidsbeleid.
57
Wat is het recht van interpellatie?
Het recht van interpellatie is het controleerbare machtsmiddel om een minister te ondervragen in de Kamer.
58
Wat is het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging?
In het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging krijgt een partij hetzelfde percentage van de zetels als het percentage van de stemmen.
59
Wat is een kiesdrempel?
In Nederland is er geen minimaal percentage van stemmen nodig om een eerste zetel te krijgen.
60
Wat is een informateur?
Een informateur onderzoekt de mogelijkheden van specifieke regeringscoalities.
61
Wat is een formateur?
Een formateur stelt een ploeg van ministers en staatssecretarissen samen.
62
Wat is een regeerakkoord?
Het regeerakkoord is het voorgenomen beleid van het toekomstige kabinet.
63
Wat is een regeringsverklaring?
De regeringsverklaring is de tekst met de hoofdlijnen van het nieuwe Kabinetsbeleid.
64
Wat is een meerderheidskabinet?
Een meerderheidskabinet steunt op een meerderheid in het parlement.
65
Wat is een minderheidskabinet?
Een minderheidskabinet steunt niet op een meerderheid in het parlement.
66
Wat zijn coalitiepartijen?
Coalitiepartijen zijn de leden van de partijen in de volksvertegenwoordiging die in het kabinet zitten.
67
Wat zijn oppositiepartijen?
Oppositiepartijen zijn de leden van de partijen in de volksvertegenwoordiging die niet in het kabinet zitten.
68
Wat is monisme?
Monisme is de situatie waarin de machtsbalans meer naar het kabinet doorbuigt.
69
Wat is dualisme?
Dualisme is de situatie waarin de machtsbalans meer naar het parlement doorbuigt.
70
Wat is de Europese Unie?
De Europese Unie is een samenwerkingsverband tussen 27 lidstaten met als doel vreedzame samenwerking.
71
Wat is het Europees Parlement?
Het Europees Parlement is de volksvertegenwoordiging van Europa en wordt om de 5 jaar gekozen.
72
Wat is de Europese Raad?
De Europese Raad is de vergadering van regeringsleiders van alle 27 lidstaten.
73
Wat is de Raad van de EU?
De Raad van de EU is de wetgevende macht waarin vakministers van elke lidstaat zitting hebben.
74
Wat is de Europese Commissie?
De Europese Commissie is het dagelijks bestuur van de EU en doet wetsvoorstellen aan het EP en de Raad van de EU.
75
Wat is het Europese Hof van Justitie?
Het Europese Hof van Justitie is de rechtsprekende macht van de EU.
76
Wat is intergouvernementele samenwerking?
Intergouvernementele samenwerking is samenwerking tussen lidstaten waarbij landen vrijwillig soevereiniteit afstaan.
77
Wat is supranationale samenwerking?
Supranationale samenwerking is samenwerking waarbij landen een deel van hun soevereiniteit afstaan aan de EU.
78
Wat is een gekwalificeerde meerderheid?
Een gekwalificeerde meerderheid is bereikt als 55% van de lidstaten en 65% van de EU-bevolking voor een voorstel stemt.