Begrippen Flashcards

(24 cards)

1
Q

systematisch uitbouwen

A

Leerstof moet uitgaan van wat kinderen al weten en kennen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Socialisatie

A

Internaliseren van wat normaal is. Verwachtingen omrent gedrag, houding, opvattingen en uiterlijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Intersubjectiviteit !!

A

Delen van dingen door meerdere mensen/kijkend op de realiteit gedeeld door meerdere individuen.(perceptie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Discours

A

Bepaalde manier van spreken die de blik vormgeeft van hoe we naar onszelf en anderen kijken, en die meteen ook aangeeft wat we voor werkelijke en waar (moeten) aannemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Distantie

A

Vanaf een afstand naar jezelf kijken (door de ogen van een ander). Doe ik het goed?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eerste-persoonsperspectief

A

ik-persoon, vanuit de ogen van de ik-persoon, de opvoeder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Phronesis

A

Praktische wijsheid, wat is verstandig en handig? (vb pauze).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Episteme

A

Kennis, je weet dat het werkt, maar niet perse hoe het werkt. (vb afstandsbediening)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Techne

A

Je weet hoe het werkt. (vb fietsband en pannenkoeken bakken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Derde

A

Alwetende (wetenschappelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kwalificatie !!

A

Kennis + vaardigheden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Socialisatie !!

A

Aanleren en eigen-maken van gewoontes en gedragsregels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Subjectificatie !!

A

De aansporing om persoon te willen zijn. Goed willen doen. Verhouden tot de wereld, verantwoordelijkheid en rol pakken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Participatie

A

Actieve deelname, gemeenschappelijk doel. (Kennis, belang en meebepalen.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hidden circulum/ Verborgen leerplan

A

Je leert niet alleen wat de docent jou leert. Ook normen en waarden en gedrag. (vb spijbelen, conciërge ontglippen, etc)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Virtuositeit

A

Iets in de vingers hebben, waarnemen.

17
Q

Poiesis

A

Technische kennis

18
Q

Praxis

A

Lijkt op phronesis, weten en oordelen wat gedaan moet worden (het goede).

19
Q

Fundamenteel

A

Basis en groot belang

20
Q

Zwakke kracht (v/h onderwijs, Biesta)

A

Zwakke verbindingen van communicatie en interpretatie. > Met de kracht bedoelen ze de zorg voor de leerlingen en subject van eigen handelen (leerlingen de intentie geven van,…)

21
Q

Prachtig risico

A

Risico= onvoorspelbaarheid en onzekerheid (door leerlingen en omstandigheden). Openheid onderwijsproces. Dit zorgt voor prachtig= kansen voor echte groei en ontwikkeling, leerervaringen.

22
Q

Psychologisering

A

gedrag verklaren vanuit psychologische theoriën (en dus niet pedagogische zelfstandig??)

23
Q

Dyadische / dialogsiche relatie

A

Tot elkaar verhouden en elkaar nodig hebben (dyadische).
Ik-positie en naar elkaar luisteren en antwoorden vanuit de je eigen positie (dialogische)

24
Q

Existentiële vragen

A

Vragen over het bestaan.